Leven met de dood binnen de horizon
Onverwacht was daar de vraag: „Hoe komt het toch dat mensen met een christelijke achtergrond zo vasthouden aan het leven? Je zou toch denken dat juist christenen, die geloven dat God over leven en dood gaat, een naderende dood niet tot het uiterste proberen vooruit te schuiven?”
De vraag werd me gesteld op een receptie na een promotie. De promovenda had onderzoek gedaan naar de waarde, de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van palliatieve zorg. Ik was gevraagd om als opponent deel te nemen aan de openbare verdediging van het proefschrift. Tijdens zo’n verdediging, die in Nederland doorgaans stipt 45 minuten duurt, gaan de opponenten om de beurt met de kandidaat in gesprek over het onderzoek. Ik was met de promovenda in discussie gegaan over de waarde van palliatieve zorg.
Een promotieplechtigheid is ook een feestelijk gebeuren. Na afloop van de verdediging is er vaak een receptie om de promovendus te feliciteren met het behalen van de doctorsgraad. Mijn discussie met de promovenda was voor de vraagsteller aanleiding om de stoute schoenen aan te trekken en me deze vragen voor te leggen. Ze sloot haar vragen af met: „Jij bent toch een christen? Mag ik jou deze vragen stellen?” En zo belandden we onverwacht in een diepgaand gesprek over het naderende einde van het leven, hoe verschillend mensen erop reageren als de dood binnen de horizon van het leven komt en of christenen zich daarin onderscheiden van mensen die niet in God of een hiernamaals geloven.
Op diezelfde dag waren het levenseinde en palliatieve zorg een thema op de bijeenkomst voor hervormd-gereformeerde emeritus predikanten en predikantsvrouwen, las ik in het RD (16-3). Uit het verslag en meer nog uit de reactie op dat verslag (RD 18-3) kreeg ik de indruk dat ook hier het toeleven naar de naderende dood aan de orde was gekomen. Uit mijn eigen praktijkervaringen als verpleegkundige herken ik de vragen over het niet meer eten en drinken. Ik herken ook de aarzeling, soms bijna argwaan, wanneer het inzetten van morfine of palliatieve sedatie besproken werd, de gedachte dat dit de dood zou kunnen bespoedigen. Ik herinner me hoe dat vaak werd gekoppeld aan het verkorten van genadetijd.
We leven in een tijd waarin maakbaarheid van het leven het maatschappelijke denken heeft doortrokken. We veronderstellen alles in eigen hand te hebben. En als iets niet naar wens verloopt, dan kan en moet dat uit de wereld worden geholpen. Deze behoefte aan controle is zo sterk dat het wegvallen van die controle als ondragelijk wordt ervaren. Dat wordt bijvoorbeeld zichtbaar als zich een ongeneeslijke ziekte aandient en de dood binnen de horizon van het leven komt. Alle zekerheden en houvast vallen weg. En daarmee ook het gevoel van controle. Als in een reflex wordt alles in het werk gesteld om die controle terug te krijgen. Een van de meest ultieme uitingen daarvan is misschien wel de keuze voor euthanasie.
Maar is het krampachtig vasthouden aan het leven en de neiging om met alle middelen en maatregelen de dood vooruit te schuiven niet ook een uiting van diezelfde maakbaarheidsgedachte? Hoe vanzelfsprekend wordt het immers gevonden om alles te proberen wat er aan behandeling mogelijk is? Dat hoor je dan toch te proberen? Je weet maar nooit… En door dit te verbinden aan de notie van genadetijd klinkt het ook nog eens heel reformatorisch. Maar schuilt onder deze gedachten ten diepste niet ook de behoefte om controle te blijven houden en de neiging om tot het uiterste de dood tot achter de horizon van het leven weg te drukken En als dat zo is, waarin verschilt het perspectief van christenen dan wel wanneer de dood ondanks alle inspanningen binnen de horizon van het leven blijft staan?
Het gesprek tijdens de receptie duurde hooguit een kwartier. Maar mijn denken erover gaat door. De vragen die me gesteld werden, maken duidelijk wat anderen bij christenen bespeuren als de dood zich aandient. Maar is dit het beeld dat we als christenen willen laten zien? Deze vraag blijft openstaan.
De auteur is universitair hoofddocent verpleegkunde in het Leids Universitair Medisch Centrum.