Michael Paulsen: Strijd om ongeboren leven nog niet voorbij
„Ik was blij en bezorgd toen het hooggerechtshof het federaal recht op abortus afschafte”, zegt Michael Paulsen, hoogleraar constitutioneel recht aan de University of St. Thomas in St. Paul. „Blij omdat de opperrechters de vanzelfsprekendheid van abortus onderuithaalden; bezorgd omdat ik wist dat een felle strijd in het verschiet lag.”
Dat de opperrechters eind juni een streep zetten door het federaal recht op abortus, verbaasde Paulsen niet. „De uitspraak van 1973, die bekendstaat als de zaak-Roe versus Wade, was in juridisch opzicht zwak. Zelfs juristen die voorstander zijn van het recht op abortus geven dat toe.”
Paulsen noemt daarom de stellingname van progressieve politici en opinieleiders dat de beslissing van het hooggerechtshof alles te maken heeft met de conservatieve opvattingen van de meerderheid van de opperrechters, „bedenkelijk”. „Je kunt eerder zeggen dat de progressieve opvattingen van voorgaande opperrechters een factor waren. Zij deden niets terwijl ze wisten dat er juridisch veel vragen waren te stellen bij het abortusbesluit van 1973. Maar daar willen de progressieve lobby en de media niet van weten.”
Dat het afschaffen van het landelijk recht op abortus geen eindpunt was, besefte de hoogleraar uit St. Paul direct. „De strijd om het ongeboren leven brandde eind juni feitelijk in volle hevigheid los. Het landelijk recht werd wel afgeschaft, maar elke staat mag sindsdien beslissen of abortus wel of niet is toegestaan.”
Aan de ene kant waren er staten die al strengere wetgeving hadden voorbereid of die oude wetten van stal haalden om het beëindigen van een zwangerschap verbieden. Aan de andere kant waren er staten die het recht op abortus wettelijk verankerden.
Die strijd heeft volgens Paulsen ook in belangrijke mate de midterms in november van dit jaar gestempeld. „President Biden heeft zelf gezegd dat de midterms feitelijk een referendum moesten zijn over het recht op abortus.”
Terzijde merkt Paulsen op dat dit wel opvallend is. „De president is rooms-katholiek en weet dat zijn kerk tegen abortus is. Hij is ook ernstig gewaarschuwd door de bisschoppen. Die hebben zelfs gezegd dat hij vanwege zijn abortusstandpunt geëxcommuniceerd kan worden. Maar dat heeft hem er niet van weerhouden om zich voor het recht op abortus uit te spreken.”
Dat de abortuskwestie een belangrijke rol speelde bij de tussentijdse verkiezingen, bleek in november. Normaal gesproken moet de partij van de zittende president bij die verkiezingen een fors verlies incasseren. Gelet op de populariteit van Biden lag dat dit jaar ook zeker voor de hand. Maar dat gebeurde niet. De abortuskwestie is volgens analisten de voornaamste factor geweest waardoor het verlies van de Democraten beperkt bleef.
In sommige staten stond het recht op abortus ook nog eens apart op de stembiljetten bij de midterms. Kiezers in Californië, Michigan en Vermont stemden voor het vastleggen van het abortusrecht in de grondwet van hun staat. In andere staten zoals Kentucky en Montana werd juist gestemd over strengere wetgeving. Paulsen: „Je ziet dat de strijd om bescherming van het ongeboren leven bepaald nog niet voorbij is.”