Behoort een reservefonds van een vereniging van eigenaren (vve) tot de bezittingen in box 3? Zo ja, moet dat dan worden opgegeven in de aangifte inkomstenbelasting en voor hoeveel?
Over die vraag heeft een woningbezitter een procedure gevoerd bij de Hoge Raad. Het ging om een eigenaar van een appartement. Hij moest maandelijks een bedrag aan servicekosten betalen aan een vereniging van eigenaren. Een deel daarvan werd toegevoegd aan een zogenoemd reservefonds. Daarvan moest de vereniging het onderhoud van het appartementencomplex betalen.
Op 1 januari 2017 bedroeg het fonds 196.000 euro. Op basis van zijn lidmaatschapsrecht in de vereniging kwam hem 194/4052e deel van dit bedrag toe. Dat zou gaan om ruim 9.000 euro,
De inspecteur vond dat de eigenaar dit in zijn aangifte had moeten opnemen, zodat de woningbezitter in totaal 47.000 euro aan bezittingen in box 3 zou hebben. Hij zou hierover belasting moeten betalen in box 3.
De zaak kwam voor het Gerechtshof. Dat vond dat de inspecteur gelijk had. De Hoge Raad had in 2010 immers al eens gezegd dat een reservefonds in box 3 thuishoort. De eigenaar ging –ondanks dit heldere oordeel– toch naar de Hoge Raad. Hij vond dat het Gerechtshof zijn werk niet goed had gedaan. Het Gerechtshof had volgens hem over het hoofd gezien dat vve’s inmiddels verplicht zijn om een reservefonds aan te houden. Zij komen dan immers niet of minder in de problemen bij noodzakelijk onderhoud. Door die wijziging was wel duidelijk dat het aandeel in het reservefonds voor hem geen bezitting kon vormen.
De Hoge Raad gaf de eigenaar ongelijk. Het oordeel was kort en krachtig: de wetgever heeft, met de genoemde wijziging, niet beoogt om de belastingheffing te veranderen. Dat heeft de regering toen ook aangegeven in het parlement. Reservefondsen, ofwel de aandelen daarin, vormen nog steeds een bezitting in box 3.
Dan volgt de vraag hoeveel belasting er dan betaald zou moeten worden. Voor degenen die een aandeel in een reservefonds hebben, geldt in beginsel dat de wet stelt dat het aandeel in een reservefonds géén spaartegoed is. Daarmee wordt deze ingedeeld in de categorie “overig” met een fictief rendement van 5,39 procent of zelfs 6,17 procent.
De staatssecretaris heeft echter aangegeven dat dit gewijzigd zal worden: aandelen in reservefondsen worden minder zwaar belast. Voor oude jaren is dit echter nog niet ingevoerd. Er is echter al wel andere jurisprudentie over dit onderwerp. Eerder dit jaar oordeelde het Hof Arnhem-Leeuwarden dat aandelen in reservefonds eigenlijk een bankrekening is, die op naam van een vereniging staat. Dat betekent dat het aandeel wel in box 3 valt, maar feitelijk heel laag belast wordt. Al met al valt het dus voor veel appartementseigenaren vooralsnog wel mee, zolang de vastgestelde rendementspercentages niet al te veel stijgen. Veel belasting zullen zij niet betalen over hun reservefonds, of het moet echt om een hele rijke vereniging gaan.De auteur werkt bij HVK Stevens Belastingadvies.