Minister Wopke Hoekstra moet koorddansen in China
De relatie China-Nederland is bijzonder lastig. Zeker na de exportbeperking van slimme ASML-chipmachines uit Veldhoven. Minister Wopke Hoekstra moet daarom koorddansen in Peking.
Hoekstra rondde woensdag een tweedaags bezoek aan China af. De minister van Buitenlandse Zaken is de laatste in een rij Europese politici die naar het Aziatische land reisden. Hoekstra bracht onder andere een bezoek aan de Verboden Stad. Chinezen keken achter de hekken in de toeristische trekpleister vol verbazing naar de ongewoon lange verschijning uit het land van de kaaskoppen.
Hoekstra mag zich ook verheugen in de aandacht van internationale media. Niet zonder reden. Nederland speelt –samen met Japan– een cruciale rol in de exportbeperking van hoogwaardige halfgeleiders naar China.
Sinds oktober probeert Washington de levering van hoogwaardige chipmachines naar China in te dammen om de snelle technologische ontwikkeling van het land te dwarsbomen. Nederland steunde in maart –onder Amerikaanse druk– als eerste het beleid van de VS en beperkte de uitvoer van geavanceerde ASML-chipmachines. Tot groot ongenoegen van Peking.
Met het uitnodigen van Europese politici, onder wie Hoekstra, wil China een wig drijven tussen de VS en Europa. Zeker omdat de exacte vormen van de exportbeperkingen mogelijk nog niet vaststaan.
De Chinese regering „begrijpt” waarom Nederland de export beperkt, zegt minister Hoekstra in een terugblik. Over mogelijke Chinese tegenmaatregelen wil hij niks kwijt. Hoekstra schat in dat China het Nederlandse beleid „niet toejuicht, maar ook wel begrijpt waarom Nederland het doet”.
Geen doorbraak
Een doorbraak in de controverse tussen Nederland en China had Rogier Creemers van het Leiden Asian Centre, verbonden aan de Universiteit Leiden, ook niet verwacht tijdens de reis van Hoekstra. „Doorbraken vinden zelden plaats tijdens dergelijke symbolische bezoeken.”
De Nederlandse doelstellingen tijdens Hoekstra’s bezoek waren beperkt, zegt Creemers, die betrokken is bij de vormgeving van het Nederlandse Chinabeleid. De minister moet proberen het gesprek met China gaande te houden én de schade door tegenmaatregelen te beperken. „Hoekstra heeft China het gevoel willen geven dat het wordt gehoord.” Zijn die doelstellingen niet erg mager? „Is er een alternatief?”
Wat Hoekstra heeft bereikt in Peking kan de China-specialist niet zeggen. „Resultaten zijn pas zichtbaar op lange termijn.”
De relatie tussen China enerzijds en Nederland en Europa anderzijds is snel verslechterd door de Chinese corona-aanpak en de pro-Ruslandhouding rond de oorlog in Oekraïne. „De Chinese houding is niet handig en contraproductief”, zegt Creemers. „Peking staat dichter bij Poetin dan Europa wenselijk acht.”
Nederland streeft, net als de rest van Europa, naar een minder sterke economische verwevenheid met China. „Niemand weet echter hoe die economische ontkoppeling eruit moet komen te zien en welk prijskaartje daaraan hangt.” Nederland is de op een na grootste handelspartner van China in Europa.
Hoekstra heeft in Peking ook de Chinese inmenging in Nederland en de mensenrechten in China ter sprake gebracht. „De invloed daarvan is echter minimaal”, verklaart Creemers. „De laatste dertig jaar slaat in Nederland de slinger tussen mensenrechten en economische belangen door naar de economie. De koopman wint het altijd van de dominee. China heeft geleerd dat westerse landen het over mensenrechten willen hebben, maar uiteindelijk toch kiezen voor boter bij de vis.”