Het werk onder vluchtelingen op de Griekse eilanden Lesbos en Samos bracht haar in aanraking met „een ongekende hoeveelheid menselijk lijden”. Na intensieve jaren merkte Debora Molenaar (27) dat haar energie op was.
Een Somalische vluchteling komt in 2019 samen met zijn vader in kamp Moria op Lesbos aan. „Zijn vader had één been, zat in een rolstoel en had Parkinson”, vertelt Molenaar. „We konden een wooncontainer voor hen regelen zodat ze niet langer in een tent hoefden te slapen. In die container kwamen steeds meer kwetsbare mensen terecht: een blinde, een dialysepatiënt en anderen. Op een dag zei de Somalische man tegen mij: „Het is zo druk in de container dat mijn vader en ik buiten zijn gaan slapen.” Dit soort schrijnende situaties was aan de orde van de dag.”
Het is een van de tientallen voorvallen in het kamp die Molenaar zijn bijgebleven. Kort na haar terugkeer naar Nederland blikt ze terug op haar werk op de Griekse eilanden en de ontwikkeling van de vluchtelingenproblematiek in de afgelopen vijf jaar. Op 18 december wordt haar uitzending naar Griekenland, vanuit de hervormde gemeente in Bruinisse, officieel afgesloten met een ”terugkomdienst”.
Spannend
Na het voortgezet onderwijs studeert Molenaar pedagogische wetenschappen. Voordat ze aan haar master begint, wil ze ergens in de wereld voor mensen van betekenis zijn. Van Martha van den Herik, die op dat moment onder vluchtelingen op Lesbos werkt, hoort ze dat daar „altijd hulp nodig is”. In de zomervakantie van 2017 werkt Molenaar er acht weken in een vluchtelingenkamp.
In de tijd die volgt, gaat ze vaker voor een korte periode naar Lesbos, waar ze betrokken raakt bij het werk onder kwetsbare vrouwen. „Voor de afronding van mijn master liep ik zes maanden stage in een crisisopvang voor uit huis geplaatste kinderen op Curaçao. Fysiek was ik daar, maar mijn hoofd was in Griekenland. Toen heb ik gezegd: Óf ik ga niet meer naar Lesbos óf ik ga voor lange tijd, zodat ik echt een relatie met de vrouwen in het vluchtelingenkamp kan opbouwen.”
Ze kiest voor het laatste. „Het was een stap in geloof. Onder meer vanuit de gelijkenis van de goede Herder, over de schapen die Hem kennen en volgen, zei God: Vertrouw op Mij. Het was best spannend hoe het financieel zou gaan. Maar vanuit alle hoeken van het land kwam er geld om mij te ondersteunen. Dat heb ik als een grote zegen ervaren. Ik ben nooit iets tekortgekomen.”
In augustus 2019 gaat ze als langetermijnvrijwilliger aan de slag bij de christelijke organisatie Eurorelief in kamp Moria op Lesbos. Vanuit de hervormde gemeente in Bruinisse, waar haar vader predikant is, wordt ze uitgezonden voor het werk. „Ik mocht dit namens de gemeente gaan doen.”
Strenge lockdown
In het eerste jaar maakt ze de sterke groei van Moria mee. „Het aantal bewoners van het kamp, dat ooit was gebouwd voor 3000 mensen, liep richting de 20.000. Moria was totaal overbelast en er was sprake van een situatie waarin het recht van de sterkste gold. Vrouwen durfden ’s nachts niet naar het toilet omdat ze bang waren verkracht te worden. Het was heel intens en heftig.”
Als in 2020 de coronacrisis uitbreekt, verslechtert de situatie verder. „Er gold een strenge lockdown. De politie plaatste roadblocks op de weg naar het kamp. Vluchtelingen konden er niet zomaar in en uit. Dat leidde onder meer tot een toename van huiselijk geweld. Ik kwam geregeld vrouwen tegen die zo depressief waren dat ze zich in hun armen sneden, en meiden die een overdosis slaappillen hadden ingenomen. Dat kwam allemaal bovenop de standaardproblemen in het kamp. Denk aan kinderen die te weinig kleren hadden, de kou en een tekort aan voedsel.”
Kort nadat de eerste coronabesmettingen in het kamp bekend worden, breken er „opstandjes” uit. „In september 2020 brandde het hele kamp in twee nachten af. Duizenden mensen sliepen op straat, onder meer op een parkeerterrein voor de Lidl waar ik altijd mijn boodschappen deed.”
Na het verlenen van noodhulp in deze crisissituatie raakt Molenaar betrokken bij de opbouw van het nieuwe vluchtelingenkamp, Mavrovouni. „Vanuit Chinook-helikopters werden er tenten van de Verenigde Naties gedropt die door Griekse militairen werden opgezet. Twee uur voordat de eerste vluchtelingen kwamen, ging ik in het nieuwe kamp aan het werk. In de dagen daarna veegde de ME de straten schoon en moest iedereen naar deze plek, waar nog nauwelijks faciliteiten waren, alleen een paar wc’s.”
Hulpverleners zijn van 8 uur ’s ochtends tot 10 uur ’s avonds in touw. Molenaar zet zich vooral in voor het nieuwe social care-team, dat zich richt op hulp aan kwetsbare groepen. De ene keer gaat ze op zoek naar een rolstoel voor een vluchteling, een andere keer benadert ze een organisatie om vloeibaar voedsel te leveren voor een slokdarmpatiënt die alleen soep kan eten.
Als hulpverlener mag Molenaar niet evangeliseren, maar wanneer vluchtelingen vragen stellen, komt het geloof soms wel ter sprake. „Tijdens de ramadan vroeg een islamitisch meisje of wij als christenen ook vasten. Ik heb toen gezegd dat vasten in de Bijbel wel voorkomt, maar niet als een vereiste om in de hemel te komen, en dat wij geloven dat Jezus onze zonden vergeeft.”
Samos
Eind 2021 loopt het door Molenaar opgezette team in Mavrovouni „goed”. De dag voor Kerst krijgt ze de vraag om de eindverantwoordelijkheid op zich te nemen voor het werk van Eurorelief op het eiland Samos. In januari gaat ze daar aan de slag in „een compleet nieuw kamp. Dit ligt heel afgelegen en ziet eruit als een gevangenis, omgeven met veel hekken en prikkeldraad. De andere kant is dat alle vluchtelingen daar in containers wonen met een eigen keuken en badkamer. Het is geen fijn huis, maar mensen lijden er geen honger en kou. Op Lesbos en de andere eilanden zullen ook zulke kampen komen.”
Na een vakantie in Nederland loopt ze in de zomer van 2022 vast. „Mijn batterij was leeg. Ik had geen zin en energie meer om het werk weer op te pakken. Het leek heel erg op burn-out.” Molenaar mist haar vrienden op Lesbos, evenals de huisgemeente waarbij ze met collegahulpverleners op dat eiland betrokken was. Ze gaat terug naar Lesbos voor een periode van rust. Uiteindelijk besluit ze definitief te stoppen met het vluchtelingenwerk in Griekenland en naar Nederland terug te keren. „Gelukkig was er al snel iemand gevonden die mijn taken op Samos kon overnemen.”
Terugkijkend zegt ze dat ze het werk de afgelopen drieënhalf jaar alleen heeft kunnen volhouden „met de hulp van God en de mensen om me heen. In het werk voor Eurorelief speelt het geloof een belangrijke rol. Als we tegen problemen aanliepen, gingen we eerst met elkaar bidden. Vaak gebeurde er daarna iets wat we duidelijk als gebedsverhoring zagen. We ervoeren Gods hand in grote en kleine dingen.”
Molenaar noemt als voorbeeld een gesprek dat ze moest voeren met de Griekse autoriteiten. „Zij wilden de intakegesprekken met vluchtelingen overnemen van ons social care-team. Dat zou ertoe leiden dat het veel langer zou duren voordat we concrete hulpacties konden uitvoeren. We wilden de autoriteiten respecteren, maar vonden dit een moeilijk punt. Vooraf hebben we ervoor gebeden. Tijdens het gesprek kwamen de autoriteiten zelf met een oplossing, waardoor wij toch snel op situaties konden blijven inspelen.”
Debriefing
Ze vindt het „heftig” om onder ogen te zien dat het werk onder vluchtelingen niet meer lukt. „Meer dan drie jaar was Griekenland mijn thuis en het werk daar mijn doel, mijn roeping, mijn leven. Gelukkig zijn er anderen die nu de energie hebben die ik eerder ook had om dit werk te doen.”
Na het vertrek uit Griekenland gaat ze in Frankrijk naar een organisatie voor debriefing –afrondende bespreking– voor terugkerende zendingswerkers en hulpverleners. „Ik moest een tijdlijn maken met wat er de afgelopen jaren allemaal is gebeurd. De conclusie was dat ik elk halfjaar wel een debriefing had kunnen gebruiken gezien alles wat ik heb meegemaakt. Als je er middenin zit, besef je dat niet zo.”
Het is een grote omschakeling voor Molenaar om nu weer in het koude Nederland te zijn. Ze woont voorlopig bij haar ouders in Bruinisse. Vanaf januari huurt ze een kamer in het PerMisi Home in Teuge, dat tijdelijk onderdak biedt aan teruggekeerde zendingswerkers. Van daaruit wil ze zich oriënteren op een nieuwe werkkring, „in eerste instantie in Nederland, maar ik sluit niet uit dat ik ooit weer naar het buitenland ga”.
Verrijkt
Molenaar stelt vast dat de jaren in Griekenland haar hebben verrijkt, zowel door de omgang met andere culturen als door „het meer leven in afhankelijkheid van God. In Nederland leef je soms zo makkelijk en denk je ineens: o ja, ik moet ook nog bidden. Op Samos had ik het heel moeilijk en wist ik niet wat ik moest doen, maar daardoor leerde ik op God te vertrouwen.”
Hoewel ze zich te midden van de grote nood in de vluchtelingenkampen soms machteloos voelde, is ze dankbaar voor wat ze de afgelopen jaren voor kwetsbare ontheemden heeft kunnen doen. „Toen ik op Facebook schreef dat ik mijn werk op Lesbos aan het afronden was, kreeg ik een reactie van de Somalische man die in 2019 met zijn vader in kamp Moria had gezeten en nu in Oostenrijk woont. Hij schreef: „Je hebt veel voor me betekend”. Voor mijn gevoel kon ik hem en zijn vader destijds niets bieden, maar op de een of andere manier is mijn aanwezigheid voor hen blijkbaar toch een lichtpuntje geweest.”