Ds. Kersten bracht eigen partij sterk in beroering door houding in WO II
Over ds. G.H. Kerstens inzet als Kamerlid en partijleider valt veel goeds te zeggen, maar door zijn houding tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij zijn eigen SGP wel schade berokkend, vinden twee historici. „Dit blijft een smet op zijn blazoen.”
Ton van der Schans, kenner van de SGP-geschiedenis: „Enerzijds zit het in het collectieve geheugen van refo’s. Zo van: „Ds. Kersten, met die man was toch ‘iets’ tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna?” Anderzijds heb ik het idee dat velen toch niet beseffen hoevéél onrust en onbehagen er in de jaren 1946-1948 in bevindelijk gereformeerde kring heerste over het leiderschap van ds. Kersten. Het heeft echt gerommeld in de SGP. De heftige emoties die toen speelden kun je niet afdoen als, bij wijze van spreken, vijandschap van enkele individuen tegen de theologie van ds. Kersten. Dat is te gemakkelijk. Het verzet en de beroering waren destijds breder; ook het hoofdbestuur was in dezen niet geheel eenstemmig.”
Valse start
Dat de predikant-politicus het gevaar van het nazisme niet „of in elk geval niet tijdig” doorzag en zijn achterban opriep zich niet tegen de Duitsers en hun antisemitische maatregelen te verzetten, riep tijdens de Tweede Wereldoorlog in eigen kring al weerstand op. In de eerste jaren na de oorlog zorgde het ervoor „dat de spanningen in de SGP, maar ook wel in de VGS en in de Gereformeerde Gemeenten, hoog opliepen”, stelt ook Bosma, die in 2020 promoveerde op ”Oude waarheid en nieuwe orde. Bevindelijk gereformeerden en het nationaalsocialisme 1920-1950”. De historicus: „Dit heeft de SGP na 1945 als het ware een valse start gegeven. En het heeft er bepaald niet aan bijgedragen van de SGP een in Nederland breed gedragen partij te maken. Het was een onverkwikkelijke tijd, die een smet heeft nagelaten op het blazoen van ds. Kersten.”
Bij de onrust in bevindelijk-gereformeerde kring na WO II zijn zaken overigens „van beide kanten niet altijd fraai gespeeld”, stelt Bosma. „Kerstens tegenstanders uitten, zonder hard bewijs, insinuaties over zijn aandeelhouderschap in De Banier en over belangen die de familie Kersten hierin had en die op een onjuiste wijze door hem veilig zouden zijn gesteld. Voorstanders van ds. Kersten ontnamen critici, bijvoorbeeld in de kiesvereniging Amsterdam, op oneigenlijke gronden het partijlidmaatschap.”
Nadat ds. Zandt het partijvoorzitterschap had overgenomen en hij ds. Kersten erevoorzitter maakte, luwde de onrust. „De partij sloot toen weer de gelederen. Jarenlang was ds. Kerstens opstelling tijdens WO II in de partij geen issue meer. Totdat Wim Fieret begin jaren tachtig in zijn proefschrift constateerde dat ds. Kersten na 1945 terecht het lidmaatschap van de Tweede Kamer was ontnomen. Die vaststelling leidde in bevindelijk gereformeerde kring meteen weer tot pittige discussies.”
Zuiveringscommissie
Van der Schans: „Het oordeel van de zogeheten zuiveringscommissie, namelijk dat ds. Kersten de Tweede Kamer niet meer in mocht, maar ook de oppositie vanuit eigen kring tegen zijn leiderschap, hebben de bekende voorganger diep geraakt. Je kunt denk ik wel zeggen dat hij als een gebroken man uit de oorlog is gekomen. Hij had het roer niet meer stevig in handen, noch in de politiek noch in de kerk. Die gang van zaken heeft iets tragisch.”
De historicus weet dat er over ds. Kerstens houding in WO II meer te zeggen valt dan alleen dat hij te weinig oog had voor het gevaar van de anti-christelijke ideologie van het nazisme en te ongenuanceerd pleitte voor onderwerping aan de Duitse macht. „Er lijkt bij hem ook wel sprake te zijn geweest van een ontwikkeling. Uit de laatste oorlogsjaren zijn van hem geen uitlatingen meer bekend over het nazisme. En ja, er zijn ook voorbeelden bekend dat hij, later, het verzet steunde of Joden hielp.”
Plakbandje
Dat neemt voor Van der Schans echter niet weg dat wie door het boek van ds. Kerstens leven bladert een bladzijde tegenkomt met een scheur erin. „Daar kun je een plakbandje overheen plakken, maar ook dan blijft die zichtbaar. Daar kunnen en moeten we eerlijk over zijn.”