Moet moslimleerling gebedsmatje kunnen uitrollen op openbare school?
„We zijn een openbare school en geen gebedshuis.” Dat antwoord klonk begin dit jaar nadat twintig islamitische leerlingen van het Leidsche Rijn College in Utrecht het schoolbestuur hadden gevraagd om een speciale gebedsruimte. Inmiddels zijn de gesprekken over een stilteruimte in volle gang en bemoeit ook de Utrechtse gemeenteraad zich met de kwestie.
„De grondwet wordt genegeerd. Utrecht, een stad die vooroploopt in inclusiviteit, heeft lak aan mensenrechten.” Het zijn harde woorden die Iskender Simsek, commissielid van DENK, sprak tijdens gemeenteraadsdebat over gebedsruimtes op openbare scholen dat donderdag plaatsvond. Het recht om te bidden, dat naar Simseks mening een grondrecht is, wordt volgens hem door verschillende Utrechtse openbare scholen met voeten getreden. „Moslimleerlingen bidden nu stiekem op de wc of onder de trap. Dat is schandalig.”
Het debat vond plaats naar aanleiding van de ontstane commotie over een vermeend gebedsverbod op het Leidsche Rijn College in Utrecht. De leiding van die school gaf begin dit jaar nul op het rekest nadat een groep moslimleerlingen had gevraagd om een speciale gebedsruimte in het gebouw. De religieuze studenten beriepen zich daarbij op waarden als inclusiviteit en diversiteit. Reden voor het verzoek was dat de islamitische leerlingen naar eigen zeggen weleens werden lastiggevallen tijdens hun gebeden die ze in de pauze opzegden. Een speciale gebedsruimte zou dat probleem moeten verhelpen.
Erik Hordijk, rector van het Leidsche Rijn College, liet weten dat bidden überhaupt niet is toegestaan in een openbare school en dat zo’n gebedsplek er dan ook niet zou komen. Die reactie deed veel stof opwaaien. De school haastte zich daarna te zeggen dat er van een gebedsverbod nooit sprake is geweest. „Iedereen moet zich welkom voelen op onze school”, zo valt er in een verklaring uit begin februari te lezen. „Bidden is toegestaan, mits dit in de eigen tijd van de leerling plaatsvindt en op een plek waar anderen niet gestoord worden.” Een speciale stilte- ruimte, waar de initiatiefnemers om hadden gevraagd, zag het schoolbestuur echter niet zitten.
Of de moslimleerlingen –na de ontstane politieke en maatschappelijke druk– een aantal weken later alsnog een eigen plek krijgen om te bidden, wil Bram Donkers, woordvoerder van het Leidsche Rijn College, niet zeggen. Wel geeft hij aan dat er „een vruchtbare dialoog” gaande is over de vraag of zo’n ruimte er moet komen. „We peilen bij ouders, leerlingen en docenten waaraan behoefte is.”
Ook op een openbare school moet een leerling namelijk de vrijheid hebben om zijn identiteit uit te dragen, vindt Donkers. „Een openbare school faciliteert geen uitzonderingsposities. Maar als leerlingen een matje willen uitrollen, vinden wij dat prima. Het is ons om het even of dat een yoga- of een gebedsmatje is.” Voorzichtigheid is daar echter wel bij geboden, merkt Donkers. „Ik krijg ook boze reacties van ouders die vinden dat je als openbare school niets met religie te maken moet willen hebben. Die zeggen: „Als er zo’n gebedsruimte komt, haal ik mijn kind direct van school.””
De woordvoerder hekelt het beeld dat in de media is ontstaan over het Leidsche Rijn College. „Wij zouden bidden verbieden en we zouden niet inclusief zijn. Dat is pertinent onwaar, maar dat roep ik al weken.” Ook de gemeenteraadsleden waren tijdens het debat van afgelopen donderdag volgens hem niet goed op de hoogte. „Ik hoorde de raadsleden allerlei onwaarheden zeggen over onze school. Het was een karikatuur van wat er echt heeft plaatsgevonden.”
Immoreel
Volgens Nourdeen Wildeman, een tot de islam bekeerde Nederlander die maandag bij Radio 1 in debat ging over het onderwerp, worden er in de kwestie over bidden op school twee verschillende vragen door elkaar gehaald. Het eerste punt is of scholen de plicht hebben een gebed- of stilteruimte te creëren. „Wettelijk gezien is daarop het antwoord nee. Scholen mogen dat doen, maar het hoeft niet”, stelt Wildeman vast. De tweede vraag is of scholen leerlingen en docenten mogen verbieden om te bidden. „Daar is de wet ook duidelijk over. Het uitleven van je geloofsovertuiging is een grondrecht. Een gebedsverbod is dus in strijd met de wet.”
Van moslimstudenten uit het hele land hoort hij echter verhalen dat van zo’n verbod wel degelijk sprake zou zijn. Op een middelbare school in Schiedam zouden de gebedsmatjes onder knielende moslimleerlingen vandaan worden getrokken en docenten armenzwaaiend voor biddende studenten hebben gestaan. En op een college in Enschede zouden moslimleerlingen alleen op het plein mogen bidden, ongeacht de weersomstandigheden. Wildeman vindt dergelijke toestanden onacceptabel en immoreel. „Het is wel toegestaan om in de pauze te bellen naar je moeder, maar wil je praten met Allah dan mag dat niet.”
Voordeur
Een islamitische stagiaire, die bij een sollicitatiegesprek op een openbare school aangaf in de pauze wel graag te willen bidden, werd om die reden niet aangenomen. „Wij zijn een openbare school. Wij kunnen geen bijzonder religieus privilege toestaan”, schreef de Tilburgse school in een schriftelijke reactie aan de stagiaire.
In de e-mail, die het Reformatorisch Dagblad heeft ingezien, is ook te lezen dat de school een eerder verzoek van leerlingen om te bidden in de pauze niet inwilligde. „Het lijkt wel of openbare scholen zeggen: religie hebben we afgeschaft. En als je zo dom bent om nog ergens in te geloven, doe je dat maar achter de voordeur”, zegt Wildeman.
Waarom gaan moslimleerlingen eigenlijk niet naar een islamitische school? Dan is de kwestie toch opgelost? „Ik ben een groot voorstander van bijzonder onderwijs”, zegt Wildeman. Het probleem is volgens hem dat er nauwelijks islamitische middelbare scholen zijn. „Moslimleerlingen zijn dus genoodzaakt naar een openbare school te gaan.”
Dat blijkt ook uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ongeveer 15 procent van de jongeren tussen de 15 en 18 jaar zegt moslim te zijn. Zij hebben landelijk gezien de keuze uit drie islamitische middelbare scholen. Ter vergelijking: het reformatorisch onderwijs telt alleen al bijna 25 scholen, verdeeld over zeven scholengemeenschappen. Dit terwijl het percentage protestanten –die groep is breder dan refo’s alleen– in diezelfde leeftijdscategorie lager ligt (13 procent). „Naar verwachting komen er in de toekomst wel veel islamitische middelbare scholen bij”, zegt Wildeman.
Voor het zover is, doen openbare scholen er volgens hem goed aan om algemene stilteruimtes aan te leggen. „Daar kan zowel christen, moslim of atheïst even terecht om te bidden, mediteren of tot zichzelf te komen.” Daarmee waarborgen openbare scholen volgens Wildeman de neutraliteit en voorkomen ze dat ze een uitzonderingspositie faciliteren aan een bepaalde levensbeschouwing.
Als openbare scholen toch de hakken in het zand blijven zetten, verwacht Wildeman binnen enkele jaren een flinke uitstroom van moslimleerlingen naar het islamitische onderwijs. „Paarse Vrijdag wordt massaal omarmd, terwijl het grondrecht om je geloof uit te leven bij het grofvuil wordt gezet? Dat vind ik niet uit te leggen.”