Je kúnt het vertrek van CU-leider Segers uit de landspolitiek nuchter en zakelijk benaderen. Zo van: niemand is onmisbaar. Of: beter vertrekken terwijl je nog fit en geliefd bent, dan wanneer je imago is afgebladderd en je achterban jou begint weg te kijken.
Dat is allemaal waar. En toch… Toch is het vrijdagmorgen aangekondigde vertrek van Gert-Jan Segers een groot verlies. Wat raakt de Haagse politiek dan aan hem kwijt? In de eerste plaats een integer politicus, wars van gekonkel, voor wie het christelijk geloof niet slechts een levensbeschouwing is, maar iets wat hij existentieel doorleeft. Heb je bij sommige CDA’ers weleens het gevoel dat ze misschien ook wel lid van D66 hadden kunnen zijn, Segers straalt uit dat de navolging van Jezus Christus de kern is van zijn bestaan.
De Nederlandse politieke arena verliest met hem ook een idealist, die onrecht slecht kan verdragen. Vandaar dat hij, toen hij in 2012 het parlement betrad, de strijd aanbond met mensenhandel en gedwongen prostitutie. Vandaar ook dat hij op zeker moment premier Rutte benaderde met het idee dat de Nederlandse overheid officieel excuses zou aanbieden voor haar houding tegenover de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, wat kort daarna ook gebeurde.
Toch is Segers, hoewel idealist, geen zweverig politicus met een patent op mooipraterij. Jawel, hij heeft de gave van het woord en kan zijn boodschap fraai, gevoelvol en aansprekend verpakken. Maar uiteindelijk gaat het hem om verantwoordelijkheid nemen en resultaat boeken. Daarom stapte de CU onder zijn leiding tweemaal in een coalitie. Daarom was hij bereid met seculiere partijen samen te werken, compromissen te sluiten en „meloenen door te slikken”.
Dat brengt op een vierde en laatste punt waarop Segers gemist zal gaan worden: zijn contactuele gaven en menselijke benadering. Hij was gericht op harmonie en verbinding, ook met een verwante christelijke partij als de SGP. Een van zijn verdiensten is dat hij in de verhouding met de SGP, waar het tussen beide partijen vroeger best weleens schuurde, ontspanning bracht. Zelf afkomstig uit een bevindelijk-gereformeerd nest, stelde hij op zeker moment nuchter vast dat er tussen beide partijen qua kiezers weinig grensverkeer plaatsvond, dat de twee elkaar dus niet behoefden te beconcurreren, en dat elk aan het Binnenhof zijn eigen rol kon pakken. Dat haalde –samen met de eveneens ontspannen benadering van SGP’er Van der Staaij– de kramp uit de onderlinge relatie en baande de weg naar bij tijden vruchtbare samenwerking. Niet voor niets werd op de SGP-burelen wel gezegd dat, als het om het onderlinge contact ging, Segers de beste leider was die de CU ooit heeft gehad.
Terug naar het begin. Jazeker, er is nu eenmaal een tijd van komen en een tijd van gaan. En inderdaad, voor Segers staat een bekwame vervangster klaar. Dat neemt echter niet weg dat zijn vertrek tot enige weemoed aanleiding geeft. Want van de vertrekkende CU-leider gaan er geen twaalf in een dozijn. Als dat een keer gezegd mag worden, dan nu.