Theoloog en boer zoeken samen naar christelijke visie op grond
Wat heeft het christelijk geloof te maken met de grond die wij bewonen, bewerken en bewaren? Onderzoekers van de Protestantse Theologische Universiteit gaan samen met christelijke boeren en andere gelovigen op zoek naar antwoorden.
Het is inmiddels alweer zo’n twee jaar geleden dat Mirella Klomp, universitair hoofddocent praktische theologie, op retraite in een klooster was en samen met een christelijke kunstenares stond uit te kijken over de weilanden. „Terwijl we uitkeken op een kudde schapen, zei ze tegen mij: „Stel nu dat je alle grond die kerken en kloosters in handen hebben bij elkaar optelt en dat duurzaam gaat gebruiken, dan heb je een hefboom vanjewelste in handen.” Daar zat natuurlijk een sterke theologische overtuiging van haar achter: als je als kerk grond in bezit hebt, kun je alleen maar gaan voor een duurzame omgang met die grond.”
Het zette Klomp op het spoor van een onderzoeksproject waaraan ze de komende vijf jaar leiding geeft. Samen met een tiental collega’s aan de Protestantse Theologische Universiteit buigt ze zich vanaf september over allerlei vragen die te maken hebben met de manier waarop christenen in Nederland met de grond omgaan en wat daar vanuit theologisch perspectief over te zeggen valt.
Splijtzwam
Nu lijkt het beheer van de grond ook binnen kerken op het eerste gezicht een splijtzwam te zijn. Want waar de ene christen zich aan de A12 laat plakken vanwege zorgen over het klimaat, stemt de andere christen op de BoerBurgerBeweging in de hoop dat er toekomst is voor het eigen boerenbedrijf.
Toch kan juist de kerk een plaats zijn waar precies deze mensen met elkaar het gesprek aangaan, is de overtuiging van Klomp. „Daarom gaan we ook niet vanuit een ivoren toren vertellen hoe het theologisch gezien precies zit, maar willen we samen met boeren die zich zorgen maken over hun toekomst en kerkgangers die veel bezig zijn met het klimaat in gesprek over wat de grond voor hen betekent en welke rol het geloof hierin speelt.”
Daarbij is er wel een theologisch uitgangspunt, zegt Klomp. „Wat slecht is voor de aarde, is nooit theologisch verantwoord. Maar in de gesprekken die ik tot nu toe met boeren heb gevoerd, heb ik gemerkt dat juist zij zich verantwoordelijk voelen voor de grond. Zo had ik een gesprek met een bevindelijk-gereformeerde boer die tegen mij zei: de zonde, dat zit ook in mijn bedrijf. Ik zit in een systeem dat gericht is op almaar meer, maar waar ik niet uit kan komen.”
Het omgaan met de grond heeft in veel kerken een hele praktische dimensie, zegt hoogleraar diaconaat Thijs Tromp. „Ongeveer anderhalve procent van de landbouwgrond is eigendom van lokale protestantse kerken, die deze grond verpachten aan boeren. We willen met hen gaan onderzoeken hoe zij hiermee omgaan. Streven ze naar duurzaam grondbeheer, waarom en wat zijn de mogelijkheden?”
Dat er theologisch onderzoek wordt gedaan naar de betekenis van de grond, is eigenlijk best bijzonder, zegt Klomp. „In theologie en geloof ging het in de afgelopen eeuwen meer om het geestelijke dan het materiële.” Toen in de eerste helft van de twintigste eeuw in Duitsland de ideologie van Blut und Boden opkwam, waarin het juist wel over de grond ging, vond Karl Barth dat kerk en theologie daar krachtig afstand van moesten nemen. „Het was zijn grote verdienste dat hij daaraan een bijdrage leverde. Maar het resultaat hiervan is misschien ook wel dat er na de Tweede Wereldoorlog nooit meer fundamenteel is nagedacht over de theologische betekenis van de grond.”
Betekenisvol
Want dat de grond die ze bewerken zeker voor boeren een grote betekenis heeft, is volgens Tromp helder. „Veel boeren voelen zich sterk verbonden met de grond, doordat deze vaak al generaties lang in de familie zit.” Doordat ongeveer de helft van de Nederlandse boeren een christelijke achtergrond heeft, speelt het geloof bij velen van hen een belangrijke rol. Dat blijkt uit de gesprekken die hij tot nu toe heeft gevoerd, zegt Tromp. „Boeren voelen zich verantwoordelijk voor de grond, voor hun voorgeslacht en voor God. Hoe brengen ze die verantwoordelijkheid onder woorden en wat betekent dit voor hen?”
Klomp hoopt dat het onderzoek ervoor zorgt dat binnen kerken het besef groeit dat grond er theologisch gezien toe doet. „Ik hoop dat kerken een theologische visie op grond ontwikkelen. Zeker omdat een gelovige visie nooit helemaal samenvalt met een politieke of groene visie.” Dat is Tromp met haar eens. „In veel kerken zijn wel allerlei initiatieven die bewustzijn rond duurzaamheid bevorderen, maar dat is tot nu toe nog best marginaal. Ik hoop dat deze nieuwe invalshoek van de grond iedereen uitdaagt om na te denken over hoe we ons verhouden tot de niet-menselijke schepselen.”