Waarom startende docent vroegtijdig stopt
Ze beginnen gemotiveerd en enthousiast. Maar bijna een derde van de startende leraren zegt het onderwijs binnen vijf jaar weer vaarwel. „Ik had soms het gevoel dat ik de enige was die worstelde met de orde in de klas.”
Het onderwijs kampt behalve met een lerarentekort ook met een lerarenlek. Stress, werkdruk, onvoldoende begeleiding en geen zicht op een vast contract zorgen er onder meer voor dat een aanzienlijk deel van de startende docenten binnen vijf jaar het bijltje erbij neergooit.
Vooral in het voortgezet onderwijs ‘lekken’ starters relatief vaak weg naar andere sectoren. Ruim een op de vijf middelbareschooldocenten (21,5 procent) stopt na een jaar met een baan voor de klas, becijferde arbeidsmarktplatform Voion afgelopen jaar. Dit aantal loopt op tot ongeveer 31 procent binnen vijf jaar.
Het lerarenlek is voor het onderwijs een serieus probleem; juist omdat de sector al meerdere jaren kampt met fikse personeelstekorten. In het primair onderwijs bedraagt het tekort aan onderwijsgevenden momenteel ruim 9700 voltijdsbanen. Voor het voortgezet onderwijs is in 2027 een tekort voorzien van ruim 2100 arbeidsplaatsen.
Belangrijke oorzaak daarvan is de vergrijzing. Startende leraren zijn hard nodig om de tekorten die dat tot gevolg heeft op te vangen. Een hoog uitstroomcijfer onder die groep is daarom niet wenselijk.
Het gros van de startende leraren die binnen vijf jaar stoppen met lesgeven, haakt definitief af voor het onderwijs, concludeerde Thamar van Gelder, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (AOb), eerder bij actualiteitenprogramma 1Vandaag. „Ze beginnen vol enthousiasme en idealisme, maar zijn binnen enkele jaren diep gefrustreerd.”
Tijdelijk contract
Uit de Voionrapportage over de uitval van startende middelbareschooldocenten blijkt dat drie groepen extra risico lopen op uitval. Allereerst stoppen beginnend docenten met een tijdelijk contract vaker dan hun collega’s die al direct een vaste aanstelling krijgen.
Daarnaast is de uitval hoger onder startende leraren die een contract hebben dat kleiner is dan 0,5 fte dan onder onderwijsgevenden met een arbeidsovereenkomst groter dan 0,5 fte.
Een derde risicogroep vormen docenten die op hogere leeftijd instromen. Zij verlaten vaker het onderwijs dan startende leerkrachten die op jongere leeftijd beginnen.
Begeleiding
De belangrijkste redenen voor leraren om te stoppen liggen op persoonlijk vlak of hebben te maken met het beroep of de school waarop ze werken. De kennisrotonde, het loket van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek, wijst op vier hoofdoorzaken.
Allereerst kunnen persoonlijke problemen of ziekte een reden zijn om te stoppen met lesgeven. Daarnaast spelen werkdruk en stress een rol. Als derde worden onduidelijke verwachtingen of het ontbreken van doorgroeimogelijkheden genoemd. Als laatste is gemis aan steun en feedback en het hebben van slechte relaties binnen de school oorzaak om een baan te zoeken in een andere sector.
Het aanbieden van grotere contracten en vaste arbeidsovereenkomsten aan starters kan bijdragen aan het verminderen van uitval, concludeert Voion. De VO-Raad, koepelorganisatie van het voortgezet onderwijs, wijst er daarnaast op dat goede begeleiding voor starters essentieel is. „Professionele begeleiding helpt de startende leraar zich voldoende toegerust te voelen voor het beroep.”
Dit is deel 2 in een drieluik over het lerarentekort. Deel 3 verschijnt woensdag 19 april.