Kabinet benadrukt: Toegang tot abortus is mensenrecht
Hoewel het kabinet ziet dat de discussie rond mensenrechten en abortus gevoelig ligt, wil zij „evenwel benadrukken” dat geen toegang hebben tot „veilige abortus” indruist tegen diverse mensenrechten.
Dat schreven de ministers Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) woensdag in antwoord op Kamervragen van Kees van der Staaij en Chris Stoffer.
De twee SGP’ers stelden vragen naar aanleiding van een artikel in het Reformatorisch Dagblad van 4 februari. De ministeries van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs hadden aan de krant laten weten dat Nederland er in het beleid van uitgaat dat onder meer abortus een „fundamenteel mensenrecht” is.
Van der Staaij en Stoffer vroegen onder meer of de bewindspersonen beamen dat het fundamentele recht op leven „onverkort” van toepassing is op ongeboren kinderen. Dat doen zij echter niet. „Over de vraag of mensenrechten van toepassing zijn op ongeborenen bestaat geen overeenstemming”, voegen Hoekstra en Schreinemacher daaraan toe. „Mensenrechtenverdragen zijn over het algemeen pas van toepassing vanaf de geboorte.”
De SGP’ers wilden ook de erkenning horen dat het opkomen voor vrouwenrechten en het opkomen voor de rechten van ongeboren kinderen elkaar niet uitsluit. Volgens de ministers is dat echter wél het geval als het recht op leven vanaf de conceptie boven vrouwenrechten wordt gesteld; dat is niet alleen „strijdig met het Nederlandse beleid”, maar ook „niet verenigbaar met het opkomen voor rechten van de vrouw, het recht op gezondheid of het recht op leven”.
Er is bij pro-lifeorganisaties volgens Van der Staaij en Stoffer zorg over het feit dat het kabinet hen „wegzet” als „ultraconservatief”, en dat „hun inzet voor het ongeboren leven” wordt gekwalificeerd als „regressieve druk”. Ze wilden weten of de ministers deze zorg begrijpen. Die halen in reactie daarop de Van Dale erbij om regressie te definiëren. „De druk door landen of organisaties op bestaande internationale afspraken en consensus ondermijnt wat er in de afgelopen jaren bereikt is.”
De ministers stellen dat de Nederlandse inzet op het gebied van „veilige abortus” in lijn is met het internationaal recht „en gestoeld op een breed internationaal kader”.