De Raad voor Rechtsbijstand stelt sinds kort tweeënhalf uur aan mediation gratis beschikbaar. Wie op het punt staat een geschil via de rechter uit te vechten, kan proberen er met praten uit te komen. Twee ervaren mediators over oude koeien, onheilige dingen en het wonder van vergeving. „De vuile was moet naar buiten. Alles komt op tafel.”
Een Bijbelstudie. Dat middel zette conflictbemiddelaar Henk Schaafsma (75) twee jaar geleden in bij een hoog opgelopen ruzie in een kerk. Voor elke mediationsessie behandelden de twistende kerkgangers een stuk uit Filippenzen. De gemeenteleden –„die ontzettend akelig tegen elkaar hadden gedaan”– lazen in de Bijbel over nederigheid en vergeving. „Dat werkte heilzaam”, vertelt Schaafsma. „Het zette het conflict wat in perspectief.”
Dat het Bijbelse bevel om de ander uitnemender te achten dan jezelf geen makkelijke opdracht is, weet de mediator uit Kampen maar al te goed. De zeventiger bemiddelde bij tal van conflicten in kerken, bedrijven en huwelijken. Met ruim twintig jaar ervaring als conflictbemiddelaar ondervond hij van dichtbij „dat de mens tot veel lelijks in staat is”.
In kerken zag hij –vaak door een tekort aan leiderschap– „hele onheilige dingen gebeuren”. Sommige ruzies werden volgens Schaafsma „zelfs gevoerd in Naam van God. Dan vlogen de Bijbelteksten over tafel.” Dat juist binnen geloofsgemeenschappen soms zo veel gebrokenheid is, ontroert hem. „Op de plaats waar vrede moet heersen, is op zo’n moment strijd. Dan is er bar weinig te zien van het heilige vuur waar de Bijbel over spreekt. Dat gaat me aan het hart.”
Nuchter is hij over het feit waarom hij begin 2000 de opleiding tot mediator besloot te volgen. „Ik kan er heel hoogdravend over doen; dat ik het als mijn roeping zag om vrede te stichten. Maar er moest gewoon brood op de plank komen en ik zag de voordelen van conflictbemiddeling in. Ik wist dat er geld in te verdienen viel.”
Irritant
Dat mediation meerwaarde heeft, staat voor de Kampenaar als een paal boven water. Waar een rechter de strijdende partijen een besluit oplegt, moeten ze bij mediation met elkaar in gesprek om tot een oplossing te komen. „De vuile was moet naar buiten. Alles wat dwarszit komt op tafel.” Zo’n traject is volgens Schaafsma een proces van hard werken, veel emoties en vaak in de spiegel kijken. „Alleen al de stap naar de mediator is er een van zelfoverwinning. Je erkent namelijk dat je er samen niet uitkomt.”
Om beide partijen goed te kunnen helpen moet een conflictbemiddelaar „kampioen communicatie” zijn, zegt Schaafsma. „Je moet goed kunnen luisteren, maar ook letten op de non-verbale communicatie.” Daarnaast is het belangrijk dat de gespreksleider benoemt welk gedrag hij ziet. „De oorzaken in het conflict moeten geadresseerd worden. Daarom is het belangrijk om mensen te confronteren met hun houding.”
De taak van een mediator is volgens hem niet om mensen te beschuldigen, maar om beide partijen aan het werk te houden. „Als ik waarneem dat persoon A verbaal sterker is dan persoon B, vraag ik of B dat ook zo ervaart. Als dat het geval is, vraag ik wat ze daaraan willen doen”, vertelt Schaafsma. Ook als hij vindt dat een van de gesprekspartners „irritant gedrag” vertoont, legt hij die observatie gewoon aan beide partijen voor. „Alles moet bespreekbaar zijn.”
