„Er zijn geen duidelijke indicaties dat de coro napandemie een forse afname of toename van de religieuze betrokkenheid van Nederlanders teweeg heeft gebracht”, schrijft het CBS vrijdag in een publicatie.
De religieuze betrokkenheid van Nederlanders neemt wel af, maar „die afname past in een langjarige trend”, schrijft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in het rapport ”Religieuze betrokkenheid in Nederland”. Corona lijkt die afname niet te hebben versneld. In 2022 rekende 43 procent van de bevolking van 15 jaar en ouder zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering en woonde 12 procent regelmatig een religieuze dienst bij. In 2019 behoorde nog 46 procent tot een religieuze groep, en ging 14 procent regelmatig naar een dienst.
Ook de verdeling over de gezindten is in 2022 nauwelijks veranderd ten opzichte van 2021. Met 18,2 procent van de Nederlanders noemt de grootste groep zichzelf ”katholiek”, gevolgd door protestanten met 13,2 procent, moslims met 5,6 procent en de groep met een ”andere gezindte of levensbeschouwing” met 5,9 procent. Het aandeel moslims in de Nederlandse bevolking is al een jaar of tien stabiel. Dat schommelt sinds 2012 rond de 5 procent.
Geografisch gezien is het aandeel mensen dat zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke stroming rekent het hoogst in Limburg en een groot deel van Noord-Brabant. Hier betreft dit, van de groep personen van 15 jaar en ouder, 60 procent of meer. Dit aandeel ligt het laagst in Groningen, Noord-Holland en het zuidoosten van Friesland. Hier betreft het minder dan 40 procent.
Internet
Voor het eerst onderzocht het CBS ook hoeveel mensen kijken of luisteren naar diensten die uitgezonden worden via televisie, radio of internet. Uit dat onderzoek blijkt dat hoewel 12 procent regelmatig kijkt of luistert naar diensten die uitgezonden worden via de media, „dit veelal geen alternatief is voor het bijwonen van diensten binnen kerk of moskee”. Het zijn vooral trouwe kerk- en moskeebezoekers die diensten via de media volgen.
Verhoudingsgewijs volgen moslims het vaakst een religieuze bijeenkomst via tv, internet of radio, terwijl rooms-katholieken dat het minst vaak doen.
Niet nieuw, maar wel opmerkelijk is dat het vertrouwen dat mensen in het instituut kerk hebben in Nederland bijzonder laag is. Slechts 29,6 procent van alle Nederlanders heeft ”tamelijk veel” tot ”veel” vertrouwen in kerken. Geen enkel ander instituut krijgt zo weinig vertrouwen van de bevolking, zegt het CBS. Zo had in 2021 79 procent vertrouwen in rechters en politie, en 72 procent in het leger.
Het vertrouwen in het instituut kerk ligt het laagst bij onkerkelijken. Slechts 13 procent van hen heeft ”tamelijk veel” tot ”veel” vertrouwen in kerken. Ook onder rooms-katholieken ligt dit laag, te weten 34 procent. Het hoogst ligt dit bij protestanten: 78 procent.