Niet vraag óf maar wannéér cruciale ijsplaat Zuidpool uiteenvalt
De ogen van vele wetenschappers zijn dit seizoen op de Thwaitesgletsjer op de Zuidpool gericht. De ijsplaat die deze „doemdaggletsjer” vastpint, kan elk moment uiteenvallen.
Terwijl veel Amerikanen vorige week nog bibberden van de kou sneuvelden er afgelopen dagen juist warmterecords in Europa. En ondertussen lijkt op de Zuidpool een nieuw hoofdstuk in te gaan als het gaat om klimaatverandering.
Het gaat dit seizoen namelijk hard met het zee-ijs rond Antarctica. Het smeltseizoen in het verre zuiden begon half december, maar het eerste record is al gebroken. Niet eerder dreef er rond deze tijd van het jaar zo weinig zee-ijs rond het continent. Ten opzichte van het gemiddelde gaat het om bijna 2,5 miljoen vierkante meter minder ijs. Dat staat gelijk aan vier keer de oppervlakte van Frankrijk.
Daarnaast dreigt een bekende ijsberg –met de naam B22A– op drift te raken. Deze schots die in 2002 van het Thwaites-ijsplateau afbrak, was oorspronkelijk zo groot als ongeveer de provincie Overijssel. B22A lag de afgelopen decennia vrij stabiel vlak voor het ijsplateau van de gletsjer, maar kwam vorige week plots in beweging. De schots is al kilometers verschoven. Klimaatwetenschapper Kris van Steenberggen twitterde: „IJsberg B22A lijkt nu officieel los van de zeebodem!”
Best bestudeerd
Wetenschappers maken zich al langer zorgen over het afsmelten van de Thwaitesgletsjer. Het versneld uiteenvallen van deze ijsrivier wordt gezien als een van de kantelpunten van klimaatverandering. De gletsjer wordt dan ook nauwlettend in de gaten gehouden en is daarmee het best bestudeerde stukje van de Zuidpool.
De Thwaitesgletsjer is nu al verantwoordelijk voor 4 procent van de wereldwijde zeespiegelstijging. Bij een ineenstorting van de gletsjer zou dit aandeel kunnen oplopen naar 25 procent. Afsmelten van de gletsjer kan zorgen voor een wereldwijde zeespiegelstijging van 65 centimeter. En als ook de omliggende gletsjers op West-Antarctica smelten, kan de zeespiegel meer dan 3 meter stijgen.
Waarom wetenschappers zich zorgen maken over het versneld afsmelten van specifiek deze gletsjer? Dat komt door de toestand van het Thwaites-ijsplateau. Deze ijsplaat –die drijft op het zeewater– ligt nu als een soort dam voor de monding van de gletsjer. Het plateau remt de gletsjer dus af. Gletsjers zijn namelijk rivieren van ijs, die heel langzaam ‘stromen’. Een gemiddelde gletsjer verplaatst zich enkele tientallen tot een paar honderd meter per jaar. De Thwaitesgletsjer beweegt veel sneller: zo’n 2 kilometer per jaar.
Als het Thwaites-ijsplateau verkruimelt, zal de gletsjer sneller gaan stromen. Daarnaast komen de grote kliffen van de gletsjer zelf dan in direct contact met het oceaanwater. Dat kan een afkalvingsproces veroorzaken dat het afsmelten van de gletsjer opnieuw versnelt. Dat werkt zo: hoe hoger de ijswanden, hoe groter de krachten die daarop inwerken en hoe sneller deze afbrokkelen.
Eind 2021 ontdekten wetenschappers voor het eerst barsten in het laatste stabiele deel van de ijsplateau. Dat stuk rustte nog gedeeltelijk op de zeebodem, maar heeft daar steeds minder houvast. De onderzoekers zeiden toen te verwachten dat het ijsplateau binnen vijf jaar uit elkaar zou vallen. Met de huidige smelt van zee-ijs rond Antarctica gebeurt dat misschien in de komende maanden. Nu ook B22A nog eens losraakt, wordt de stabiliteit van het ijsplateau verder ondermijnd.
Warm water
Niet alleen over het ijsplateau dat de Thwaitesgletsjer tegenhoudt maken wetenschappers zich druk, maar ook over de gletsjer zelf. Alpengletsjers –zoals de meeste mensen die kennen– bewegen zich voort langs rotswanden en in bergdalen. De Thwaites is van een andere categorie. Deze ligt op een ondiepe zeebodem rond het vasteland van Antarctica.
En precies daar –van onderen– loert het gevaar. Wetenschappers ontdekten de afgelopen jaren dat warm oceaanwater steeds verder onder de gletsjertong reikt. De gletsjer en het ijsplateau smelten dus van onderen af, waardoor ze steeds instabieler worden. Oceaanonderzoeker Peter Washam zag onder de ijsplaten turbulentie ontstaan, warme bellen water die „hotspots van smelt” veroorzaken. Uit onderzoek met een robotonderzeebootje bleek dat de grondlijn van de gletsjer –daar waar de tong de zeebodem raakt– zich in het verleden meer dan een kilometer terugtrok in nog geen halfjaar tijd.
Alle ogen op de Thwaites dus. En hoe ver weg deze gletsjer ook klinkt, voor het onder de zeespiegel gelegen Nederland is het wel en wee van deze ijsrivier vrij relevant.