De consument houdt steeds meer de hand op de knip. Daarop wijst topman Giovanni Colauto van de Bijenkorf in een toelichting op de jaarcijfers van de warenhuisketen. Volgens hem zijn de omstandigheden in de winkelbranche momenteel daarom „erg uitdagend”.
De Bijenkorf zag zijn omzet in 2022 met ruim een kwart toenemen ten opzichte van een jaar eerder. Die flinke groei dankte de keten vooral aan het feit dat de winkels voor het eerst sinds 2019 weer het hele jaar zonder beperkingen open konden zijn. De verkopen stegen ook boven het niveau van voor de coronacrisis uit. Maar daar stond tegenover dat de energierekening opliep en de Bijenkorf de kosten voor zaken als transport en verpakkingen zag toenemen. Dit drukte behoorlijk op het resultaat van de keten.
Uiteindelijk kwam de operationele winst, de graadmeter waar Colauto vooral naar kijkt, uit op 2,8 miljoen euro. Dat was een verbetering ten opzichte van het verlies van 31,8 miljoen euro in 2021, maar heel hoog was het resultaat volgens de topman niet. „We hebben afgelopen jaar laten zien dat we veerkrachtig zijn. We hebben een mooie stap vooruit gemaakt, maar tegelijkertijd realiseren we ons dat we een zeer bescheiden operationele winst hebben gemaakt en nog een weg te gaan hebben”, zo vat Colauto de financiële prestaties van zijn bedrijf samen.
Uit de cijfers komt ook naar voren dat de „onlinehausse” van tijdens de coronapandemie, toen veel mensen aan huis gekluisterd zaten en via het internet bestellingen plaatsten, vorig jaar weer voorbij was. Terwijl de winkels 122 procent meer bezoekers trokken dan in 2021, lieten de bezoekersaantallen van de webshop juist een daling met 15 procent zien.
De Bijenkorf zag zich eerder dit jaar genoodzaakt om zijn verlieslatende webshops in Duitsland, Frankrijk, Wallonië, Luxemburg, Oostenrijk en Monaco te sluiten. Gestegen kosten zaten de weg naar goede winstgevendheid daar te veel in de weg. Voortaan richt de keten zich naast de fysieke winkels op zijn webshops in Nederland en Vlaanderen.