Leven in een vreemde nieuwe wereld
De Amerikaanse hoogleraar Carl Trueman schreef in 2020 een zeer belangrijk en inzichtgevend boek onder de titel ”The Rise and Triumph of the Modern Self” (De opkomst en de triomf van het moderne zelf).
Van dit boek is nu, ook in Nederlandse vertaling, een verkorte en vereenvoudigde versie verschenen, onder de titel ”Een vreemde nieuwe wereld”.
Zo is de visie van Trueman op de ontwikkeling van het mensbeeld in onze cultuur voor een breed publiek toegankelijk gemaakt. Onder anderen ambtsdragers, leerkrachten en opvoeders mogen dit boek niet ongelezen laten. Het biedt een scherp inzicht in de achtergronden van ingrijpende ontwikkelingen op het terrein van seksualiteit en relaties.
Terecht is opgemerkt dat het grote front waarop de kerk in de komende tijd wordt uitgedaagd de leer aangaande de mens, de antropologie, is. Kennis van God en kennis van de mens (theologie en antropologie) hangen ten nauwste met elkaar samen. Waar het eerste wegvalt, kan het tweede niet blijven bestaan. Een Godloze cultuur verliest ten enenmale het zicht op het wezen van de mens. Omdat we niet meer weten wat het is om mens te zijn, knutselen we zelf maar allerlei identiteiten in elkaar.
Expressief individualisme
Trueman schetst de filosofische ontwikkelingen die geleid hebben tot de mensvisie die vandaag in de westerse maatschappij de toon aangeeft. Knap typeert hij in kort bestek de opvattingen van denkers als Descartes, Rousseau, Wordsworth, Marx, Nietzsche, Freud, Reich en anderen. Steeds meer komt de individuele mens, het ego, in het middelpunt van de aandacht te staan. Eerst wordt het zelf gepsychologiseerd, dan de psychologie geseksualiseerd en ten slotte de seksualiteit gepolitiseerd. Dit alles leidt tot het ”expressief individualisme” (de term is van Charles Taylor). Dit komt neer op de idee dat ik als mens het recht heb om mijn individualiteit optimaal te beleven en openlijk tot uiting te doen komen. Elk mens moet alles op alles zetten om, niet gehinderd door enige traditie of gezagsinstantie, zijn eigen unieke zelf te ontdekken en volstrekt authentiek te leven. De innerlijkheid staat centraal en is in sterke mate seksueel bepaald. Wie zich niet kan ontplooien in overeenstemming met zijn seksuele gevoelens en verlangens moet per definitie wel een gefrustreerd mens zijn. De overheid moet volgens deze visie voor die ontplooiing ruim baan scheppen en instituten als de kerk bestraffen en beknotten wanneer deze belemmeringen opwerpen tegen dit expressief individualisme. Dat gebeurt waar bijvoorbeeld wordt geleerd dat het huwelijk tussen man en vrouw uniek is, dat homoseksuele praxis zondig is of dat onze lichamelijke constitutie bepaalt dat we ofwel man ofwel vrouw zijn.
Enkele decennia geleden bestond er nog begrip of respect voor behoudende visies op seksueel terrein, maar vandaag is dit ver te zoeken. Wie bijvoorbeeld stelt dat de homoseksuele gerichtheid onderscheiden moet worden van de homoseksuele praktijk (en dat het eerste kan worden aanvaard, terwijl het tweede wordt afgewezen), wordt nu direct van discriminatie beticht. Je kunt toch niet een gekleurd persoon aanvaarden terwijl je zijn huidskleur verwerpt, zo wordt dan gezegd. Deze vergelijking gaat natuurlijk niet op. Van het praktiseren van seksualiteit kan een mens afzien zonder daardoor in zijn identiteit te worden aangetast, terwijl je de kleur van je huid niet kunt veranderen. Trueman maakt in zijn betoog duidelijk hoe het komt dat men dit onderscheid veelal niet meer wil zien. Seksuele verlangens zijn in de moderne visie dusdanig identiteitsbepalend geworden, dat een appel om in onthouding te leven als inhumaan en liefdeloos geldt.
Wenken voor christenen
Trueman geeft wenken om als vreemdelingen te leven in deze vreemde nieuwe wereld. Christenen zullen het niet gemakkelijk hebben in deze wereld, waarin geen onderscheid meer wordt gezien tussen bijvoorbeeld bezwaar maken tegen het homohuwelijk en racisme. „Het tijdperk waarin een christen het oneens kon zijn met overtuigingen die in de seculiere wereld breed leefden en toch nog gerespecteerd werd als een fatsoenlijk lid van de samenleving, loopt ten einde, als het al niet voorbij is.” Christenen zullen zich moeten bekeren van compromissen die ze hebben gesloten tussen het Evangelie en de geest van de tijd. Verder moet hun omgang met mensen met wie ze het over deze zaken niet eens zijn, zich kenmerken door nederigheid en bewogenheid, zeker niet door een farizese houding. We kunnen leren van de Vroege Kerk, die als kleine minderheid in een heidense cultuur toch van grote invloed was door een krachtige gemeenschap te vormen en te volharden in verkondiging, lofprijzing en gebed. In een actueel ”cultureel protest” biedt de kerk een ware visie op het mens-zijn, geschapen naar het beeld van God. Daarbij vragen de natuurwet en de theologie van het lichaam aandacht. De wereld waarin we leven is niet zomaar louter ‘grondstof’ zonder morele betekenis, maar bezit op zichzelf een morele structuur. Menselijke lichamen zijn gemaakt om op bepaalde manieren wél tot bloei te komen en op andere niet. De manier waarop de schepping in elkaar zit, helpt om te laten zien dat Gods geboden zinvol zijn. En ten slotte: ook al lijkt de wereld waarin wij leven een nieuw, chaotisch, onbekend en duister tijdperk binnen te gaan, we behoeven als christenen niet te wanhopen, evenmin als we naïef optimistisch mogen zijn. Gegrond in Gods waarheid (”heel de raad Gods”) mogen we de Bijbelse overtuigingen hernieuwen en verdedigen.
Boekgegevens
“Een vreemde nieuwe wereld. Hoe ons denken over identiteit en seksualiteit veranderde”, Carl Trueman; uitg. Groen en Bijbels Beraad M/V; 214 blz.; € 20,-