Nederlandse Gereformeerde Kerken krimpen met ruim 2 procent
De Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) krimpen. Het ledental (130.842) lag eind vorig jaar 2,14 procent lager dan in 2023.

Het kleiner worden van het kerkverband is al langer aan de gang. Toen in 2023 de voormalige Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) fuseerden tot de NGK, noteerde het nieuwe kerkverband nog 138.379 leden en doopleden. Dat zijn er twee jaar later dus 7537 minder.
De meeste vertrekkers gaan naar de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en naar evangelische kerken, valt op te maken uit het zaterdag gepubliceerde jaarboek. Nieuwe leden komen voornamelijk uit de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), uit de PKN en ook wel wat uit evangelische kerken.
Geboorteoverschot
Het statistisch overzicht is overigens ingevuld door 84 procent van de kerken en geeft dus geen volledig beeld. Wel zijn er trends uit af te leiden. Zo blijkt dat er in de NGK nog altijd sprake is van een geboorteoverschot, te weten van 0,14 procent van het totaalaantal leden. Ooit was dat in de GKv bijna 2 procent. Ter vergelijking: in de totale Nederlandse bevolking is sprake van een sterfteoverschot, namelijk van -0,04 procent.
Het overzicht laat ook zien hoe de diverse regio’s (in andere kerkverbanden classes genaamd) ervoor staan. De kleinste regio is regio Alkmaar. Hier telt de gemiddelde gemeente 170 leden. De grootste regio is de regio Spakenburg. Hier telt de gemiddelde gemeente 809 leden. Over het hele kerkverband bezien telt de gemiddelde gemeente 416 leden.
De gemiddelde gemeente in het kerkverband telt 416 leden en doopleden
Het aandeel doopleden in de NGK is ruim 37 procent. Op heel Nederland bezien is het percentage mensen jonger dan achttien jaar ruim 19 procent. De regio’s met de meeste doopleden zijn Houten, Hattem-Zwolle en Gorinchem.
Bijzondere dienst
In het jaarboek 2025 staan voor het eerst ook predikanten in bijzondere dienst. Deze predikanten zijn bijvoorbeeld aangesteld om missionair werk te doen in de buurt of in een andere stad, als legerpredikant, dovenpastor, studentenpastor of docent op de Theologische Universiteit Utrecht (TUU), of ze hebben op een andere manier een bijzondere aanstelling.
In het jaaroverzicht schrijft ds. K. Harmannij dat „het contact met de kerken die we voorheen als zusterkerken beschouwden, steeds moeizamer wordt”. Dat geldt zeker voor de kerken in het buitenland, schrijft hij: „Telkens weer zijn er die de band verbreken of de betrekkingen op pauze zetten. Dit jaar zijn het de kerken in Oostenrijk die ons melden de relatie niet langer te willen aanhouden. Op termijn valt iets dergelijks te vrezen van de kant van de Christian Reformed Church in Amerika.”