Prof. Hiebsch: Klok staat op vijf voor twaalf voor religieus erfgoed
Vanwege een teruglopend ledenaantal sluit een kerk de deuren. Wat te doen met de preekstoel, de kanselbijbel en het doopvont? Ze zomaar verloren laten gaan is een stap te ver.
Juist deze voorwerpen behoren volgens prof. dr. Sabine Hiebsch tot religieus erfgoed. Hiebsch is bijzonder hoogleraar aan de Theologische Universiteit Kampen I Utrecht, waar zij de leerstoel Luther en de geschiedenis van het (Nederlandse) lutheranisme bekleedt. Daarnaast is Hiebsch sinds dit najaar redactievoorzitter van het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis (TNK). De uitgave van december is gewijd aan het thema religieus erfgoed.
Wat verstaat u onder religieus erfgoed?
„Religieus erfgoed is een brede term. Het kan slaan op een gebouw, bijvoorbeeld een voormalige schuilkerk, maar er kunnen ook kleinere voorwerpen mee bedoeld worden. Ik heb in de uitgave van december in het TNK een artikel geschreven over de gedenkpenning van Georgine Schwartze. Deze gedenkpenning werd door haar ontworpen in opdracht van de evangelisch-lutherse gemeente Amsterdam ter gelegenheid van het vierde eeuwfeest van de Reformatie in 1917.
De gedenkpenning groeide uit tot een identiteitskenmerk van de lutherse geloofsgroep. Daarmee is het erfgoed geworden. Ook voorwerpen die meegenomen werden op een bedevaart, kun je scharen onder religieus erfgoed. Het was in de Republiek verboden om deze rooms-katholieke objecten te hebben en daardoor was het bezit daarvan gevaarlijk. De materie getuigt dan van een doorleefde religieuze praktijk.”
Hoe gaat de gereformeerde traditie om met haar religieus erfgoed?
„De calvinisten waren in de zestiende eeuw betrokken bij de beeldenstorm. De luthersen deden daar niet aan mee. Daaruit blijkt ook een verschil in omgang met de materiële cultuur. In de rooms-katholieke en de lutherse kerken wordt materiële cultuur meer gewaardeerd dan in de gereformeerde traditie.
Daarmee zeg ik niet dat materie voor gereformeerden geen waarde zou hebben. In Museum Catharijneconvent in Utrecht liggen bijvoorbeeld niet alleen voorwerpen uit de rooms-katholieke traditie. Zo vind je er bijzondere Bijbeluitgaven, die tot materieel erfgoed behoren. Net als kerkgebouwen. Men wenst toch een waardige bestemming voor zo’n pand.”
Wat voor waarde heeft religieus erfgoed?
„Religieus erfgoed zorgt voor verbinding met je traditie. In de reformatorische tradities wordt gezegd dat je met het verleden verbonden bent door de belijdenisgeschriften.
Religieuze voorwerpen zijn ook hulpstukken om je met je traditie verbonden te weten. Het is belangrijk dat we dit erfgoed bewaren voor de toekomstige generaties. Dat vraagt om beleid.”
Het TNK stelt dat het vijf voor twaalf is voor het religieus erfgoed in ons land. Waaruit blijkt dat?
„Het ledenaantal van veel kerken daalt drastisch. Kerken en hun interieurs komen daardoor alleen te staan; zonder mensen die zich ermee verbonden voelen. Die leegloop stelt ons voor de vraag hoe we omgaan met religieus erfgoed. De materiële cultuur van kerken is niet alleen belangrijk voor de geloofsgroepen die ermee verbonden zijn of waren; ook voor anderen heeft ze waarde. Zo zijn er stichtingen die zorg dragen voor het behoud van kerkgebouwen, zonder dat de leden zich direct aan een geloofsgemeenschap verbonden weten.”
Wat kan het tij doen keren?
„Er moet door de overheid beleid ontwikkeld worden voor het behoud van het erfgoed. Het is belangrijk dat de ministeries oog voor de waarde hiervan hebben. Daarnaast is er onderwijs nodig.
Ik merk dat mijn studenten vaak weinig kennis hebben van de materiële cultuur. Dat is echter wel nodig om het te kunnen waarderen en je ervoor in te zetten. Nederland heeft een rijke religieuze geschiedenis en kent een gevarieerd religieus landschap. We moeten daar zorgvuldig mee omgaan.”
prof. dr. Hiebsch over religieus erfgoed in Nederland