Twee opvallende besluiten in één week. De Nederlandse staat hoeft geen 2,4 miljard euro te compenseren voor de sluiting van twee kolencentrales en het kabinet trekt 5 miljard euro uit voor twee kerncentrales in het Zeeuwse Borssele. „Een overwinning voor het klimaat”, zei minister Jetten van Klimaat en Energie over de eerste uitspraak. Dat geldt ook voor het plan om kerncentrales te bouwen. Dat zijn twee verstandige besluiten.
Het zal je gebeuren: je opent in 2015 een kolencentrale op de Maasvlakte van pakweg 1,5 miljard euro en in datzelfde jaar ondertekent de Nederlandse overheid een klimaatakkoord in Parijs waarna je te horen krijgt dat die centrale binnen 15 jaar ontmanteld moet zijn. Het is dus niet vreemd dat de eigenaars van twee nagelnieuwe kolencentrales deze week met hun tanden knarsten toen de Haagse rechter hen geen compensatie toekende voor de gedane investeringen.
De uitspraak roept inderdaad vragen op. Wat doet zo’n financiële strop met het vertrouwen in de overheid? Dat de regering het roer omgooit en milieuvervuilende centrales wil sluiten, is tot daar aan toe. Maar moeten energiebedrijven die juist groen licht hebben gekregen voor hun centrale daar dan de dupe van worden?
Daar staat echter tegenover dat de energieconcerns –beter dan wie ook– de huidige energietransitie konden zien aankomen. Bovendien hebben ze niet gekozen voor het afvangen en opslaan van CO2 om langer open te kunnen blijven. De rechter stelde daarom terecht dat het risico voor rekening komt van de ondernemers.
Minister Jetten beschouwt de uitspraak als een steun in de rug voor het klimaatbeleid van de regering. Het besluit om twee nieuwe kerncentrales te bouwen sluit daar ook op aan. Maar zijn die centrales dan wél milieuvriendelijk en toekomstbestendig? Het waren toch juist Greenpeace en andere milieulobbygroepen die zich met hand en tand hebben verzet tegen reactoren bij Dodewaard, Borssele en Kalkar? Wie herinnert zich niet de rampen bij Tsjernobyl en Fukushima? Inderdaad, maar daar is ook veel van geleerd. Intussen is iedereen ervan doordrongen dat de energievoorziening niet alleen schoon moet zijn, maar dat de levering ervan niet verstoord moet kunnen worden door internationale conflicten.
Nieuwe kerncentrales staan sinds dit voorjaar op de lijst van schone en veilige energiebronnen. De benodigde splijtstof, uranium, groeit weliswaar niet op polders in Hollandse akkers maar is verkrijgbaar vanuit alle windstreken en de voorraad ervan is voldoende voor vele tientallen jaren.
Met het besluit om kerncentrales te bouwen kan Nederland ook weer meedoen in de innovaties in de energiesector. Wereldwijd worden er de laatste jaren veel centrales gebouwd, vooral in Azië. In China zijn 21 centrales in aanbouw en het land wil de komende tijd elk jaar tien nieuwe reactoren produceren. Dat zegt veel over de noodzaak van deze transitie en het is belangrijk dat Nederland daarin niet achterblijft.