Het rapport stelt dat mogelijk ook de voormalige aartsbisschop R. Zollitsch betrokken was en tot 2013 veel zaken in de doofpot stopte.

Zollitsch was van 2008 tot 2014 ook voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie en daarmee het gezicht en de stem van de Rooms-Katholieke Kerk in Duitsland. Zollitsch heeft volgens de onderzoekers nagelaten de misbruikzaken te melden aan Rome, iets wat hij verplicht was te doen volgens de regels van de kerk. Zollitsch erkende eerder al dat hij fouten had gemaakt.

Slachtoffers van het seksueel misbruik zijn uiterst kritisch over Zollitsch. Zij noemen de kerk onder zijn leiding een „toevluchtsoord voor daders, en een hel voor kinderen”.

Volgens het rapport hebben sinds 1945 ongeveer 540 kinderen en jongeren in het aartsbisdom Freiburg te maken gehad met seksueel misbruik door priesters en andere geestelijken. Er zijn meer dan 250 priesters verdacht en 33 andere kerkmedewerkers, waaronder enkele diakenen. De onderzoekers gaan er echter vanuit dat er een aanzienlijk groter aantal niet gemelde gevallen is.

Onder de huidige aartsbisschop, Stephan Burger, is de kerk opener en zijn geen misbruikzaken gemeld.

Kerkstructuur

Het rapport stelt dat de hiërarchische structuur in de kerk het misbruik in de hand heeft gewerkt of niet geholpen heeft het misbruik te voorkomen.

Met ongeveer 1,8 miljoen rooms-katholieken is het aartsbisdom Freiburg (in de staat Baden-Württemberg) een van de grootste van de 27 bisdommen in Duitsland.

De huidige aartsbisschop, Burger, spreekt in een interview op de website Katholisch.de zijn onbegrip uit over zijn voorganger. Hij zegt niet te kunnen begrijpen dat Zollitsch het kerkelijk recht heeft genegeerd, „vooral omdat hij als voorzitter van de bisschoppenconferentie altijd bij anderen heeft aangedrongen op naleving van de richtlijnen en wetten”.

Burger zegt in het interview zijn ogen niet te kunnen sluit voor het leed van de slachtoffers. Ook zegt hij de suggesties voor verbetering, die in het rapport worden gedaan, serieus te zullen onderzoeken.

„Het mag bijvoorbeeld niet zo zijn dat overtreders onder de radar verdwijnen en niet meer aan opgelegde voorwaarden voldoen. Ook zullen we onderzoeken of er op dit gebied extra personeel en expertise nodig is”, aldus de aartsbisschop dinsdag.