Geslaagd of niet geslaagd?
Er hingen in de afgelopen week bij ons in de woonwijk weer heel wat vlaggen uit het raam. Niet omgekeerd, uit protest, maar gewoon rood-wit-blauw. Met een schooltas als teken van opluchting. Duizenden middelbare scholieren kregen het verlossende bericht: je bent gelaagd voor je eindexamen.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) slaagt zo’n 94 procent van de kandidaten op het vwo, ongeveer 90 procent op het havo en bijna iedereen op het vmbo. Meisjes slagen wat vaker dan jongens. Als je een migratieachtergrond hebt, is het moeilijker om te slagen dan wanneer je in Nederland bent geboren. Goede beheersing van de Nederlandse taal is heel belangrijk voor het succesvol afronden van je examens.
De slagingspercentages zijn de laatste jaren wat hoger dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. Ik weet niet precies hoe dat komt. Misschien zijn de examens wat makkelijker geworden. Maar mede door personeelsgebrek op scholen is een toenemend aantal ouders ontevreden over het reguliere middelbaar onderwijs in ons land. Steeds meer ouders zijn bereid om jaarlijks 10.000 tot 15.000 euro per jaar neer te tellen om hun kind particulier onderwijs te laten volgen. Ouders vinden het kennelijk belangrijk om te kunnen vertellen dat hun zoon of dochter geslaagd is met een fantastische cijferlijst.
Dat streven naar hoge cijfers zie ik ook bij studenten die geneeskunde willen gaan studeren. Universiteiten bieden zogenaamde talentprogramma’s aan waar alleen de ”supertalenten” worden toegelaten. Regelmatig zie ik studenten langskomen die twee examenvakken extra hebben gedaan en alleen maar negens en tienen op hun eindlijst hebben. Je zou verwachten dat ze allemaal Nobelprijswinnaars gaan worden, met een glansrijke carrière en een hoog salaris in het verschiet.
Toch blijkt dat lang niet altijd uit te komen. Diverse onderzoeken hebben laten zien dat wel een kwart van de coassistenten burn-outklachten heeft. Ze ervaren de werkdruk als zwaar tot zeer zwaar, ze kunnen de hoge emotionele belasting niet aan en lopen vast als het gaat om de verhouding tussen werk en privé. Steeds minder net afgestudeerde artsen zien het nog zitten om een vervolgopleiding tot huisarts of specialist te doen. Vroeger stonden de sollicitanten in rijen voor de deur bij ziekenhuizen, nu duurt het soms maanden voor een vacature is opgevuld. Ook het aantal mensen die halverwege de medische vervolgopleiding stoppen, is ongekend groot. Dan ontdek je op je dertigste dat je eindeloos gestudeerd en gewerkt hebt voor een beroep dat je toch niet ziet zitten.
Natuurlijk is de maatschappij veranderd. Tweeverdieners en parttimers vormen de standaard. Werk en gezin combineren is een grote uitdaging. Daarbij is de medische zorg complexer en specialistischer geworden. Maar wellicht zijn ook de dokters in opleiding veranderd. Een assistent in opleiding tot chirurg schreef recent in de NRC dat het wel lijkt „alsof ze minder gewend zijn aan alledaagse confrontaties, mislukkingen, en schaamtevolle momenten die onherroepelijk gepaard gaan met een leerproces”. Steeds minder mensen zijn opgewassen tegen het leven van alledag.
Juist dat laatste is iets waarvoor al op de lagere en middelbare school de basis wordt gelegd. Inmiddels alweer tien jaar geleden waarschuwde het Centraal Planbureau (CPB) dat er op veel scholen een te grote nadruk ligt op kennis en cijfers en er te weinig gelet wordt op de ontwikkeling van persoonlijkheid en motivatie. Persoonlijk denk ik dat het niet alleen over school gaat, maar dat het ook in gezinnen te vaak gaat om meetbare prestaties. Onderzoek laat zien dat schoolcijfers maar van beperkt belang zijn voor het uiteindelijke succes in de maatschappij. Allerlei persoonlijkheidskenmerken, zoals fantasierijkheid, nieuwsgierigheid, ordelijkheid, betrouwbaarheid, hartelijkheid, vrolijkheid, sociale vaardigheid en emotionele stabiliteit, zijn van minstens zo groot belang. Dat zijn dingen die je spelenderwijs in het contact met andere mensen ontwikkelt en waar bij jongeren ook ruimschoots de tijd voor moet zijn. De leerling met een zes of zeven en een goede motivatie en persoonlijkheid kan zo uiteindelijk wel eens veel verder komen dan de leerling die alleen maar gestudeerd heeft voor negens en tienen.
Maar gelukkig is er hoop voor de net geslaagde leerling die nu denkt: misschien ben ik wel te druk geweest met alleen maar leren en hoge cijfers. Je persoonlijkheid ontwikkelt zich nog heel sterk tussen je twintigste en je dertigste. Dus stel je prioriteiten goed, juist tijdens je studieperiode, want na je dertigste wordt het steeds lastiger om te veranderen.
De auteur is hoogleraar kinderlongziekten.