Bijzondere Noden kon door netwerk direct na uitbreken oorlog aan de slag in Oekraïne
Het deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten en de Stichting Oost-Europa Gereformeerde Gemeenten (SOEGG) konden toen de oorlog in Oekraïne uitbrak snel hulp verlenen, omdat de organisaties al een netwerk in het land hadden opgebouwd.
„Ik zie het als Gods leiding dat dit uitgebreide netwerk met bekende contacten er al lag, zodat de materiële en geestelijke hulp vanuit locale centra bij de mensen in nood terechtkwamen”, zo zei Johan de Jong, secretaris van het deputaatschap Israël gisteravond in een livestream in een terugblik op een jaar noodhulp aan Oekraïne. De livestream werd georganiseerd door het deputaatschap Israël en het deputaatschap Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten en de SOEGG.
De noodhulp voor Oekraïne is een jaar geleden begonnen. De betrokkenheid van de achterban is groot. Hoezeer de oproep voor hulp was aangeslagen, maakte Marlene Pors, projectcoördinator van Bijzondere Noden, gisteravond duidelijk. „In de eerste twee maanden kwam 2,5 miljoen euro binnen. Daarna liep het op tot 3 miljoen euro en de giften komen nog steeds binnen. Inmiddels is er al voor 2,2 miljoen aan noodhulp voor Oekraïne besteed. De verwachting is dat de hulpaanvragen blijven komen voor bijvoorbeeld revalidatie doeleinden”, zo vertelde Pors.
Oorlogsgeweld
Jan Drost, algemeen secretaris van Bijzondere Noden, noemde het afgelopen jaar een bijzondere, intensieve periode. „Omdat Bijzondere Noden veel hulp verleent bij rampen, ben ik wel gewend aan in actie komen. Maar de nood die in Oekraïne ontstond door de oorlog, is toch van een andere orde.” De uitvoering van het hulpbetoon was volgens Drost anders. „Meestal werkt Bijzondere Noden samen met andere partners, maar in Oekraïne konden wij direct via de eigen organisaties deputaatschap Israël en SOEGG werken. Dat betekent dat wij direct bij het laden van vrachtwagens en het uitdelen van goederen ter plaatse betrokken waren.”
Arno Kortleven, die met zijn gezin sinds vijftien jaar als vrijwilliger voor het deputaatschap Israël in een dorp vlakbij Zhitomir woonde en werkte, vertelt in de livestream dat hij en zijn gezin vanwege het oorlogsgeweld Oekraïne moesten verlaten, maar dat hij zich toch kan inzetten voor Oekraïners in het land zelf en in Nederland. Vanwege zijn kennis van de taal en de situatie in Oekraïne, kan Kortleven de hulp richting Oekraïne coördineren en informatie verkrijgen over waar hulp nodig is.
Problemen
„Wij werken bij voorkeur samen met lokale christelijke gemeenten”, zegt Kortleven. „Daar worden centra ingericht waar mensen in nood kunnen aankloppen. Deze samenwerking heeft een meerwaarde, want zo wordt niet alleen de materiële, maar ook de geestelijke nood gelenigd. Behalve het uitdelen van voedsel en andere nodige goederen is een luisterend oor van groot belang. Bij deze kerkelijke centra kunnen mensen met al hun nood komen, ook met hun problemen”, aldus Kortleven
Pors vult aan en geeft daarbij een voorbeeld: „De oorlog heeft veel gezichten. Het gaat niet om enkel op zakelijke wijze met de nood omgaan, maar ook het persoonlijke is zo belangrijk. Toen medewerker Igor de vraag werd gesteld hoe het met hem ging, was hij tot tranen toe geroerd, want hij had zijn geliefden al in een jaar niet gezien.”