De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) moet zich op Bijbelse gronden uitspreken over seksualiteit en relatievormen. Die oproep deed synodelid ouderling C.M. Molenaar eind mei 2022. Deze maand staat het thema opnieuw op de agenda. Wat is de stand van zaken?
Hoe kwam het onderwerp seksualiteit en relaties precies op de synodeagenda terecht?
De generale synode van de PKN is geroepen om een „eenduidig en Bijbels gefundeerd geluid” te laten horen over seksualiteit en relatievormen. Dat schrijft synodelid Molenaar, ouderling in de hervormde gemeente in Veenendaal, eind mei 2022 in een brief aan het moderamen en de leden van de synode. Hij stelt voor het onderwerp ”Seksualiteit en relatievormen, (her)ontdekken wat Gods woord van ons vraagt” te agenderen voor de vergadering in november 2022. Molenaar wijst er daarbij onder meer op dat de generale synode niet inhoudelijk heeft gesproken over het gravamen –ernstig bezwaar tegen de leer– van dr. M. Klaassen, destijds hervormd predikant in Arnemuiden en sinds eind 2022 lid van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK). Dr. Klaassen uitte in zijn gravamen, dat hij in oktober 2021 indiende bij de classis Delta van de PKN, zijn „diepe zorgen” over de manier waarop de PKN omgaat met het thema seksualiteit.
Molenaar vraagt synodeleden die zijn gevoelen delen om diens agendavoorstel mede te ondertekenen.
Wat gebeurde er met het voorstel van ouderling Molenaar?
Tijdens de synodevergadering in november 2022 komt het agendavoorstel van Molenaar, dat door diverse synodeleden wordt ondersteund, aan de orde. Scriba dr. R. de Reuver wijst daarbij onder meer op de diversiteit aan opvattingen binnen de PKN over seksualiteit, genderidentiteit, huwelijk en relaties. Het moderamen stelt voor twee mensen met verschillende visies op de synodevergadering een geloofsgesprek te laten voeren, vanuit de Schrift, „waarbij ze elkaar ook kunnen bevragen”.
Ouderling Molenaar is niet gelukkig met deze opzet, die „uitgaat van tegenstellingen”. Hij dient een tegenvoorstel in, terwijl verscheidene synodeleden met uiteenlopende suggesties komen. Vervolgens stelt het moderamen voor de bespreking door een werkgroep, die de breedte van de Protestantse Kerk vertegenwoordigt, te laten voorbereiden. Deze werkgroep moet nader aangeven wat de spits van het gesprek precies is, iets wat volgens diverse synodeleden nog onduidelijk blijft.
Behalve ouderling Molenaar zitten diaken J.C. Blankers, ds. T.C.M. Dronkert, ds. A. van Lingen en ouderling H.J. Vrijhof in de werkgroep seksualiteit, genderidentiteit, huwelijk en relaties.
Wat heeft deze werkgroep inmiddels gedaan?
Tijdens de synodevergadering in februari 2023 geeft de werkgroep een update. „Het belangrijkste uitgangspunt is dat we verbinding zoeken in de verschillen, en dat we in de april-synode uitspreken dat ons gesprek een voortzetting zal zijn van de oefening om te luisteren naar elkaar en een groter bewustzijn te ontwikkelen van de complexiteit rond seksualiteit, genderidentiteit, huwelijk en andere relaties”, aldus de werkgroep. Concreet stelt hij voor onder meer in gesprek te gaan over de vraag: hoe ben ik mens naar Gods beeld, wat is dan menszijn in relatie tot genderidentiteit? In een later stadium moet worden bekeken „hoe we dit gesprek ondersteunen, voortzetten en stimuleren in de gemeente en in de gezinnen. Dat is een volgende stap die we moeten zetten.”
Het inhoudelijke gesprek gaat dus deze maand plaatsvinden op de synode?
Nee, zover is het nog niet, zo blijkt uit de stukken voor de synode die op 21 en 22 april in Lunteren bijeenkomt. De eerste vergaderdag staat een voorstel van ”werkgroep 1” over seksualiteit, genderidentiteit, huwelijk en relaties op de agenda. De werkgroep geeft aan dat hij drie „intensieve, kleinschalige digitale gesprekken” en „behoorlijk wat mailverkeer” nodig had „om elkaar te leren kennen en waarderen – dat gunnen wij ook de andere synodeleden. Het is schaatsen op glad ijs, en daarom is het uiterst belangrijk ook op synodaal niveau een ”veilige kerk” te kunnen zijn met elkaar en voor elkaar.”
De werkgroep geeft aan dat „het opstellen van een bespreekdocument” niet tot zijn taak behoort. „Onze taak is eerder een weg te wijzen hóé we zo’n gesprek in november 2023 aan kunnen gaan en waar accenten kunnen worden gelegd.” Wat betreft de onderwerpen genderdysforie en genderidentiteit spreekt de werkgroep van een „grote kennisachterstand en ook een te groot verschil in kennis”. Hij acht een goed gesprek pas „haalbaar” als synodeleden beter op de hoogte zijn van de complexiteit rond het begrip genderidentiteit, vooral ook pastoraal, ethisch en psychologisch. De werkgroep beveelt het moderamen aan om hierover aan de synode een literatuurlijst ter beschikking te stellen met „toegankelijke en betrouwbare informatie”.
Hoe ziet het vervolgtraject eruit?
Werkgroep 1 heeft voor de synodevergadering van volgende week vier aandachtspunten geformuleerd, zoals: benoem de randvoorwaarden die nodig zijn voor een ”veilig” gesprek. Hij ziet „mogelijke hobbels bij een groots opgezet synodaal gesprek”, met onder meer risico’s rond polarisatie. „Onze vraag is: over welk thema en in welke vorm kan een synodaal gesprek in november het beste gevoerd worden?” Na de bespreking van het voorstel van werkgroep 1 zou werkgroep 2 gevormd moeten worden, die het gespreksvoorstel van werkgroep 1 verder gaat uitwerken.
Voorlopig laat het inhoudelijke gesprek op de generale synode, waar ouderling Molenaar in mei 2022 om vroeg, dus nog op zich wachten. Of dit in november daadwerkelijk plaatsvindt, zal mede afhangen van de werkzaamheden van de beoogde werkgroep 2, die de bespreking verder zou moeten voorbereiden.