Intensievere steun aan organisatie Bond tegen Vloeken is hard nodig
Het vloeken in de samenleving neemt toe. In 2007 vloekte een op de twintig Nederlanders regelmatig of vaak, nu is dat verdubbeld naar een op de tien. De cijfers komen uit een onderzoek dat de Bond tegen Vloeken woensdag publiceerde. In de vragen is onderscheid gemaakt tussen schelden, met bijvoorbeeld ziektes, en vloeken door het gebruik van de Naam van God of Jezus.
Uit het onderzoek blijkt dat Nederlanders meer moeite hebben met schelden dan met vloeken. Respondenten vulden ook in hoe vervelend ze het schelden met bepaalde onderwerpen vinden. Met stip op één staan handicaps en ziekten: meer dan 60 procent vindt het heel vervelend als er gescholden wordt door het gebruik van de naam van een ziekte. Schelden met geloof of religie wordt door 30 procent van de mensen bestempeld als heel vervelend.
De resultaten van het onderzoek zijn schokkend. Hoewel het schelden met handicaps en ziektes zeer verwerpelijk is, is het ook tekenend dat de meeste mensen dit schelden erger vinden dan vloeken. Het kan niet anders of dat is een symptoom van het feit dat de betrokkenheid bij religie is afgenomen. Dat wordt bevestigd door het feit dat ouderen minder vloeken dan jongeren.
De Bond tegen Vloeken heeft deze keer ook jongeren van 12 tot 17 jaar gevraagd naar hun ervaringen met schelden en vloeken. Vooral deze jongeren maken veel gebruik van sociale media en daarom is het zeer inzichtgevend te weten hoe hun ervaringen zijn. Het feit dat in die leeftijdscategorie blijkt dat schelden erger wordt gevonden dan vloeken, laat zien dat het gebruik van Gods Naam als een vloek niet meer direct verbonden wordt aan de godsdienst. Dat kan niet anders dan wijzen op steeds verder afnemende betrokkenheid bij religie.
De Bond tegen Vloeken noemt het positief dat in de maatschappij nog steeds onderscheid gemaakt wordt tussen schelden en vloeken. Dat is terecht. Maar dat is dan ook het enige dat je positief kunt vinden aan dit onderzoek. Schelden is altijd verwerpelijk. Maar vloeken is toch van een andere categorie. Het gaat bij het misbruik van Gods Naam om een ernstige zonde. En dat juist die zonde steeds minder als zonde gezien en gevoeld wordt, is alarmerend.
Ook taalopvoeding begint in het gezin. Als daar het gewicht van het misbruik van Gods Naam niet meer wordt gevoeld, zullen kinderen dat ook niet meer zo ervaren. Dat zou kunnen verklaren waarom er onder jongeren meer en makkelijker wordt gevloekt.
Ooit gebruikte de Bond tegen Vloeken op posters die op onder andere NS-stations hingen een slogan die hele generaties uit hun hoofd kenden: ”Spreek vrijmoedig over God, maar misbruik nooit Zijn Naam.” Door de hoge kosten, is zo’n campagne niet meer mogelijk, stelt de bond. Met de uitkomsten van dit onderzoek in het achterhoofd is het de hoogste tijd dat christenen meer steun geven aan een organisatie als de Bond tegen Vloeken. Dit werk is harder nodig dan ooit.