Boerenfamilies
Helder krijgen waar het conflict over gaat; dat ziet mediator Peter van Genderen als een belangrijke taak van de conflictbemiddelaar. „Mensen blazen de bijzaken vaak op tot iets groots. Dan beschuldigen ze de ander van wat die tien jaar geleden een keer heeft gezegd of gedaan.” Door goede vragen te stellen, probeert de mediator duidelijk te krijgen waar de behoeften van beide partijen liggen. „Pas had ik een zaak waarbij een gescheiden vader per se wilde dat zijn dochtertje doordeweeks bij hem kwam wonen. Na lang praten bleek dat hij zich zorgen maakte om de schoolresultaten van het kind. De uitkomst was dat het kind gewoon bij de moeder kon blijven wonen, maar naar een andere school ging.”
Van Genderen –zelf boerenzoon– bemiddelt behalve bij familie- en arbeidszaken ook vaak bij conflicten in de agrarische sector. „Werk en privé zijn in boerenfamilies nauw met elkaar verweven. De ruzies zijn heftig en emotioneel. Vaak worden er tientallen oude koeien uit de sloot gehaald.” Miscommunicatie is meestal de oorzaak van zo’n conflict. „Maar een zware jeugd, een moeilijk karakter of een heftig verlies kan ook meespelen.”
De Houtenaar erkent dat de spanning hoog op kan lopen bij mediation. Toch raadt hij iedereen met een conflict aan het te overwegen. „Mensen rennen nu nog veel te snel naar een advocaat, terwijl de rechtspraak al jaren overbelast is.” Daarbij komt dat mediation in veel gevallen sneller en goedkoper is, en de uitkomst blijkt vaak duurzamer dan een rechterlijk vonnis. Het belangrijkste pluspunt van mediation is volgens de conflictbemiddelaar dat mensen zelf de regie houden. „Bij de rechter is het maar afwachten of je in het gelijk wordt gesteld. Bij mediation ben je zelf onderdeel van de oplossing.”
Daarnaast is mediation een heel Bijbelse manier van conflictoplossing, zegt Van Genderen. „Paulus roept op om het hart te bewaren in je boosheid.” Het doet Van Genderen dan ook verdriet dat veel kerkgangers in een conflict niet anders reageren dan hun seculiere medeburgers. „Als christenen weten we dat we afhankelijk zijn van de vergeving van Christus. Je hoopt dat dat mensen mild maakt. Maar de praktijk bewijst iets anders.” Ook kerkmensen zien volgens hem graag dat eerst de tegenpartij over de brug komt met excuses. „Soms preekt een predikant zondags over vergeving en staat hij doordeweeks recht tegenover de kerkenraad in een arbeidsconflict.”
Van Genderen wil in zo’n geval een vredestichter zijn. „Af en toe weet ik het ook niet meer. Dan denk ik: hoe gaan we dit conflict ooit oplossen?” Soms bidt hij in stilte om wijsheid en de juiste woorden. Door de pijn die je elkaar hebt aangedaan te erkennen en bespreekbaar te maken, kan er volgens hem weer verbinding ontstaan. „Dat geeft blijdschap in het hart, vrede met God en herstel van relaties.”
Geboortekaartje
Een nieuwe start wordt niet bereikt door alles maar met de mantel der liefde toe te dekken, zegt de Houtense mediator. „Een oplossing is zeker niet goedkoop. De weg naar belijden en vergeven is er een met hobbels, tranen en verwijten. Alle pijn moet op tafel.” Niet alle zaken zijn volgens hem dan ook geschikt voor mediation. „Zeker als er misbruik en mishandeling in het spel zijn, moet het recht soms eerst zijn werk doen. Het doen van aangifte kan dan ook voor een stuk erkenning zorgen.”
Wat er kan gebeuren als ruziënde mensen wel het gesprek met elkaar aangaan, ziet Van Genderen dagelijks in zijn praktijk. Een tijdje terug bemiddelde hij in een boerenfamilie. Er klonken veel verwijten over en weer. De kinderen waren erg boos op hun moeder, die in hun ogen van alles verkeerd had gedaan in de opvoeding. Een paar weken na de laatste mediationsessie ontving Van Genderen een geboortekaartje van een van de dochters van de familie. „Toen ik het kaartje zag wist ik dat het goed zat. De kleindochter was vernoemd naar haar oma.”