Als een ademtocht
Onbezorgd kwamen we met twee jonge meisjes naar Apeldoorn, bijna veertig jaar geleden. We hadden zin in het verkennen van een onbekende omgeving en de opbouw van een nieuw netwerk. Dat lukte boven verwachting. Zo raakten we kort na aankomst bevriend met een echtpaar uit onze nieuwe kerkelijke gemeente. Via hen belandden we op de Bijbelkring, vijf echtparen groot. Wij waren met afstand de jongsten.
Eens in de maand kwamen we bij elkaar om de Schriften te onderzoeken. Dat doen we nog steeds. Sommige paren kwamen en gingen weer; door verhuizing of een te volle agenda. Wij zijn nog steeds de jongsten van het gezelschap, al zijn ook bij ons alle kinderen uitgevlogen.
Als kring hebben we geen geheimen voor elkaar. Voor en na het onderzoek van Gods Woord komen lief en leed voorbij. De stichter van de kring is ons jaren geleden al ontvallen; zijn weduwe is met haar tachtig jaren onze nestor. Het ziekbed van haar echtgenoot en onze vriend was een getuigenis, zijn sterven een ontslapen in Christus. We missen hem nog steeds.
De vrienden door wie wij de kring leerden kennen, moesten recent helaas afhaken. Vanwege lichamelijke problemen. Een lieve kringgenote nam vanwege een progressieve ziekte eerder afscheid. Als resterend groepje besloten we van de maandagavond naar de vrijdagmiddag te gaan, omdat bij meerderen de leeftijd gaat drukken. De eerste keer was het vreemd. Zo’n ontmoeting overdag doet denken aan een breikrans, in ons geval rond het boek Jesaja. De tweede keer begon het te wennen.
Het besluit bepaalde ons bij het feit dat we in onze laatste levensfase zijn aangekomen. Zo blijven de generaties komen en gaan, in een schijnbaar eindeloze cadans. Alles is ijdelheid, sprak de Prediker volgens de Statenvertaling. Dat vond ik eerlijk gezegd té somber. En dat is het ook, leerde ik jaren geleden van dr. Mart-Jan Paul. Alles is adem, zegt het Hebreeuws. En ademen is niet zinloos, constateerde de even orthodoxe als irenische oudtestamenticus. Wel vluchtig.
Sinds deze les, die het boek Prediker toch in een wat ander licht plaatst, kan ik Salomo van harte bijvallen. Inderdaad, vluchtigheid der vluchtigheden, het is al vluchtigheid. Een ademtocht. Dat geldt ook voor onze ontmoetingen als Bijbelkring. Voor we het in de gaten hebben, is de middag alweer om. Maar we verwachten naar Zijn belofte een eindeloos heden op een nieuwe aarde, waar geen zonde en ziekte meer zijn. In gemeenschap met het Lam, Dat Jesaja al van verre zag. Dat vooruitzicht geeft tijdens de tocht door de tijd aan de ziel adem.