Kleine vondst met grote gevolgen
Wanneer trok Israël het beloofde land binnen? En is dat eigenlijk wel echt gebeurd?
De historiciteit van de intocht van Israël in Kanaän in de tijd van Jozua is nog steeds omstreden in de wetenschappelijke wereld. In dit verband doet een kleine archeologische vondst heel wat stof opwaaien. Het betreft een klein, dubbelgevouwen plaatje van lood.
In de jaren 80 vond de archeoloog Adam Zertal bij de berg Ebal de restanten van een rechthoekig altaar met een omheining, gebouwd over een eerder rond altaar. Direct na de ontdekking ontstond de discussie of dit het altaar was dat door Jozua en de Israëlieten gebouwd was (zie Jozua 8:30-35).
Tijdens de opgravingen van Zertal is de opgegraven aarde op een hoop gegooid. In de loop van de afgelopen tientallen jaren zijn de methoden van opgravingen echter verfijnd. De organisatie Associates for Biblical Research heeft gevraagd de afvalberg met een nieuwe zeefmethode met gebruik van water te mogen doorzoeken. Dat werd toegestaan en op deze manier heeft men diverse kleine voorwerpen gevonden die eerst over het hoofd waren gezien.
De belangrijkste vondst is een klein, dubbelgevouwen plaatje van lood van ongeveer twee bij twee centimeter. Het is beschreven aan de binnen- en buitenkant. De letters aan de binnenkant waren alleen via een speciale scantechniek te lezen.
Volgens de archeologen is dit verreweg het oudste voorwerp waarop de naam van de God van Israël staat geschreven. De inhoud van de tekst is zeer negatief: „Vervloekt, vervloekt, vervloekt – vervloekt door de God JHW. Je zult vervloekt sterven. Je zult zeker vervloekt sterven. Vervloekt door JHW – vervloekt, vervloekt, vervloekt.” De naam van de God van Israël wordt in de Hebreeuwse Bijbel met vier letters geschreven (JHWH), maar hier dus iets korter.
Teksten met zulke vervloekingen (”defixio”) zijn meer gevonden in het Midden-Oosten, maar die zijn van latere tijd. Wie of wat de woede van de onbekende schrijver veroorzaakte, is onduidelijk. Mogelijk kwamen Israëlieten naar de berg Ebal om onheil over hun vijanden uit te spreken, zoals Balak en Bileam wilden doen (Numeri 22-24).
Nadat de archeologen al een eerdere aankondiging gedaan hadden, is er nu een officiële publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Heritage Science.
De gevonden tekst telt 48 letters en is eeuwen ouder dan andere Hebreeuwse inscripties. In het artikel staat dat meer dan de helft van de lettervormen alleen bekend is uit inscripties uit de tijd voor de 13e eeuw voor Christus. Dus zal de tekst ook uit die tijd stammen. Volgens de vroege datering van de uittocht kwamen Jozua en de Israëlieten rond 1400 voor Christus in het beloofde land.
Wij schrijven zinnen van links naar rechts, het ons bekende Hebreeuws gaat van rechts naar links. De Egyptische hiërogliefen werden in verschillende richtingen geschreven. In dit oude loodtablet, toen de schrijfrichting nog niet vaststond, gebruikte de schrijver verschillende richtingen: van links naar rechts, van rechts naar links, van boven naar beneden en van beneden naar boven en in ”boustrofedon”. Letterlijk: zoals de os draait bij het ploegen, dus heen en weer.
De vondst is in omvang heel klein, maar volgens dr. Clyde Billington zal deze zeer belangrijke vondst een revolutionaire invloed hebben op de Bijbelse archeologie. Hij bedoelt dit vooral met het oog op de omstreden historiciteit van de intocht van de Israëlieten en diverse dateringsvraagstukken. Hij ziet dit tablet als een bevestiging van de opdracht die Mozes gaf en die door Jozua uitgevoerd werd bij de bergen Ebal en Gerizim.
Het wetenschappelijke artikel gaat alleen over de binnenkant van het tablet. De auteurs bereiden een publicatie voor over de inscriptie aan de buitenkant. Waarschijnlijk staat daar de naam van het slachtoffer.
Wat de inhoud betreft, is het voor christenen van belang dat de apostel Paulus schrijft: „Zegen wie u vervolgen; zegen en vervloek niet.” (Romeinen 12:14).
De auteur doceert Oude Testament aan de ETF en is eindredacteur Studiebijbel Oude Testament. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen.