BinnenlandEnkawijk Ede

Hoe Enkawijk in Ede buurt voor Randstedelingen werd

Het ligt aan de rand van het bos, het treinstation is op loopafstand en industriële gebouwen zijn er getransformeerd naar hippe huizen; de Enkawijk in Ede is gewild. Voor starters uit Ede zijn de woningen echter onbetaalbaar. „Randstedelingen met een zak geld drijven hier de prijs op.”

10 June 2023 08:51Gewijzigd op 12 June 2023 11:33
De toegangspoort van de Enkawijk. beeld Niek Stam
De toegangspoort van de Enkawijk. beeld Niek Stam

„Heerlijke woonplek met mooie binnentuin”, zo valt op het spandoek van de projectontwikkelaar te lezen. De bouw van de nieuwste aanwinst van de Enkawijk, appartementencomplex ’t Hartogshof, is in volle gang. De 169 koop- en huurwoningen zijn volgens de brochure bedoeld voor „starters, stellen, jonge gezinnen en senioren”. Die moeten voor zo’n appartement van 80 vierkante meter wel diep in de buidel tasten: de vanafprijs is 427.000 euro.

Even verderop haalt David –colbert, zonnebril, Gooise r– zijn geleegde container op. De veertiger groeide op in Rotterdam, studeerde in Wageningen en besloot na zijn studie nooit meer te vertrekken uit de Gelderse Vallei. „Inmiddels rekenen ze me hier tot een autochtone Edenaar”, vertelt hij lachend, terwijl hij zijn hand opsteekt naar een Teslabestuurder. David woont met plezier in de Enkawijk. „Het bos is hier om de hoek. En met de trein ben ik in vijf kwartier op mijn werk op het ministerie in Den Haag.”

Dat er veel Randstedelingen in de wijk zouden wonen, klopt volgens hem wel. „Voor starters uit Ede zijn deze woningen gewoonweg onbetaalbaar. In mijn straat worden de huizen getaxeerd op 6 of 7 ton.” Amsterdammers of Utrechters met een overwaarde van hun vorige huis kunnen volgens hem in de Enkawijk relatief goedkoop een leuk huis scoren. „Tijdens corona kwamen mensen erachter dat een tuintje en wat groen om de deur toch wel fijn is. Nu thuiswerken normaal is, ontvluchten veel gezinnen de stad.”

Volgens Ruud Dorenbos, onderzoeker bij kenniscentrum Platform31, verhuizen steeds meer mensen vanuit de Randstad naar een gemeente daarbuiten. In 2021 waren het er zo’n 75.000, tegenover 53.000 die de omgekeerde beweging maakten. Dorenbos: „Waarom zou je vijf hoog in een klein appartement in Amsterdam gaan zitten als je voor hetzelfde geld een leuke twee-onder-een-kapper in Overijssel of Gelderland kan kopen?” Van een leegloop van de Randstad is volgens hem echter geen sprake. „De grote steden zijn nog steeds in trek. Daar wonen is echter voor veel mensen onbetaalbaar.”

De komst van Randstedelingen naar dorpen en steden elders in het land heeft een prijsopdrijvend effect, zegt de onderzoeker. „Jongeren kunnen daardoor soms geen huis meer kopen in het dorp waar ze geboren en getogen zijn. Dat is zuur, maar zo werkt de markt.” Binnenkort hebben gemeentes echter de wettelijke bevoegdheid om 50 procent van de vrijgekomen woningen te reserveren voor de eigen inwoners van een stad of dorp. „Dat biedt hoop.”

Terug naar het Enkaterrein, waar de twee rode schoorstenen van de voormalige Nederlandse Kunstzijdefabriek fier afsteken tegen een helderblauwe hemel. Moeders op elektrische bakfietsen snellen door de straat. „Tja, erg divers is deze wijk niet”, zegt David. „Er is wel een flat met sociale huurwoningen, maar die staat eigenlijk net iets buiten de wijk, pal naast het spoor.” Geen ideale plek volgens de veertiger, „tenzij je van treinen kijken houdt”.

De komst van de sociale huurappartementen leidde tot wat onrust in de buurtapp. „Sommige buurtbewoners vreesden dat we te maken kregen met overlast.” Zelf steekt hij liever positiever in. „In die flat wonen onze schoonmakers en kinderoppassers.”

19393586.JPG
Basisschool De Ontdekking is gehuisvest in een industrieel pand van de voormalige Nederlandse Kunstzijdefabriek. beeld Niek Stam

Dat er een wereld van verschil is tussen een sociale huurwoning en een koophuis van 6 ton, realiseerde David zich tijdens een conflict met de gemeente. „Op de groenstrook in deze straat zou een speeltuin komen, maar opeens liet de gemeente weten dat ze de ruimte gingen gebruiken om tweehonderd parkeerplaatsen te realiseren”, vertelt hij. Binnen twee dagen hadden de boze buurtbewoners een jurist in de arm genomen en tekenden ze bezwaar aan bij de gemeente. All snel kwam de wethouder op bezoek. „Na hier wat rondgelopen te hebben, liet hij weten dat de parkeerplaatsen ook wel naast de sociale huurflat konden komen.”

