Cultuur & boeken
VOC-koopman Jan Bekker Teerlink strandt driemaal op thuisreis

Driemaal een reis naar China maken en driemaal kort bij huis stranden: als een romanschrijver dit zou bedenken zou je het boek wegleggen omdat het te ongeloofwaardig is.

Betsy Biemond-Boer
Zicht op de rivier Pearl in de Chinese stad Kanton. Langs deze rivier bevinden zich 13 Europese handelsposten. De Nederlandse en Britse zijn herkenbaar aan de vlaggen. Schilderij van William Daniell, 1805-1810.  beeld National Maritime Museum, Greenwich
Zicht op de rivier Pearl in de Chinese stad Kanton. Langs deze rivier bevinden zich 13 Europese handelsposten. De Nederlandse en Britse zijn herkenbaar aan de vlaggen. Schilderij van William Daniell, 1805-1810.  beeld National Maritime Museum, Greenwich

Historicus Roelof van Gelder heeft echter genoeg bronnen om te bewijzen dat het Jan Bekker Teerlink wel degelijk overkwam.

De naam van Jan Bekker Teerlink (1759-1832) kennen we niet uit de verhalen van de vaderlandse geschiedenis. Hij was een gewone Zeeuwse middenstandszoon die zichzelf handig wist op te werken tot de koopmansstand. In 1788 wordt hij als onderkoopman van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) benoemd, in de nadagen van de onderneming dus. Zijn opdracht is de theeleveranties vanuit Kanton te organiseren, een Chinese stad van bijna een miljoen inwoners. Van de stad krijgt Teerlink echter weinig te zien: buitenlandse handelaren zijn in de stad niet welkom, maar moeten zich ophouden in een speciale nederzetting buiten de stad. Jans wereldje in de Oost wordt klein, waardoor verveling toeslaat en onderlinge ruzies ontstaan.

De verveling in de Oost staat in contrast met de avonturen die Jan beleeft tijdens zijn terugreizen. Drie keer maakt hij een reis naar China, maar geen enkele maal keert hij zonder grote tegenslagen terug in Holland. Bij zijn eerste terugreis in 1794 blijken de Fransen de Republiek bezet te hebben en vaart zijn schip voorzichtigheidshalve eerst naar Plymouth. Engeland verklaart echter de oorlog aan de Bataafse Republiek en hoe Jan ook procedeert en pleit, zijn schip met lading wordt door de Engelsen in beslag genomen.

IJsberen

Pas twee jaar na afvaart uit Kanton keert Jan weer terug in de Republiek. Het oponthoud heeft zijn persoonlijk vermogen geen goed gedaan en dus voelt Teerlink zich genoodzaakt om nogmaals een reis te maken. Onder Hollandse vlag varen is in de Franse tijd te gevaarlijk en dus wordt een slimme constructie onder Deense vlag bedacht. In de familie wordt druk gecorrespondeerd over en met Jan. Zo schrijft tante Tannetje uit Vlissingen: „Jan, Jan, waar zwerft gy al nu weer in Noorrewege. Weest maar voorsigtig voor de ijsbeeren, dat ze u niet by u lange beene en krygen.”

Ook met een andere tante, Betje Wolff, onderhoudt Jan briefcontact. Schrijven gaat haar goed af, want samen met haar vriendin Aagje Deken publiceert ze de briefroman ”Sara Burgerhart”. Zowel Jan als tante Betje verlaat de gereformeerde wortels van hun familie. Jan wordt namelijk al jong lid van de vrijmetselaars in Amsterdam en blijft daar ook in de Indische archipel bij betrokken. Hij is niet de enige: maar liefst 30 procent van de top van de VOC-dienaren is vrijmetselaar, aldus Van Gelder. Ook in andere opzichten heeft het beeld van brave, gereformeerde inwoners van de Republiek bijstelling nodig, zo blijkt uit Jans brieven: de ambtenaren in de Oost vermaken zich met dobbelen, houden er vrijwel allen inlandse vrouwen en kinderen op na en ondanks verboden handelen ze ook voor zichzelf in allerlei smokkelwaar.

