Toogdag mannenbond HHK: „Ontsluiting hemelrijk niet door Petrus maar door het Woord”
Grappen over Petrus aan de hemelpoort komen voort uit een misverstaan van de Bijbel, zei ds. IJ.R. Bijl zaterdag op de toogdag van de Hersteld Hervormde mannenbond.
„De ontsluiting van het hemelrijk is een hoogst ernstige zaak en gebeurt niet door Petrus, noch door de discipelen en ook niet door de predikers, maar door de bediening van het Woord. Er gebeurt altijd iets bij de prediking; geen mens blijft dezelfde onder een preek.”
Met deze woorden opende bondsvoorzitter ds. IJ.R. Bijl, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Vriezenveen, de jaarlijkse landelijke toogdag van de mannenbond van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK). Het thema van deze ontmoetings- en bezinningsdag was ”De sleutelen van het hemelrijk”. De dag werd gehouden in het kerkgebouw van de hersteld hervormde gemeente te Lunteren.
Etalage
Ds. H.J. van Marle hield ’s ochtends een referaat over het thema, met bijzondere aandacht voor het onderwerp van „de voorwerpelijk-onderwerpelijke prediking”. Volgens ds. Van Marle is dat onderwerp van alle tijden en tegelijk uiterst actueel. Om dat aan te tonen verwees de predikant van de hersteld hervormde gemeente te Staphorst naar allerlei artikelenseries van vroeger, zowel in het Gereformeerd Weekblad als in De Waarheidsvriend, orgaan van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland.
In het formulier voor de bevestiging van predikanten wordt het onderscheid tussen voorwerpelijk en onderwerpelijk zó verwoord dat de prediker „het woord des Heeren grondig en oprecht aan het volk moet voordragen”. Daar blijft het niet bij, want er is ook sprake van een „toe-eigenen, zowel in het algemeen als in het bijzonder”. Welnu, zo betoogde ds. Van Marle, dat is wat ook met de term schriftuurlijk-bevindelijk wordt aangeduid. „Allereerst wordt de waarheid van Gods woord objectief voorgesteld, als in een etalage uitgestald, of, zoals de apostel Paulus zegt, dat hij al de raad Gods heeft voorgesteld.”
Balans
Voorwerpelijke prediking komt dus altijd op uit het geheel van de Bijbel en is geen uitstalling van exegetische spitsvondigheden of van wat de predikant voelt en vindt, stelde ds. Van Marle. Maar er zijn ook gevaren, namelijk wanneer het voorwerpelijke en het onderwerpelijke aspect niet in balans zijn. „Een al te voorwerpelijke prediking werkt verstandsgeloof in de hand. Dan verdwijnt de noodzaak van wedergeboorte naar de achtergrond. Dan is er geen oog voor worstelende zielen en wordt er over de tobbende zielen heen gewalst.”
De Staphorster predikant wees op 2 Timotheüs 2:15 waar Timotheus de opdracht krijgt „het Woord der waarheid recht te snijden”. De prediker moet dus het Woord bedienen in goede porties, naar de verschillende behoeften van de soorten hoorders. Bij teveel onderwerpelijke prediking bestaat het gevaar dat mensen onnodig in het donker blijven. Het geloof rust niet op gemoedstoestanden, maar op Gods beloften. De Heidelberger Catechismus is hierin voorbeeldig evenwichtig, aldus ds. Van Marle.
Sleutelmacht
In de middagbijeenkomst sprak ds. P. Verhaar over hoe het hemelrijk „door de prediking wordt ontsloten en toegesloten”. „Deze woorden zijn weliswaar aan de Heidelberger Catechismus ontleend, maar toch helemaal gefundeerd op Gods Woord”, zo begon ds. Verhaar. De predikant van de hersteld hervormde gemeenten te Zuilichem-Brakel en Nieuwaal verwees naar Eljakim, de „sleuteldrager” uit Jesaja 22. Als hoffunctionaris bepaalde Eljakim wie er wel en niet in Davids paleis mocht binnenkomen, maar dat deed hij niet naar eigen goeddunken.
Ds. Verhaar noemde het opvallend dat Jezus Christus Zichzelf in Openbaring 3:7 de Sleuteldrager van het Koninkrijk der hemelen noemt. Deze sleutelmacht geeft Hij aan Zijn dienaren om die in Zijn Naam uit te voeren.
Ds. P. Verhaar verwees naar de afscheidswoorden van Jezus waar de apostelen de taak krijgen om de gelovigen aan te zeggen dat hun zonden vergeven zijn (Johannes 20:23). Dit mogen zij alleen doen in Zijn Naam, want geen mens kan zelf de zonden vergeven, aldus ds. Verhaar. „In de prediking wordt de deur van genade en heil wagenwijd opengezet voor alle zondaren, maar wordt er ook gewaarschuwd dat die gesloten blijft zonder bekering. Het Evangelie wordt wel aan alle creaturen gepredikt, maar de zaligheid wordt alleen aan de gelovigen beloofd. Nooit mag de keerzijde ontbreken, namelijk dat het Koninkrijk der hemelen gesloten is voor de ongelovigen, die zich niet van harte bekeren”, aldus de predikant.