Het voorval zette David aan het denken over de verschillen tussen arm en rijk. „Deze straat bestaat uit vermogende mensen, die de middelen, de kennis en de contacten hebben om direct tegen zo’n besluit in verzet te gaan. Dat zou dan ten koste gaan van de mensen uit de sociale huurflat, die misschien niet weten hoe ze bezwaar aan moeten tekenen en voor wie het versturen van een aangetekende brief een kostenpost kan zijn. Dat kan eigenlijk niet.” Er werd een tussenoplossing gevonden. De fietsenwinkel op de hoek bleek voldoende parkeerplekken te hebben. „Iedereen werkt hier toch overdag.”

Groene wijk

Mariken van den Broek, die samen met dochter Britt haar hond uitlaat, zegt veel Randstedelingen in de straat te hebben wonen. „Ze nemen een zak geld mee uit Amsterdam en drijven daarmee de prijs op. Starters uit Ede kunnen daardoor hier moeilijk aan een huis komen. Dat is jammer.” Even verderop maakt Natasja Kwint een praatje op straat. De buurman –op sokken– waarmee ze kletst, moet snel naar binnen. „Anders brandt m’n eten aan”, laat hij weten. Kwint omschrijft Enka als een relaxte wijk. „Het is alleen wel te gek wat je hier moet betalen voor een huis.” Dat er veel Randstedelingen in de wijk wonen, vindt ze geen enkel probleem. „Nee joh, juist leuk dat er van alles door elkaar woont.”

Lisa –die vanwege haar werk als bewindvoerder niet met achternaam in de krant wil– heeft net haar dochtertje opgehaald bij de opvang. Zelf is ze geboren en getogen in Ede. „Ik merk wel dat hier veel Amsterdammers enzo wonen”, vertelt ze. „Dit is nog niet zo’n groene wijk en daar vinden de meeste Randstedelingen wel wat van. Die willen meer bomen in de straat. Dan denk ik bij mezelf: het bos is hier om de hoek. Dan ga je daar toch lekker naartoe.”

Vlakbij basisschool De Ontdekking loopt Wouter de Vries. De dertiger draagt zijn zoontje op de arm. „Opgegroeid in Ede, gestudeerd in Nijmegen en vervolgens teruggekomen”, vat hij kort zijn levensloop samen, terwijl twee kinderen op fietsjes langszij scheuren. Dat er veel mensen van buiten Ede in Enka wonen, vindt hij niet gek. „Wonen op de Veluwe en werken in de Randstad”: met die slogan probeerden de ontwikkelaars van de Enkawijk de huizen te verkopen, vertelt De Vries. „Dan is het logisch dat er hier mensen uit het westen komen wonen.” Zelf werkt hij ook in Utrecht. „Via de A12 ben je er zo.”

Christelijk karakter

Volgens Wim Dekker, socioloog en lector informele netwerken aan de CHE, is er niet zozeer sprake van een trek van de stad naar het platteland, maar breidt de Randstad zich gewoon steeds verder uit. „Randstedelingen verhuizen niet naar Groningen of Zeeland, maar naar gebieden die een goede ontsluiting hebben met de grote steden. Je zou dus kunnen stellen dat Ede inmiddels tot de Randstad behoort.” Volgens hem zijn Randstedelingen in de Gelderse stad geen nieuw fenomeen. „Ede bestaat van oudsher al uit veel import. De laatste jaren ligt de aanwas rond de vijftig procent, schat ik. Arbeiders die rond 1950 in de Nederlandse Kunstzijdefabriek werkten, kwamen ook uit het hele land.”

Dat het christelijke karakter van het dorp door de komst van Randstedelingen onder druk komt te staan, is volgens Dekker –zelf woonachtig in Ede en oorspronkelijk afkomstig uit de Randstad– niet het geval. Wel ziet hij een tweedeling tussen Ede-stad en de omliggende dorpen, zoals Lunteren en Wekerom. „In het buitengebied wordt veelal SGP gestemd. In een wijk als Enka zijn GroenLinks en D66 populair.” Het is aan de politiek om die verschillen te erkennen en de kloof tussen de eigenheid van de stad en de authenticiteit van de dorpen te overbruggen, vindt de socioloog. „Er is nu bijvoorbeeld wel een koopzondag in Ede-stad, maar niet in de omliggende dorpen.”

Ook Steef en Susanne van Gorkum merken dat ze in een progressieve wijk wonen. In aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen werd over de poster van de PVV een andere affiche geplakt. „Daarop stond: „Posters van de PVV mogen oprotten””, vertelt Tjeerd. „Niet dat de rest van Ede ontzettend rechts is”, zegt Susanne. „Maar je merkt dat het hier wat activistischer is.” Het wonen in de wijk bevalt de dertigers uitstekend. „Ik heb overal en nergens gewoond, onder meer omdat mijn vader predikant is”, vertelt Steef. „Maar hier wil ik voorlopig niet weg. Lekker in de natuur, maar wel in de bewoonde wereld.”

Dat meer jonge gezinnen naar een stad als Ede trekken, komt volgens socioloog Dekker vooral voort uit praktische overwegingen – de huizen zijn er goedkoper en het is er groener en veiliger dan in een stad als Amsterdam. Toch ziet Dekker ook een andere reden: er is volgens hem een kleine cultuuromslag gaande. „De minachting voor het dorpse leven neemt af. Dat mensen elkaar hier nog groeten en men nog naar elkaar omziet, wordt door Randstedelingen positief gewaardeerd.” De stad is niet langer alleen meer een baken van „bevrijding, geluk en zelfontplooiing, maar staat inmiddels ook voor individualisme, bevreemding en spirituele leegte”, stelt Dekker. „Het lijkt alsof steeds meer mensen dat inzien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer