Cultuur & boeken

Verzameld werk dr. Van Ruler: vuistdik boek vol spannende theologie

De tiende band van het verzameld werk van dr. Arnold Albert van Ruler (1908-1970) bestrijkt meerdere aandachtsvelden en laat opnieuw zien wat een veelzijdig en creatief theoloog de Utrechtse dogmaticus is geweest.

Dr. J. Hoek
9 March 2023 14:52Gewijzigd op 9 March 2023 20:10
Verzameld werk dr. Van Ruler: vuistdik boek vol spannende theologie
Verzameld werk dr. Van Ruler: vuistdik boek vol spannende theologie

Dr. Dirk van Keulen, die zich al meer dan zestien jaar bezighoudt met dit project, staat borg voor een wetenschappelijk verantwoorde uitgave van deze deels niet eerder gepubliceerde teksten. Als stimulans om in dit boek als goudmijn te gaan graven noem ik enkele spanningsvolle elementen in de theologische bezinning die we hier aantreffen.

De vragen rond belijdenis en leertucht vormen een fundamenteel thema binnen de geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk in de twintigste eeuw. Zoals bekend was Van Ruler nauw betrokken bij de totstandkoming van de kerkorde van 1951. Hij zette zich ervoor in dat in deze kerkorde het apostolaat aan het belijden zou voorafgaan (resp. artikel VIII en artikel X). Zo wilde hij voorkomen dat de kerk een naar binnen gerichte belijdeniskerk zou zijn waarin de confessionele geschriften formeel als een wet of statuut zouden fungeren. Zijn ideaal was daartegenover een kerk die als Christus belijdende geloofsgemeenschap wervend midden onder het volk staat. Daarbij dient er een zeer intieme verstrengeling te zijn van het confessionele en het apostolische. Interessant is in dit verband de verhouding tot J. Severijn, toenmalig voorman van de Gereformeerde Bond. Aan hem ontleende Van Ruler de term ”religie van de belijdenis”. Het ging Severijn om een hartelijke instemming met het geloof dat in de belijdenis aan het woord is en niet om letterknechterij en formalisme. Toen Van Ruler de uitdrukking overnam, was Severijn er beducht voor dat deze er een verkeerde kant mee op zou gaan, namelijk relativering van de belijdenisgeschriften als zodanig ter wille van de volle nadruk op het voortgaande actuele belijden. Het blijft intrigerend dat Van Ruler enerzijds stelde dat een kerk niet kan ontkomen aan leertucht, maar anderzijds zich in de praktijk uiterst terughoudend opstelde tegenover daadwerkelijke tuchtmaatregelen.

Volkskerk

19117710.JPG
Prof. dr. A.A. van Ruler. beeld Archief familie Van Ruler

Van Ruler nam het graag op voor het concept ”volkskerk”, dat ook in zijn tijd al als volstrekt achterhaald werd beschouwd en dat in de huidige situatie van een ontkerstend Nederland en een gemarginaliseerde kerk als een museumstuk geldt. Abraham Kuyper bestreed aan het einde van de 19e eeuw de idee van een volkskerk als een „onheilig fantoom”, terwijl Ph.J.J. Hoedemaker daartegenover stelde: „Zodra men zegt: Tot de kerk behoren de gelovigen en hun zaad, heeft men de volkskerk in de kiem.” Naar mijn mening verdient de wijze waarop Van Ruler over ”volkskerk” spreekt in theologisch-programmatische zin blijvende aandacht. Het gaat hem om „een theologisch beargumenteerde aanspraak van de kerk op alle leden van het volk, op de samenleving en op de politiek. Deze wil zij met het christelijk geloof doordringen.” In de praktijk betekende dit voor Van Ruler bijvoorbeeld dat hij zijn meditaties niet uitsprak voor de microfoon van de NCRV, maar voor die van de AVRO. Dat een seculiere omroep deze ruimte biedt, zien we vandaag de dag niet meer zo snel gebeuren, maar zouden de kerken niet alert moeten zijn op dergelijke mogelijkheden om die met beide handen aan te grijpen?

Een ander spanningsveld dat we volop aantreffen in deze bundel is dat tussen de centrale plaats van het Koninkrijk Gods in Van Rulers theologiseren en zijn blijvende aandacht voor het persoonlijk heil. H. Berkhof schreef in 1954 waarderend dat zijn collega zending en evangelisatie had losgemaakt van de individualistische en „zielige” (slechts op de ziel betrokken) verenging waaronder ze maar al te vaak te lijden hebben. Later heeft Van Ruler echter weer expliciet aandacht gevraagd voor het persoonlijke, bevindelijke element dat in een doorgeslagen apostolaatstheologie schromelijk verwaarloosd werd. Hij stelt dan dat de kerk er altijd op uit is om zielen te winnen. Dat is bij haar opdracht in de wereld primair en centraal en zij moet er dan ook onbeschaamd voor uitkomen dat het er haar om te doen is de wereld uit te nodigen tot het licht dat in haar straalt. Ook in de negentien teksten over eschatologie (de leer van de laatste dingen ofwel de leer van de Komende) zien we telkens naast het brede en universele (de geschiedenis als het geheel van ingrediënten waaruit het eschaton wordt samengesteld) het accent op het persoonlijke: de enkele mens is niet te beschouwen als mest op de akker van de toekomst, hij of zij is niet puur middel tot een doel, maar zelf ook doel. Nooit mag de mens daarom opgeofferd worden voor een hoger ideaal. God komt tot rust in het gelovig hart van de enkeling en in de lofprijzing van de gemeente.

19117711.JPG
Verzameld werk dr. Van Ruler: vuistdik boek vol spannende theologie

Ten slotte nog als smaakmaker een citaat over de betekenis van Gods wet, een thema dat Van Ruler van jongs af aan na aan het hart lag en waaraan hij ook zijn proefschrift (dat een plaats zou verdienen in deze serie) heeft gewijd: „Wij zijn er echter van overtuigd, dat wanneer wij weer met meer aandacht en ernst naar de Oudtestamentische geboden gaan luisteren, dit een enorme verheffing van het menselijk bestaan tot gevolg zal hebben.”

Verzameld werk, deel V-C (Belijdenis en leertucht; Kerk, wereld, diaconaat; Volkskerk; Apostolaat en zending; Eschatologie), A.A. van Ruler; uitg. KokBoekencentrum; 981 blz.; € 64,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer