Een van de meest intrigerende personen uit de geschiedenis is Blaise Pascal. Maar wat hebben wij aan hem in deze postchristelijke tijd?
Als 31-jarige maakte Pascal een bekeringservaring mee. Daarmee ontving de 400 jaar geleden geboren wis- en natuurkundige een roeping om getuige te zijn van het christelijk geloof. Hij wilde een apologie voor het christendom schrijven. In plaats van een afgerond boek heeft hij een groot aantal voorstudies nagelaten, de zogenaamde ”Pensées”. Deze ”Gedachten” getuigen van een grote diepgang en reikwijdte en van een zeldzame originaliteit.
Jesaja 45:15 („Voorwaar, U bent een God die zich verborgen houdt”) is het uitgangspunt voor Pascals apologie. God is niet de slotsom van een redenering in de bovenkamer van de geest, maar een God in de diepte, die ons raakt in de diepte van het bestaan en ons hart vervult. Pascal zoekt dichter bij het hart van God te komen. Ook wil hij zijn lezers opmerkzaam maken op de mens. Hij laat zich daarbij leiden door vooral Augustinus.
Vreugde en vrede
Als je God in de verborgenheid zoekt, blijkt Hij een God te zijn die je raakt, die je vervult met vreugde, deemoed, vertrouwen en liefde, aldus Pascal. Beroemd is zijn uitspraak: „God is niet een god van filosofen en geleerden, maar de God van Abraham, Izak en Jacob.” Hij is de „God van Jezus Christus” en geeft vreugde, vrede en zekerheid. God zit verstopt in de Schrift, in het menselijke vlees en bloed van de Middelaar. Daar openbaart Hij zich ook.
Ook de mens kan verborgen raken. Dan moet iemand hem opgraven. Dat doet Pascal. De mens heeft niet alleen verstand, maar ook een hart, schrijft hij. Dat hart voelt het leven aan in een rijkere dimensie dan alleen het abstracte verstand. Het hart is een weerspiegeling van het leven dat aan alle kanten gedoopt is in het mysterie.
Het hart is ook de seismograaf van het eigen, gebroken bestaan. Het weet van de leegte ervan maar heeft tegelijk een vermoeden van een volheid, een verlangen naar vervulling. Die vervulling is God.
De mens kan zijn verkeerde oriëntatie niet zelf rechtzetten. De genade moet het doen, zegt Pascal. Dat brengt geen gelatenheid of lijdzaamheid. De genade dóet wat, omdat God werkt. Verborgen voor het oog van de wereld is Hij onweerstaanbaar. Bijna kohlbruggiaans is het: hoe meer je weet van je eigen onmacht, hoe meer je ruimte maakt voor de werking van de genade en hoe meer God kan doen.
Crisis
De afstand tot de God van het christelijk geloof die Pascal waarnam, is alleen maar toegenomen. We leven in een seculiere eeuw. De kosmos is losgehaakt van God. Men denkt de geschiedenis prima te begrijpen zonder de hypothese God. Hij is verborgen. Niettemin leven we in een tijd van crisis, die alles te maken heeft met een dominante seculiere levensstijl, waarin alles om het hier en nu gaat en die nu aan alle kanten barsten vertoont. Toch geeft dat maar mondjesmaat opening naar God of het christelijk geloof.
Wat is dan de betekenis van Pascal in onze tijd? Allereerst is hij de getuige van het mysterie van het leven, van de mens en zijn bestemming. Pascal heeft in zijn tijd al gezien dat dit mysterie gemakkelijk verloren gaat. En daarmee gaat God verloren. Het rationalisme doet net alsof alleen dat bestaat wat voor de rede toegankelijk is. Dat geldt ook voor ideologieën.
Pascal wil het gesloten wereldbeeld van de moderne en de postmoderne tijd openbreken. De mens is immers een meerdimensionaal wezen. Naast zijn fysieke bestaan en zijn wetenschappelijke dimensie is er ook de laag van het bovennatuurlijke. Daarin komen de eigenlijke levensvragen op. Het is de laag van de goddelijke liefde, die zich manifesteert in de wereld. In het bovennatuurlijke ligt juist de eigenlijke bestemming van de mens. In deze laag kom je Jezus Christus tegen. Jezus heeft het fysieke bestaan niet veranderd en niets bijgedragen aan de wetenschap. Je vindt Hem echter wel in deze derde laag. Dan moet je wel met de ogen van je hart kijken.
Eeuwige bestemming
Wie zijn eeuwige bestemming negeert en tot zwijgen brengt, sterft geestelijk. Die dood is vreeswekkend. Pascal protesteert tegen het klein maken van de mens. Hij verzet zich tegen een leven dat het visioen van het hemelse Jeruzalem uitwist.
Vandaag wordt getwijfeld aan de waarde van de mens. Want als de eeuwigheid achter de horizon verdwijnt, treuren we op den duur ook niet meer om het verlies van de tijdelijkheid. De stem van Pascal herinnert ons eraan, ook in de kerk, dat leven grens aan de eeuwigheid. Hij roept op om onze eeuwige bestemming bloedserieus te nemen. Anders blijven we eeuwig onder de maat en dan ontzielt de kerk.
Wij leven in een tijd waarin de aandacht wordt gedempt door bezigheid en verstrooiing. De wereld gaat aan vlijt ten onder en we genieten ons kapot. Dan klinkt daar de stem van getuige Pascal. Met zijn ”Pensées” vraagt hij om aandacht voor wat wordt weggeschoven en taboe is geworden. Voor wat niet past in het format van de tijd en verzwegen wordt aan de praattafels. Namelijk voor God, Jezus Christus, de ziel, de eeuwigheid, de bovennatuurlijke liefde. Pascals werk doorbreekt de taboes, maakt oprecht en bewerkt hartstocht voor de waarheid. Die waarheid maakt deemoedig en waarlijk wijs.
Nederig werk
Pascal betoont zich een realist. Hij wil het geestelijk leven niet forceren door sentiment of een overmatig accent op beleving. Wel wijst op de betekenis van de gewoonte, de praktijk. Begin maar aan dat christelijk geloof, zegt hij. De mens moet dagelijks gedresseerd worden voor God. En God dresseert. Alleen zo komt er wat uit. De dagelijkse beoefening werkt mee met de genade.
Pascal getuigt ervan dat geestelijk leven gewoon hard werken is. De wereld van de geest loopt op de nederige voeten van de dagelijkse praktijken. In een zapcultuur waarin we denken dat we het van evenementen en happenings moeten hebben, is dat lastige taal. Maar wel noodzakelijk. Dagelijks oefenen is nederig werk. Maar nederigheid past bij genade.
Door Jezus Christus
In de eeuwen na Pascal, inclusief de onze, is steeds de neiging zichtbaar om God te humaniseren. Veel apologetiek stript God van alles wat te wonderbaarlijk is. De Zoon is uit de Vader losgemaakt en tot behapbare proporties teruggebracht, passend bij een burgerlijk mens.
Maar als God niet meer de Drie-enige is, wordt de Schrift een boek uit het verleden. Dan wordt avondmaalsbrood slechts dagelijks brood. Dan worden de preken vlak, de harten leeg. Daarom hebben we getuigen als Pascal hard nodig. Door hen worden we opgericht om ook hier en nu onze bestemming te leven in het loven, liefhebben en aanbidden van God en in het liefhebben van onze naaste.
De auteur is oud-scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Dit artikel is een samenvatting van de lezing die hij hield tijdens de conferentie van de Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge, op 13 mei in Vianen.