Vogelgriep blijft al drie maanden weg van boerderijen
Terwijl wilde vogels kampen met de jaarlijkse voorjaarspiek van vogelgriepbesmettingen, blijft het in de Nederlandse pluimveehouderij „wonderlijk rustig”. Dat zegt pluimveehoudersvoorman Kees de Jong.
„Ik heb er geen verklaring voor”, zegt De Jong, voorzitter van de LTO-vakgroep Pluimveehouderij, woensdagochtend desgevraagd. De laatste uitbraak op een commerciëel pluimveebedrijf in Nederland was op 26 januari. Dat is deze week honderd dagen geleden, terwijl het voorjaar vanwege de vogeltrek normaliter juist een periode is waarin het virus relatief vaak toeslaat.
„Het is heel bijzonder hoe rustig het is. Zeker als je bedenkt dat het er in het najaar nog naar uitzag alsof het helemaal uit de hand zou lopen”, zegt De Jong. Hij wil niet speculeren over een mogelijke oorzaak. „We proberen het wel uit te vinden, want daar hopen we van te leren.”
LTO en de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders roepen hun leden regelmatig op extra alert te zijn om insleep van het virus te voorkomen. Pluimveehouders houden hun potdicht. „Maar daar wil ik het niet aan toeschrijven, want dat doen ze in andere jaren ook”, zegt De Jong.
Ophokplicht
Intussen hoopt de sector op een versoepeling van de landelijke ophokplicht. De deskundigengroep dierziekten, die landbouwminister Piet Adema adviseert, is inmiddels weer bij elkaar geweest. Binnenkort zal de minister bekendmaken of hij de maatregelen aanpast.
De deskundigen schatten het risico op nieuwe besmettingen in de pluimveehouderij bij hun vorige vergadering eind maart nog hoog in. Daarbij is er veel onzekerheid, omdat er nog te weinig bekend is over de genetische eigenschappen van het virus dat momenteel in het wild rondgaat, een variant van de H5N1, schreef minister Adema eind april aan de Tweede Kamer. Het was reden voor de minister om de landelijke ophokplicht voorlopig in stand te houden.
De Utrechtse hoogleraar prof. Arjan Stegeman is voorzitter van de deskundigengroep. Hij verblijft momenteel in Rome, waar de FAO, de voedselorganisatie van de Verenigde Naties, deze week een congres over vogelgriep houdt. Stegeman bevestigt dat er over de virusvariant die momenteel in Nederland rondwaart nog veel onzekerheid bestaat.
Duidelijk is dat de genetische eigenschappen behoorlijk afwijken van eerdere varianten. Het lijkt erop dat het virus eigenschappen van een laagpathogene (minder besmettelijke) variant heeft opgenomen, waardoor het zich minder snel verspreidt en verschijnselen minder snel optreden dan voorheen.
Dat is meteen een risico voor de pluimveehouderij. „Het is daarom extra belangrijk dat de uitkomsten van het lopende bloedonderzoek onder Nederlands pluimvee goed in de gaten worden gehouden”, zegt Stegeman. Het risico op insleep zal volgens hem de komende tijd toenemen, als jonge meeuwen uit de broedkolonies –waar het virus rondwaart– gaan uitvliegen.
De Nederlandse viroloog Marion Koopmans sprak woensdag in het Financieele Dagblad haar bezorgdheid uit over mogelijk overspringen van het virus naar mensen, wat tot een pandemie zou kunnen leiden. „De veranderingen in de verspreiding van het virus zijn echt majeur. We weten uit ervaring dat we heel reactief met dit soort risico’s omgaan en pas in actie komen als er mensen ziek worden. Tijdens de corona- en eerdere grieppandemieën bleek dat je dan al te laat bent”, zegt zij.