Christelijke noodhulp zamelt miljoenen in voor Oekraïne
Een jaar nadat Rusland buurland Oekraïne binnenviel, zijn christelijke hulporganisaties in Nederland nog volop bezig met hulpverlening in het geteisterde land. Ze kregen miljoenen euro’s aan giften binnen.
Het Christelijk Noodhulpcluster zamelde het afgelopen jaar 16,8 miljoen euro in voor de nood in Oekraïne. Overweldigende steun, zegt woordvoerder Klaasjan Baas. Verreweg het grootste deel van het binnengekomen bedrag is reeds of wordt binnenkort besteed.
Het cluster bestaat uit Woord en Daad, Dorcas, ZOA, EO Metterdaad, Red een Kind en Tearfund. Bij de inzameling voor Oekraïne haakte ook Kom Over en Help aan. Ze richtten zich allereerst op noodhulp met opvang (inclusief matrassen, kookgerei etc.), voedsel, (drink)water, hygiënekits (van tandpasta tot maandverband). Daarnaast werd financiële ondersteuning gegeven om in de basisbehoeften te voorzien die beschikbaar zijn op de lokale markt.
Er is ook psychische hulp en traumazorg verleend, zowel via individuele als groepssessies. Er werden gegevens verstrekt over het vinden van opvang en hulp, en andere belangrijke informatie rondom mensenrechten.
Vanaf de zomer is er ook aan wederopbouw gedaan, met name het winterklaar maken van beschadigde huizen. Dat gebeurt tot op heden, ook in gebieden die recent weer onder Oekraïense controle zijn gekomen, zoals de regio Cherson. Inmiddels zijn met hulp van het Nederlandse noodhulpcluster meer dan 1000 huizen weer wind- en waterdicht gemaakt, zodat ze weer bewoonbaar zijn. Ook zijn voorzieningen aangebracht in woningen en opvanglocaties, zoals kachels, elektriciteit en huishoudelijke apparatuur.
Groot bedrag
De deputaatschappen tot hulpverlening in Bijzondere Noden en voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten vormden direct na het uitbreken van de oorlog een noodhulpcluster met de interkerkelijke Stichting Oost-Europahulp Gereformeerde Gezindte (SOEGG). „We hebben een voor ons doen heel groot bedrag binnengekregen, zo’n 3,2 miljoen euro”, zegt algemeen secretaris Jan Drost van Bijzondere Noden. „Zo’n groot bedrag hebben we nooit eerder met noodhulpacties ontvangen.”
De drie organisaties hebben inmiddels zo’n 2 miljoen euro besteed, veelal via de contacten die er al waren, onder meer in en rond de stad Zjitomir. Dat wordt gecoördineerd door Arno Kortleven, een Nederlandse Oekraïner die met zijn gezin moest vluchten en nu een tijdelijk contract bij de deputaatschappen heeft. „Door zijn netwerk en talenkennis kunnen we veel directe contacten leggen. Daarnaast hebben we verschillende stichtingen uit onze eigen achterban kunnen helpen met hun noodhulpactiviteiten.”
De hulp betrof onder meer voedsel, kleding, medicijnen, transportkosten en aggregaten voor de elektriciteitsvoorziening. „We verstrekken ook diaconale fondsen aan kerken in Oekraïne. Die kunnen daarmee hun eigen leden en mensen in hun omgeving helpen. Dit doen we in een veel grotere regio dan alleen bij Zjitomir.”
Frontlinie
Enkele teams brengen hulpgoederen verder Oekraïne in, tot aan de frontlinies in het oosten toe, zoals in de regio Zapa. In het westen van Oekraïne verlenen de drie organisaties hulp in Rivne, in het oosten in Druzhkivka, Zaporizja en Toretsk, in het zuidoosten in Nova Odessa, bij Mykolajiv. „We hebben een transportcoördinator, die alle behoeften aan goederen bundelt en met elkaar afstemt”, zegt Drost. „We hebben nog nooit zo veel als nu in de directe hulpverlening gezeten. Meestal zitten we meer op afstand en werken we via andere hulporganisaties.”
Verreweg de meeste activiteiten betreffen nog de eerste fase van noodhulp: datgene wat nodig is voor de primaire levensomstandigheden en reparatie van directe schade. „We doen ook wat aan schoolmeubilair en ondersteuning bij psychosociale problemen.” De wederopbouw van het gedeeltelijk verwoeste land moet echter nog grotendeels beginnen.