Met BBB lijkt een nieuw type partij zijn intrede te hebben gedaan
De verkiezingszege van de BBB zorgt ook in de VVD voor spanning. Waar leidt dat toe?
„We dreigen na meer dan twaalf jaar hard werken ons mooie land nu te verliezen aan verdeeldheid, onvrede en een kloof tussen Den Haag en de rest van Nederland.” Die verzuchting valt te lezen in een brief, die een groep bezorgde VVD’ers dinsdag verstuurde aan de partijtop.
De briefschrijvers zien iets wat ook de VVD-partijstrategen pijnlijk moet hebben verrast: de vertrouwde manier van campagnevoeren werkte dit keer niet. Zoals het er nu naar uitziet, levert de VVD in de provincies 17 van de 80 Statenzetels in. Het aantal stemmen dat de liberale partij in de wacht wist te slepen –860.690– steekt schril af bij dat van de BBB: 1.479.376. Oftewel: het Rutte-effect heeft aan kracht verloren. En net als het CDA staat ook de VVD voor de vraag: hoe winnen we de verloren geraakte zetels weer terug?
Cruciale delen van het coalitieakkoord zijn straks nog door de Eerste Kamer te loodsen doordat de route over links, de samenwerking van de coalitiepartijen met PvdA/GroenLinks, waarschijnlijk begaanbaar blijft. De vraag is wel of onverstoorbaar doorgaan recht doet aan het signaal dat de kiezer heeft afgegeven.
Met de komst van de BBB lijkt immers een nieuw type partij zijn intrede te hebben gedaan: een populistisch-rechtse beweging die de regeringsverantwoordelijkheid niet schuwt. „Laat ons maar even”, stralen de BBB’ers uit. Rutte kon die opmars niet stuiten door te doen alsof de echte strijd ging tussen VVD en PvdA/GroenLinks. Zal het nog wel lukken de partij klein te houden door haar in te kapselen, net zoals Balkenende dat probeerde met de LPF en Rutte met de PVV? Als de BBB straks ook bij nieuwe Tweede Kamerverkiezingen de grootste wordt, wordt dat nog een hele opgave.
De bezorgde briefschrijvers constateren dat de VVD-top de verbinding met de kiezers is kwijtgeraakt. Woensdag meldde NRC dat de CDA-fractie tot dezelfde slotsom is gekomen voor hun partij. De Kamerleden willen dat de CDA-bewindslieden van het bestrijden van de regionale ongelijkheid een speerpunt maken. Meer dan nu gebeurt.
En zo lijkt in Den Haag een periode te zijn aangebroken van reflectie, van bezinning op de vraag hoe de stem van de kiezer te verstaan. In elk geval bij VVD en CDA. Redt het kabinet het met een aanpassing hier en een wijziging daar? Of is het tijd voor grover geschut en moet het coalitieakkoord worden opengebroken? Zo ja, op welke punten dan?
Van der Plas bezorgt Rutte IV in elk geval meer huiswerk dan partijen op de verkiezingsavond wilden toegeven. De tijd zal leren of VVD, D66, CDA en ChristenUnie die opgave aankunnen. Of dat de interne discussie over het bijstellen van het kabinetsbeleid de draagkracht van de coalitie te boven gaat.