Kinderhartcentra in Rotterdam en Groningen blijven open
Minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) wil de centra voor gespecialiseerde kinderhartchirurgie in Rotterdam en Groningen openhouden. Dat schrijft hij aan de Tweede Kamer. Dat betekent dat de andere twee Nederlandse centra in Utrecht en Leiden dicht moeten.
Over de hartcentra wordt al lange tijd gesproken. Kuipers wil de zorg concentreren, omdat de centra die overblijven dan meer patiënten behandelen. De routine zou beter zijn voor de kwaliteit van de zorg. De ziekenhuizen vrezen echter dat de sluiting indirect negatieve gevolgen heeft voor de zorg voor patiënten in hun regio, bijvoorbeeld omdat de intensive cares daardoor minder patiënten behandelen.
Kuipers meldt dat het een voorgenomen besluit is en binnen een paar weken een definitief besluit volgt. „Van een voorgenomen besluit is natuurlijk de inzet om dat ook het definitieve besluit te maken, maar de centra hebben de gelegenheid om daar hun zienswijze op te geven.” De ziekenhuizen krijgen daar twee weken de tijd voor.
De minister heeft voor Rotterdam en Groningen gekozen, omdat het Erasmus MC de beste papieren heeft en het goed is om zo mogelijk ook nog een centrum buiten de Randstad te hebben. Dat betekent dat Utrecht en Leiden afvallen. Er komt ook een overgangsperiode van 2,5 jaar om de ziekenhuizen en de patiënten te helpen bij de voorbereiding.
Kuipers wil zo snel mogelijk een definitief besluit nemen, omdat er naar zijn idee al te lang over wordt gediscussieerd. „Ik denk dat het verstandig is om er na dertig jaar een stap in te maken. Wat dat betreft voel ik me zeer gesteund door de patiëntenverenigingen.”
De minister zegt het wel belangrijk te vinden om in gesprek te blijven met de academische ziekenhuizen. „Door een stip op de horizon voor dit onderdeel te zetten mét een langdurige transitieperiode, leg je in feite een eerste stukje van een puzzel.” Hij hoopt dat het nu ook makkelijker wordt om over verdere concentratie van gespecialiseerde zorg in academische ziekenhuizen te praten.
Kuipers had eigenlijk graag gezien dat de academische ziekenhuizen onderling zouden kijken welke centra het beste open konden blijven. De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) zei vorige week dat niet te kunnen, omdat er te weinig zicht is op de gevolgen voor de zorg die de ziekenhuizen kunnen leveren. Daarmee kwam het besluit weer voor rekening van de minister.