Paus Franciscus sluit homozegen niet helemaal uit
Paus Franciscus lijkt de deur op een kier te hebben gezet voor de mogelijkheid om in de toekomst relaties van mensen van hetzelfde geslacht te zegenen. Maar daar zitten dan wel strenge voorwaarden aan vast.
De rooms-katholieke kerkleider kan zich voorstellen dat een priester soms uit „pastorale naastenliefde” homostellen een zegen geeft. De kerk moet per geval daarover besluiten en ze mag geen algemene richtlijnen voor het zegenen van homokoppels uitvaardigen. In ieder geval moet te allen tijde duidelijk zijn dat een relatie tussen mensen van hetzelfde geslacht geen huwelijk is, aldus de paus. Dat is voorbehouden aan één man en één vrouw.
Twijfels
Paus Franciscus liet dit maandag weten in antwoord op vijf in juli ingediende vragen –zogeheten ”dubia” (twijfels)– van vijf behoudende kardinalen uit Azië, Europa, Afrika, de Verenigde Staten en Latijns-Amerika. Die stelden de kerkleider vragen over bijvoorbeeld „de bewering dat goddelijke openbaring opnieuw moet worden geïnterpreteerd in het licht van de huidige culturele en antropologische veranderingen”. Ook hebben de kardinalen „twijfels” over ontwikkelingen rond het zegenen van mensen van hetzelfde geslacht en de wijding van vrouwelijke priesters.
Omdat woensdag in Rome de bisschoppensynode over de toekomst van de Rooms-Katholieke Kerk van start gaat, liet de paus zijn antwoorden maandag op de website van het Vaticaan plaatsen. De kardinalen waren overigens niet tevreden met de antwoorden.
Wereldwijd zijn rooms-katholieken verdeeld over de vraag of homo’s die een relatie hebben een kerkelijke zegen mogen krijgen. Zo liepen de discussies in Duitsland en België, waar groen licht werd gegeven voor een zegen, hoog op.
Paus Franciscus liet de bezorgde kardinalen weten dat de kerk „een heel duidelijke visie op het huwelijk” heeft. Er kan alleen van een huwelijk worden gesproken als het gaat om een „exclusieve, stabiele en onlosmakelijke verbintenis tussen man en vrouw”, die openstaan voor het krijgen van kinderen. Andere verbintenissen kunnen „strikt genomen” geen huwelijk worden genoemd. De Rooms-Katholieke Kerk vermijdt daarom elke liturgische handeling die de indruk zou kunnen wekken dat iets een huwelijk is, „terwijl daarvan geen sprake is”.
Tegelijk is de kerk geroepen „pastorale liefde” te tonen, aldus de paus. Een priester die bijvoorbeeld de vraag krijgt een relatie tussen mensen van hetzelfde geslacht te zegenen, moet voorkomen dat die ceremonie aan een huwelijk doet denken. Als iemand om een zegen vraagt, is dat echter wel „een uitdrukking van een verzoek om hulp van God, een verzoek om beter te leven, een vertrouwen in een Vader Die ons kan helpen beter te leven”.
Er kunnen situaties zijn die volgens de kerk „moreel onaanvaardbaar” zijn, maar waar tegelijk „pastorale naastenliefde” nodig is. Tegelijk hoeven „beslissingen die onder bepaalde omstandigheden tot de pastorale wijsheid kunnen behoren, niet noodzakelijkerwijs de norm te worden”. De paus vindt het dan ook „niet gepast” dat een bisdom of een bisschoppenconferentie „permanent en officieel procedures of rituelen goedkeurt voor allerlei zaken” op dit gebied.
Catechismus
Het hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk lijkt in zijn visie op het zegenen van homostellen iets te zijn opgeschoven. De kerkleiding onderstreepte in 2021 dat er geen sprake kan zijn van het inzegenen van relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht. „Het is niet geoorloofd relaties of partnerschappen, zelfs geen stabiele, te zegenen die een seksuele activiteit buiten het huwelijk inhouden”, zo schreef de Congregatie voor de Geloofsleer van het Vaticaan. Het huwelijk werd gedefinieerd als „onverbrekelijke verbintenis van een man en een vrouw die openstaat voor de overdracht van het leven”. Dat is overigens in lijn met de catechismus van de Rooms-Katholieke Kerk, waarin de leer in vraag-en-antwoordvorm wordt opgesomd.
De paus verklaarde destijds wel een voorstander te zijn van geregistreerd partnerschap, een burgerlijke verbinding voor mensen van hetzelfde geslacht.
Macht
Het antwoord van de paus op de vraag of vrouwen priester mogen worden, volgt dezelfde lijn als die op het zegenen van homorelaties. De kerkleer is duidelijk, stelt Franciscus met een verwijzing naar paus Johannes Paulus II: het is onmogelijk om vrouwen te wijden. Maar dat betekent niet dat vrouwen worden gediscrimineerd of dat mannen zomaar de hoogste macht is gegeven. De „priesterlijke functie” mag dan ook niet worden opgevat als een vorm van „overheersing”; ze moet juist volledig gericht zijn „op de heiligheid van de leden van Christus”. Als dit niet gebeurt, begrijpt de paus dat het moeilijk is om te aanvaarden dat het priesterschap alleen aan mannen is voorbehouden, „en zullen we niet in staat zijn de rechten van vrouwen te erkennen, noch de noodzaak voor hen om op verschillende manieren deel te nemen aan het leiderschap van de kerk”.