Geen Bijbel

Een voorbeeld is het leven van Jan Teerlink niet, ondanks zijn opgeruimd en vrijgevig karakter. Teerlinks leven draait om uitgaan en goed gekleed gaan. Ook houdt hij er wel een heel bedenkelijke moraal op na op het gebied van omgang met vrouwen. De driehoeksrelatie die hij jarenlang met een echtpaar in Frankrijk onderhoudt blijft bijvoorbeeld onbegrijpelijk. Dat Teerlink op zijn lange derde zeereis veel leesvoer meeneemt, maar een Bijbel kennelijk overbodig acht, is veelzeggend.

De tweede handelsonderneming van Teerlink is succesvol en na een verblijf van slechts drie maanden in Kanton vertrekt Jan in januari 1799 weer richting Europa. Helaas loopt het ook dit keer spaak: Franse kapers vertrouwen de papieren van Teerlink niet en zo strandt hij in juni 1799 in Bordeaux. Ongewild maakt hij zo de machtsgreep van Napoleon mee, al is hij wel zo wijs om daar als ”verdachte buitenlander” in zijn brieven over te zwijgen. Om een lang verhaal kort te maken: door de kaping verdampen Jans winsten en zo ziet hij zich genoodzaakt in 1802 nogmaals een reis naar China te ondernemen. De verantwoordelijkheid die hij van de VOC krijgt is groot. Jan krijgt bijvoorbeeld een volmacht van maar liefst 500.000 gulden om producten in te kopen. Eenmaal in China blijkt dat de situatie flink is veranderd doordat er veel meer Europese waren worden aangevoerd. De verkoopprijzen zijn daardoor veel lager dan Jans Europese opdrachtgevers bij uitvaart hebben geschat. De inkoopprijzen voor de Chinese goederen zijn juist veel hoger geworden. Even overleggen met de reders in Europa is er niet bij en dus besluit Jan op eigen houtje om de inkopen te doen oplopen tot een kleine 9 ton. Omgerekend naar nu is dat een kleine 16 miljard euro waar Jan in zijn eentje de verantwoordelijkheid voor draagt.

Als de terugreis wordt aanvaard blijkt er weer oorlog tussen Nederland en Engeland te zijn. Teerlink vaart echter op een Pruisisch schip, de Henriëtte. Maar liefst vijf keer wordt het schip aangehouden door Engelsen, maar steeds worden de papieren in orde bevonden en kan het schip verder. Jan schrijft in zijn scheepshut al brieven om aan te kondigen dat hij veilig is gearriveerd. Dan wordt echter de Henriëtte, 100 kilometer voor de rede van Texel en twee dagen voor thuiskomst, door de zesde Engelse kaper aangehouden. Deze gelooft de verhalen van de kapitein en de koopman niet en sommeert hen naar Engeland te varen. Een rechtbank verklaart al snel dat er bewijs genoeg is dat het schip Nederlands is en dus worden schip en totale lading in beslag genomen. Voor Teerlink is het een enorme tegenslag. Zelfs zijn scheepskist, met daarin zijn kleding, correspondentie en zelfs zijn portefeuille, is hij voorgoed kwijt.

Plantenzaden

Twee eeuwen later komt historicus Van Gelder in een Engels archief die portefeuille weer tegen. Van Gelder schreef eerder onder meer een biografie over een achttiende-eeuwse militair in Suriname. Dat boek werd in 2019 bekroond met de Libris Geschiedenis Prijs. De plantenzaden die al twee eeuwen in de portefeuille van Teerlink zitten, komen tot Van Gelders verbazing tot bloei. Het fascineert Van Gelder zo dat hij besluit dieper in de stapels rekeningen, brieven en journalen te duiken. Uiteindelijk leidt dat tot deze biografie. Dat hij daarmee een uniek inkijkje heeft weten te geven in het leven van een avontuurlijk koopman in een avontuurlijke tijd, is geen woord te veel gezegd.

18997210.JPG

Boekgegevens

De koopman van Kanton. Jan Bekker Teerlink (1759-1832), Roelof van Gelder; uitg. Prometheus; 332 blz.; € 32,50

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer