PvdA-politicus Ien Dales nam geen blad voor de mond
,,Babbelziek gezwets.” Zo noemde oud-minister Ien Dales (PvdA) interviews die over haar persoonlijk leven gingen. Zou ze zo ook hebben geoordeeld over de biografie ”Pontificaal sociaal” die Sylvester Hoogmoed schreef? Dat zou zomaar kunnen.
Ien Dales (1931-1994) stond bekend als een kordate, soms hoekige, maar sociaal bewogen PvdA-politica. Ze groeide op in Arnhem in een christelijk gezin waar de moeder op de hervormde CHU stemde. Overigens werden Ien, haar broer en zus niet gedoopt; daarover moesten ze zelf maar beslissen als ze volwassen zouden worden, vonden hun ouders.
Op de vraag of ze het geloof met de paplepel binnen had gekregen, antwoordde Dales ooit in een interview: „Niks paplepel. Ik stel het op prijs mijn beslissingen als de mijne te zien. Ik ben niet Nederlands Hervormd omdat me dat is aan komen waaien of omdat me dat met de paplepel is ingegoten, zo is dat niet, ik heb dat zelf besloten.” Zo’n citaat tekent de onconventionele PvdA’er. Bekend is ze ook vanwege haar uitspraak: „Een beetje integer bestaat niet.”
Dales begon haar loopbaan bij het christelijke vormingsinstituut Kerk en Wereld en was later directeur van de sociale dienst in Rotterdam. Begin jaren tachtig van de vorige eeuw trad ze als staatssecretaris van Sociale Zaken toe tot het kabinet-Van Agt II. Daarna was ze vijf jaar Tweede Kamerlid; in 1987 werd ze burgemeester van Nijmegen. Van 1989 tot 1994 was ze minister van Binnenlandse Zaken. Ze overleed op 62-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Op de dag van haar begrafenis reden er na de rouwdienst honderden volgwagens in colonne naar Arnhem. Langs de weg en op viaducten stonden belangstellenden als eerbetoon.
Onhebbelijkheden
Politicoloog, schrijver en journalist Sylvester Hoogmoed deed er goed aan om een biografie te schrijven van deze opvallende politica, die nimmer een blad voor de mond nam. Dat was geen gemakkelijke opgave, want zoiets als een dagboek hield ze niet bij. Omdat Dales in 1994 overleed, kon Hoogmoed haar vanzelfsprekend niet meer interviewen. Het zou overigens nog maar de vraag zijn of ze daaraan had willen meewerken. In de tijd dat ze minister was, moest haar woordvoerder verzoeken om interviews die over haar persoonlijk leven gingen afwimpelen. Dergelijke vraaggesprekken vond ze zonde van haar tijd; ze noemde die „babbelziek gezwets”. Om aan informatie te komen, interviewde Hoogmoed uitvoerig de zus en de schoonzus van Dales. En verder tientallen anderen die Dales goed hebben gekend. En hij dook de archieven in.
Buiten de orde
Het resultaat is een indrukwekkende en mooi uitgegeven biografie met als titel ”Pontificaal sociaal”. Daarin komen Dales’ bestuurlijke en leidinggevende kwaliteiten royaal naar voren. Maar ook haar missers, onhebbelijkheden en haar soms moeizame relatie met het parlement en met journalisten.
Ook met de fracties van SGP en met de voorlopers van de ChristenUnie –RPF en GPV– had Dales een moeizame relatie. Dat kwam onder meer omdat ze tijdens de behandeling van de Wet gelijke behandeling in het begin van de jaren negentig stelde dat deze partijen zich „buiten de orde” plaatsten met hun afwijzende standpunt over homoseksualiteit. Dat deed toen pijn. En bij de betrokkenen en hun nazaten is dat nog het geval.
Pontificaal sociaal. Ien Dales 1931-1994, Sylvester Hoogmoed; uitg. Prometheus;432 blz.; € 32,50