Het Portugese parlement heeft vrijdag voor de derde keer gestemd voor het decriminaliseren van euthanasie. De vorige twee keer sprak de Portugese president zijn veto uit over het besluit en dat kan Marcelo Rebelo de Sousa nu weer doen. De president beloofde snel met een beslissing te komen.
De conservatieve Rebelo de Sousa blokkeerde de euthanasiewet twee keer sinds begin 2021, omdat volgens hem meerdere voorwaarden voor euthanasie „ambigu en onduidelijk” waren opgeschreven. Na het eerste veto werd de wet weer afgewezen door de president.
Om de president tegemoet te komen, is de periode tussen de aanvraag en de uiteindelijke euthanasie twee maanden geworden. Ook is psychologische hulp verplicht gesteld. De wet specificeert dat mensen toestemming krijgen om hulp te vragen bij het sterven in gevallen waarin ze „in een situatie van intens lijden verkeren, met definitieve verwonding van extreme ernst of ernstige en ongeneeslijke ziekte”.
De Socialistische Partij is de drijvende kracht achter de wet, die 126 stemmen voor kreeg en 84 tegen. „Het recht om te leven kan onder geen enkele omstandigheid een plicht om te leven worden”, zei het socialistische parlementslid Isabel Moreira.
Portugal is een grotendeels rooms-katholiek land en vanuit die hoek is veel weerstand tegen de wet. De Portugese bisschoppenconferentie noemt de wet een gevaar voor de mensheid.
Het Zuid-Europese land kan het zesde land in de Europese Unie worden waar euthanasie wordt toegestaan. Eerder volgden al andere hervormingen. In 2007 werd abortus legaal en in 2010 stond het land het homohuwelijk toe.
