Juhana Pohjola verdedigt zichzelf. Maar hij verdedigt daarbij ook de vrijheid van zijn tegenstanders om zich te uiten over huwelijk en seksualiteit. Daarom gaat hij donderdag en vrijdag vol vertrouwen naar het Hof van Beroep. „Uiteindelijk gaat het in deze zaak om wie God is.”
Twintig jaar geleden, in 2003, begon de lutherse bisschop Pohjola (spreek uit: Póhjola) brochures uit te geven over Bijbelse thema’s. „Een catechetische serie over theologische onderwerpen.”
Hij vroeg mevrouw Räsänen om te schrijven over huwelijk en (homo)seksualiteit. Räsänen was bekend als christelijk arts en sinds 1995 als parlementslid voor de christendemocratische partij KD. De politiek debatteerde volop over de openstelling van het huwelijk voor homoseksuelen. De bisschop vond het nodig dat de nieuwe generatie toerusting werd geboden als verdediging van het traditionele huwelijk. Räsänen was daar geknipt voor, wist Pohjola.
Afwijking
Een jaar later lag de brochure er: ”Man en vrouw schiep Hij hen.” Daarin gaat Räsänen zowel in op de ethische aspecten van homoseksualiteit, maar ook medische en psychologische.
Haar uitgangspunt was dat God de seksualiteit heeft bedoeld voor het huwelijk van man en vrouw.
Maar Räsänen verwerkte ook inzichten uit psychologische handboeken die ze uit haar studietijd in de jaren tachtig had bewaard. Daarin klonk de visie door dat homoseksualiteit een afwijking is, die niet blijvend hoeft te zijn. Ook waarschuwde ze dat homoseksualiteit tegenover jongeren niet als normaal moet worden voorgesteld, omdat dit zou kunnen verleiden tot experimenteergedrag van minderjarigen met volwassenen.
Dozen
Hoeveel de brochure is gelezen, weet niemand. De aanpassing van de huwelijkswet werd doorgevoerd en de dozen met brochures in de kast raakten in de vergetelheid.
Totdat de zomer van 2019 ineens alles veranderde. Mevrouw Räsänen vroeg op Twitter en Facebook aan de leiding van de Evangelisch-Lutherse kerk of de steun aan de Pride gepast was, gezien de (officiële) leer van de kerk. Ze plaatste er een foto bij van Romeinen 1 vers 24-27, waar Paulus de intieme omgang van mannen met mannen als „schandelijk” bestempelt.
De politie beschuldigde het parlementslid van haatzaaien en stelde een onderzoek in. Aanvankelijk leek de zaak dood te bloeden, maar uiteindelijk kwam er toch vervolging. Ook Pohjola werd daarin betrokken, vertelt hij vanuit Helsinki. „Ik was hoofdredacteur van deze serie, die volgens de aanklager haatzaaiende taal bevatte. Om die reden word ik dus ook vervolgd.”
Vorig jaar bent u vrijgesproken van alle aanklachten. In hoeverre verwacht u in dit hoger beroep een andere aanpak van de officier van Justitie?
„In grote lijnen verwacht ik een herhaling van dezelfde argumenten. De rechtbank erkende in het vonnis wel dat deze brochure beledigende taal kán bevatten. De aanklager zal erop wijzen dat dit daadwerkelijk zo is en dat dit ook een misdrijf is.”
Als de uitspraak van dit hof niet overtuigend is, welke mogelijkheden zijn er dan nog?
„Beide partijen hebben de mogelijkheid om in beroep te gaan bij het hooggerechtshof in Finland. En als we daar zouden verliezen, kunnen we naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.”
Wat verwacht u persoonlijk: eindigt dit in Straatsburg?
„Dat zou zeker kunnen. Hoe hoger de zaak komt, hoe sterker natuurlijk de precedentwerking ervan is. Dit is een uitzonderlijke zaak, die gaat over de grens tussen de fundamentele vrijheid van meningsuiting en discriminatie. Ook op Europees niveau kan dit een behoorlijke impact hebben. Vandaar ook de grote internationale belangstelling.”
Pohjola denkt dat hij en Räsänen „een sterke zaak” hebben. „Ook als we verder moeten naar het hooggerechtshof of naar Straatsburg, zijn we in Gods goede hand en bid ik dat dit Zijn goede bedoelingen in Finland zal dienen. We zijn bereid er helemaal voor te gaan, omdat het voor ons niet uitmaakt of we boetes moeten betalen of schuldig worden bevonden.
Het gaat hier om fundamentele vrijheden van christenen en zelfs van onze tegenstanders. Vrijheid van meningsuiting is een basisrecht voor elke burger in een beschaafd democratisch land.”
De brochure van Räsänen verdedigt de klassieke christelijke visie op huwelijk en seksualiteit. Veel christenen zien tegenwoordig toch wel ruimte voor homoseksualiteit. Hoe ziet u dat?
„Nou, God is niet achterhaald en de scheppingsorde ook niet. Het huwelijk blijft een instelling van één man en één vrouw. Dat kinderen een moeder én een vader hebben, is ook niet verouderd. Volgens ons gaat deze zaak daarom ook over de vraag wat een vrouw en man is, wat de geschapen orde is en wat het ontwerp daarvan is. Uiteindelijk gaat het om de vraag wie God is.
Daarom is dit een aanval op de basisovertuiging van ons christelijk geloof. Dit is een geestelijke strijd.
Het klassieke christelijke begrip van de seksualiteit is dat die zich afspeelt binnen het huwelijk van één man en één vrouw. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven. Tegelijkertijd respecteren we natuurlijk ieder mens, hoe zijn geaardheid of seksuele leven er ook uitziet. Maar een christen volgt de natuurlijke orde, ook in de leer van het huwelijk. Er is geen andere optie.”
Als bisschop bent u gewend leiding te geven en aan de touwtjes te trekken. In deze rechtszaak gaat de meeste aandacht naar mevrouw Räsänen. Hoe is het voor om ietwat in de schaduw te staan?
„Nou, ik ben God heel dankbaar voor mevrouw Räsänen. Ze is een moedige en nederige lutherse vrouw. Ze getuigt van de liefde en barmhartigheid van Christus Jezus die we allemaal nodig hebben. Ik ben er trots op naast haar te staan.”
Hoe kijkt u uit naar de zittingen op donderdag en vrijdag?
„De zaak legt natuurlijk een druk op mij en mijn gezin. Ze brengt ook veel extra werk mee. Maar ik weet ook dat duizenden, zelfs honderdduizenden mensen, voor ons bidden.
Verder staan we daar niet alleen staan door onze eigen wijsheid en kracht. We bidden dat we een goed getuigenis geven en standvastig mogen zijn in ons geloof. En dat deze rechtszaak het goede doel van ons land en ook Europa in het algemeen kan dienen.”