Dr. Klaassen: PKN stelt zich buiten de grenzen van het Woord
Dr. M. Klaassen maakt zich „diepe zorgen” over de manier waarop de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) omgaat met het thema seksualiteit. Hij diende een gravamen –ernstig bezwaar tegen de leer– in, maar dat werd afgewezen. Nu beraadt de predikant zich op zijn positie. „Het Bijbels getuigenis over het huwelijk tussen man en vrouw is geen randzaak.”
De predikant van de hervormde gemeente in Arnemuiden maakte in oktober zijn verontrusting kenbaar bij de classis Delta. In zijn gravamen noemt hij vier thema’s die volgens hem ingaan tegen de Heilige Schrift en een Bijbelse ethiek. Zo biedt de PKN plaatselijke gemeenten de mogelijkheid van het zegenen van andere relaties dan die van man en vrouw. Ook is er ruimte om gebruik te maken van een liturgie voor het zegenen van transgenders.
Dr. Klaassen wees daarnaast op een uitspraak van het moderamen (synodebestuur) van de Protestantse Kerk in 2018. Die stelde namelijk dat de kerk geen waardeoordeel uitspreekt over „de seksuele geaardheid van haar leden noch over het huwelijk of andere levensverbintenissen.” Ook steekt hem een vorig jaar verschenen rapport van de Protestantse Theologische Universiteit, waarin een pleidooi wordt gevoerd voor meer ruimte voor lhbt’ers (lesbienne, homo, biseksueel, transgender) in de kerk.
De classis Delta besloot op 21 maart het gravamen niet in behandeling te nemen. Een gravamen kan namelijk alleen worden ingediend bij bezwaren tegen de belijdenisgeschriften van de PKN of, zoals de kerkorde het formuleert, uitingen die „door de generale synode zijn aangemerkt als uitdrukking van het belijden van de kerk.”
Tegen ordinantie 5.4 van de kerkorde, over het zegenen van niet-huwelijkse levensverbintenissen, is eerder bezwaar aangetekend. De synode wees in 2007 het gravamen van ouderling A. W. de Ronde af. Waarom probeerde u het opnieuw?
„Dat heeft vooral te maken met recente ontwikkelingen. Zo’n 400 progressieve predikanten en kerkelijk werkers pleitten er in 2018 in dagblad Trouw voor om het onderscheid tussen het huwelijk van man en vrouw en andere verbintenissen te schrappen, omdat dit discriminerend zou zijn.
Ik ben met name geschrokken van de reactie van het moderamen in 2018. Dat gaf tijdens de synodebespreking aan niet aan de bestaande ordinantie te willen tornen, maar voegde er wel nadrukkelijk een hermeneutische leesregel aan toe: We spreken geen waardeoordeel uit over het huwelijk en niet-huwelijkse levensverbintenissen. Dan laat je de letter wel staan, maar in de praktijk is er geen onderscheid meer. Mijn gravamen was bedoeld om mede hierop terug te komen.”
Het gravamen-De Ronde werd ongegrond verklaard omdat ordinantie 5.4 niet over het belijden van de kerk gaat. U had de afwijzing door de classis dus wel een beetje kunnen verwachten.
„Een gravamen is best een ernstig middel, maar als je de kerkelijke weg wilt bewandelen, is er geen andere manier om bezwaar aan te tekenen. De route via de classis is nu afgesneden. Dat is frustrerend.
Ik hoopte dat het gravamen serieus zou worden genomen, dat de classis zou zeggen dat mijn bezwaar impliciet het belijden raakt. Het Schriftgezag staat op het spel. Want eigenlijk zegt de classis dat je alle ethische uitspraken van de kerk niet kunt toetsen, omdat ze niet onder het belijden vallen. Je kunt dus op ethisch terrein alles zeggen en doen wat je wilt.
Het Bijbels getuigenis over het huwelijk tussen man en vrouw is geen randzaak. In de definitie van het huwelijk staat het Evangelie zelf op het spel. Wie het onderscheid tussen het huwelijk tussen man en vrouw en relaties tussen personen van hetzelfde geslacht uitwist –en dat doet het moderamen door te stellen dat de kerk geen waardeoordeel uitspreekt over het huwelijk of andere levensverbintenissen– geeft daarmee de uniciteit van het huwelijk op, en daarmee het Evangelie. Het huwelijk tussen man en vrouw is immers een verwijzing naar de veel diepere relatie tussen Christus en de gelovigen.”
Steunde uw kerkenraad het door u ingediende gravamen?
„Een gravamen kan alleen door een individueel kerklid worden ingediend. Uiteraard heb ik mijn gravamen wel in samenspraak met de kerkenraad opgesteld.”
Wat is de volgende stap?
„Ik kan tegen de uitspraak in beroep gaan, maar dan zal het vooral een procedurele zaak worden. Ik zal dat met de scriba van de classis bespreken.”
U is een gesprek met het moderamen van de synode beloofd.
„In de PKN voeren we eindeloze gesprekken, maar in de praktijk kom je er helaas geen steek verder mee. Ik weet nog niet of ik inga op de uitnodiging.
Nu mij de enige mogelijkheid tot protest en de daaraan verbonden hoop op verandering ontnomen is, zal ik mij de komende tijd beraden wat mij te doen staat. Met haar weigering om op mijn zorgpunten in te gaan, stelt de PKN zich buiten de grenzen van Gods Woord en de grenzen van de ware kerk.”
Overweegt u naar een andere kerk te gaan?
„Volgens haar eigen kerkorde is de kerk geroepen haar belijden te toetsen aan Gods Woord en te weren wat het belijden weerspreekt. Als een kerk zich niet laat aanspreken en toetsen, wordt het lastig: wat kan ik dan nog doen? Nu voel ik me met de rug tegen de muur staan.
Op het moment dat de kerk zich buiten Gods Woord stelt, is ze deels vals. Wat dit voor mezelf betekent, weet ik nog niet; daar ga ik me op bezinnen. Naar een andere kerk? Alle opties staan open. Maar ik weet me verbonden met de Protestantse Kerk, waarvoor ik mede de verantwoordelijkheid heb haar belijdend te houden. En zij mij.”