Ouderenarts Marleen Hout voor emeriti predikanten: Levenseinde is kwetsbaar onderwerp
Dat het levenseinde een kwetsbaar onderwerp is maakt ouderenarts Marleen Hout beroepshalve dagelijks mee. „Het raakt je als medicus, maar ook als persoon heel diep.”
Marleen Hout-Korevaar, specialist ouderengeneeskunde en kaderarts palliatieve zorg, sprak woensdag op een bijeenkomst voor hervormd-gereformeerde emeritus predikanten en predikantsvrouwen in Veenendaal. Hout is verbonden aan verpleeghuis Pniël en aan het verpleeghuis gelieerde hospice De Regenboog in Rotterdam-Kralingen.
Als samenleving kunnen we niet meer omgaan met het levenseinde, stelde Hout. „Veel huisartsen worstelen ermee. Er wordt door hen verschillend over gedacht.” Ze vindt het belangrijk dat huisartsen advies kunnen vragen over palliatieve zorg en palliatieve sedatie voor een patiënt wiens levenseinde nadert. Als kaderarts is ze daarvoor beschikbaar.
Een patiënt die bijna gaat overlijden kan soms nog pijn lijden, „al kunnen we dat vaak met al onze middelen en deskundigheid voorkomen”, aldus Hout. Ze is daarom blij dat er morfine bestaat. „Soms zie ik dat familie de huisarts onder druk zet om de patiënt in een diepe slaap te brengen, terwijl ik voor zo’n diepe sedatie nog geen reden zie.”
Het doel van palliatieve sedatie is het verlichten van symptomen en niet het in diepe slaap brengen van de patiënt, zegt Hout. In het hospice waar ze werkt hoeft ze diepe sedatie maar zelden toe te passen. Ze pleit daarom voor onderzoek naar waarom er in de thuissituatie vaker diepe sedatie wordt toegepast dan in een hospice. „Heeft dat te maken met de druk die de huisarts ervaart, is er sprake van onvoldoende thuiszorg of gebrekkige voorlichting aan familie en de patiënt?”
Dilemma’s
Aan de emeriti predikanten maakte Hout duidelijk dat haar medisch-ethische uitgangspunten gebaseerd zijn op een zorgvuldig en respectvol omgaan met het door God gegeven leven en dat ze rekening wil houden met door God gestelde grenzen.
Er zijn veel onduidelijkheid rond het levenseinde, gaf de arts aan. Zo bespoedigt morfine het levenseinde niet; morfine is in die situatie juist een onmisbare pijnstiller. Stoppen met eten en drinken is een natuurlijk gegeven bij het sterven, het lichaam heeft er geen behoefte meer aan en verdraagt het niet meer.
Stoppen met een behandeling noemde ze een dilemma. „Wanneer doe je dat? En is palliatieve sedatie verkorting van genadetijd? Toen ik nog in verpleeghuis Salem in Ridderkerk werkte kwam dat wel eens ter sprake. In de Rotterdamse setting gaat het er meer over dat er nog wat goedgemaakt moet worden met die en gene.” Hout gaf daarbij aan dat het belangrijk is dat we eerder in ons leven over deze zaken nadenken.
Levieten
Ds. J.P. Nap, emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland, mediteerde bij de opening over Numeri 8, waar Mozes het heeft over dat Levieten vanaf vijftig jaar oud van de dienst ontheven werden, maar wel hun broeders mochten bijstaan bij het vervullen van hun taak. De jongeren moesten blijven dienen in de dienst van de tent der samenkomst.
Ds. Nap wilde de predikanten niet gelijkstellen met Levieten, maar „als emeriti zijn we niet uitgediend en mogen we nog hand- en spandiensten verlenen. We moeten niet meer, maar mogen nog wel. De druk op de verplichting is er af. Gods genade maakt ons niet onbruikbaar.”
Vele emeriti verlenen nog hulpdiensten, bijvoorbeeld als consulent, zei ds. Nap. Dr. O. Noordmans was volgens hem tegen het emeritaat. Hij vond dat predikanten dan „aan de seniliteit” waren overgeleverd.
De predikant noemde Openbaring 14:13 als perspectief voor emeriti predikanten: „Zalig zijn de doden die in de Heere sterven, ja zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun werken.”
Dit verslag is aangepast ten opzichte van een eerdere versie, omdat een aantal zaken in het gedeelte van Marleen Hout-Korevaar niet correct waren weergegeven.