De presbyteriaanse predikant Eleazar Sidhu had eerder tegen de politie verteld dat twee moslims hem op 3 september onder schot hielden en dwongen de islamitische geloofsbelijdenis op te zeggen. „Toen ik weigerde en in plaats daarvan de Apostolische Geloofsbelijdenis begon op te zeggen, opende de man het vuur”, is te lezen in zijn verklaring. De predikant uit het dorp Kukranwala liep een schotwond in zijn schouder op. De aanvallers zouden er daarna vandoor zijn gegaan.

Het verhaal neemt een wending als halverwege september het bestuur van de Presbyteriaanse Kerk van Pakistan pastor Sidhu schorst als predikant. In een verklaring die rondgaat op sociale media stelt de kerk dat ds. Sidhu „vrijwillig had bekend” aan collega’s en vrienden dat hij zichzelf had verwond. Hij zou „deze hele daad zonder enige angst, dwang of druk” hebben gepland. De kerk wil verder „geen enkele conclusie trekken omdat de zaak onder de rechter ligt”.

Kort daarna verschijnt er op sociale media een video waarin ds. Sidhu in het bijzijn van een politieagent een bekentenis aflegt. „Ik deed het vanwege stress. Ik wilde politiebescherming”, zegt hij op de beelden. Eind augustus waren er islamitische leuzen op de muren van zijn kerk geschreven.

Buskruit

Volgens activisten is de predikant onder druk zijn gezet om afstand te doen van zijn eerste lezing. Ds. Sidhu heeft tegenover meerdere mensen met de hand op de Bijbel verklaard dat hij wel degelijk door extremisten is aangevallen.

Een politiebron weerspreekt tegen Morning Star News de lezing van de activisten. Volgens de nieuwsdienst hebben de autoriteiten diverse aanwijzingen die een aanval onwaarschijnlijk maken. Brandwonden veroorzaakt door buskruit bevestigen het vermoeden dat het pistool van zeer dichtbij was afgevuurd, om schade aan het bot te voorkomen. Ook de hoek van de schotwond zou niet overeenkomen met de verklaring van de predikant over de aanval.

„In al die jaren dat ik werk met de vervolgde kerk heb ik zoiets niet meegemaakt”, zegt Richard Groenenboom. De woordvoerder van SDOK (Stichting De Ondergrondse Kerk) wil niet speculeren over de zaak. Een ding weet hij wel: „Dit is niet behulpzaam voor het beeld van de situatie van christenen in Pakistan.” Die blijft volgens hem zorgelijk. „Zo’n incident brengt daar geen verandering in. Daar staan ongelooflijk veel verhalen van overduidelijke vervolging tegenover.”