Gezondheid
Afbouwen medicatie gaat soms mis

Als ik me voorstel bij een nieuwe bewoner van de zorginstelling, noem ik mezelf meestal een dokter voor oude mensen. Officieel heet mijn functie specialist ouderengeneeskunde. Beide namen zijn terecht, want de gemiddelde leeftijd van mijn patiënten is rond de 85 jaar.

Stoelen in gang. beeld ter illustratie.
Stoelen in gang. beeld ter illustratie.

Daar komt bij dat het geen gezonde ouderen zijn. Ik zie voornamelijk hoogbejaarden met diverse aandoeningen en een uitgebreide medicijnlijst. Het gebruik van meer dan tien verschillende medicijnen –en dan reken ik de laxeermiddelen niet eens mee– is geen zeldzaamheid.

Bewoners slikken veel medicijnen preventief. Iemand die een hart- of herseninfarct heeft gehad, wil dit niet nogmaals meemaken, dus krijgt hij of zij een cocktail aan preventieve middelen. Andere ouderen slikken medicatie ter voorkoming van een maagbloeding, botontkalking of jicht.

Deze middelen zijn op zich wel goed en voor ‘jonge’ bejaarden zeker zinvol. Maar geldt dat ook voor hoogbejaarden, die zuchtend naar het bekertje medicijnen kijken?

Dat we als specialisten ouderengeneeskunde niet blij zijn met lange medicijnlijsten, heeft te maken met de bijwerkingen. Gelukkig zijn ze niet allemaal ernstig, maar soms wel heel vervelend: een droge mond of droge ogen, een beetje verwardheid, spier- of darmkramp en kriebelhoest.

Daarnaast zijn er heftige bijwerkingen. Jaarlijks worden honderden ouderen in het ziekenhuis opgenomen met een maagbloeding door bloedverdunners, forse benauwdheid door sterke pijnstillers, verslechtering van de nierfunctie door reumatabletten of verstoring van de zoutbalans door plastabletten. Anderzijds hebben al deze medicijnen ook veel ziekenhuisopnames voorkomen.

Triest

Het gebruik van sommige middelen kunnen mensen, wanneer het stoppen of afbouwen niet lukt, direct weer herstarten. Neem de bloeddrukverlagers. Tijdens het afbouwen controleer ik regelmatig de bloeddruk van de 
patiënt. Wanneer deze zorgwekkend stijgt, hervat ik de oude dosering.

Bij andere medicijnen is controle niet mogelijk, zoals middelen die een hart- of herseninfarct moeten voorkomen. Het is heel triest wanneer een oudere na het stoppen van deze preventieve medicijnen een herseninfarct krijgt.

In de praktijk heb ik hele goede resultaten gezien bij het minderen en stoppen van medicijnen. Sommige bewoners knappen ervan op.

Helaas ken ik ook andere voorbeelden. Een bewoner kreeg twee weken na het stoppen met een bloedverdunner een trombosebeen. Heel vervelend. En toen ik een antidepressivum afbouwde bij een hoogbejaarde dame, veranderde ze van karakter en nam de depressie weer toe. Hoewel ik haar direct weer de oude dosering gaf, werd ze niet meer de oude. Dat geeft voor een arts een nare nasmaak.

In dit spanningsveld moeten wij als ”dokters voor oude mensen” keuzes maken. En het is nog mooi om te doen ook.

De auteur is specialist ouderen-geneeskunde in verpleeghuis Salem in Ridderkerk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Arts en werk

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer