Het aantal Amerikanen dat kerkdiensten bezoekt is licht afgenomen in vergelijking met de periode voor de coronacrisis. Het percentage dat online een dienst volgt, is juist toegenomen.
Dat blijkt uit onderzoek van het Pew Research Center (PRC), dat woensdag naar buiten werd gebracht. Het PRC heeft sinds de zomer van 2020 vijf enquêtes uitgevoerd waarin Amerikaanse volwassenen de vraag kregen voorgelegd of ze de afgelopen maand religieuze diensten hadden bijgewoond of via internet of televisie gevolgd.
Uit een analyse van de uitkomsten blijkt dat er enkele aanwijzingen zijn dat persoonlijke betrokkenheid bij religieuze diensten licht is afgenomen sinds 2019, vóór de uitbraak van Covid-19, aldus PRC. Het aandeel van alle Amerikaanse volwassenen dat zegt dat ze doorgaans minstens één keer per maand een dienst bijwonen, is in die periode gedaald van 33 naar 30 procent. En één op de vijf ondervraagden zegt nu minder vaak persoonlijk aanwezig te zijn dan vóór de pandemie. In totaal neemt een „stabiel aandeel” Amerikanen virtueel óf fysiek deel aan kerkdiensten, maar het persoonlijk bijwonen ervan is dus iets afgenomen.
In juli 2020, toen veel kerken, synagogen, moskeeën en andere gebedshuizen de opkomst beperkten of gesloten waren voor bezoekers, zei 41 procent van de volwassenen dat ze de afgelopen maand online of fysiek hadden deelgenomen aan religieuze diensten: 27 procent zei dat ze alleen virtueel hadden deelgenomen, 9 procent zei persoonlijk aanwezig te zijn geweest én virtueel te hebben gekeken. Slechts 4 procent zei dat ze in de maand voorafgaand aan de enquête alleen persoonlijk naar de kerk of andere religieuze diensten waren gegaan.
Combineren
Sindsdien is het totale aandeel Amerikaanse volwassenen dat deelneemt aan religieuze diensten nauwelijks afgenomen en schommelt het rond vier op de tien, aldus het PRC-onderzoek.
In de meest recente enquête, in november 2022, zei 12 procent dat ze de afgelopen maand alleen virtueel aan een dienst hadden deelgenomen (tegen 27 procent in het eerste jaar van de pandemie), terwijl 16 procent aangaf dat ze alleen persoonlijk aanwezig waren (tegenover 27 procent in het eerste jaar van de pandemie). Nog eens 12 procent zei beide mogelijkheden te combineren.
