Wat is de logica van Trumps nieuwe heffingen? Hij raakt bondgenoten terwijl vijanden worden ontzien
De meer dan 180 landen die te maken krijgen met Trumps nieuwe importheffingen zijn bezorgd, boos of allebei, al kunnen de heffingen per land enorm verschillen. Wie wordt het hardst geraakt en wat is de logica hierachter?

Oog om oog, tand om tand. „Wij gaan hun de helft in rekening brengen van wat zij ons in rekening brengen”, zei Trump afgelopen woensdag om zijn plan toe te lichten, „dus deze heffingen zijn nog niet eens wederkerig”. Volgens de president worden voor elk land hun eigen „heffingen, barrières en andere vormen van valsspelen” bekeken en is dit het uitgangspunt voor de Amerikaanse „vergeldingsheffingen”.
Op het eerste gezicht lijkt het alsof de Verenigde Staten willekeurig te werk zijn gegaan bij het opleggen van nieuwe importheffingen. Het nietige Afrikaanse Lesotho krijgt met heffingen van 50 procent te maken, grote bondgenoot Israël met 17 procent en vijand Cuba blijft als een van de zeer weinige landen buiten schot.
In tegenstelling tot wat Trump beweert, komen deze percentages helemaal niet overeen met de importheffingen die deze landen voor Amerikaanse producten rekenen. De Amerikaanse journalist James Surowiecki schreef op X dat hij de logica van Trump had weten te ontwaren. „Ze hebben helemaal niet gekeken naar de heffingen die andere landen hanteren.”
Volgens Surowiecki hebben de Verenigde Staten enkel oog voor de handelstekorten die zij hebben met andere landen, en dat door tweeën gedeeld. Het Witte Huis reageerde bij monde van woordvoerder Kesh Desai meteen ontkennend. „Wij hebben letterlijk alleen de handelsbarrières als uitgangspunt genomen.”
De uitleg van Surowiecki lijkt echter te kloppen. Een van de landen die het zwaarst worden getroffen door de Amerikaanse maatregelen is Vietnam. Dat land verkoopt veel meer producten aan de VS dan dat het van hen koopt: voor elke dollar die Vietnam aan Amerikaanse goederen uitgeeft, geven de VS meer dan 9 dollar uit in Vietnam. Dat betekent dat de VS een handelstekort hebben met dat land van ongeveer 92 procent. Vietnamese producten krijgen nu te maken met heffingen van 46 procent.
Deze logica is tevens toepasbaar op andere landen die meer producten verkopen aan de VS dan dat zij van hen afnemen, zoals China, Japan en Zuid-Korea. Dit betekent overigens niet dat landen waarmee de Verenigde Staten een handelsoverschot hebben, ontzien worden.
Op producten uit het Verenigd Koninkrijk, een van de belangrijkste handelspartners van de VS, gaat 10 procent geheven worden. Weliswaar is dat het laagste tarief, maar de handelsbalans tussen het Verenigd Koninkrijk en de VS valt al jaren in het voordeel van de Amerikanen uit, maar dat is voor Trump geen reden om de Britten te ontzien. Elk land waarmee de VS een handelsoverschot hebben, krijgt te maken met het minimumtarief van 10 procent.
Rusland
Toch is er een handvol landen die helemaal niet te maken krijgen met extra heffingen. Het meest in het oog springende land is Rusland. Volgens Karoline Leavitt, de belangrijkste woordvoerder van het Witte Huis, is dat logisch. „De Verenigde Staten drijven geen belangrijke handel met Rusland”, zei ze op woensdag. Als extra uitleg voegde ze eraan toe dat landen die met internationale sancties te maken hebben, zoals Cuba en Noord-Korea, ook geen extra importheffingen krijgen.
Hoewel Rusland niet de belangrijkste handelspartner van de VS is, zijn er meer dan 160 andere landen en gebieden waarmee de Amerikanen nog minder handel drijven, maar die wél met importtarieven te maken krijgen.
Zo krijgen de Heard en McDonaldeilanden, een Australische eilandengroep nabij Antarctica, ook te maken met 10 procent importheffingen. Hoewel er enkele onderzoekers verblijven, zijn pinguïns de enige permanente bewoners van het gebied.
Twee andere landen die opvallend genoeg zijn weggelaten van de lijst, zijn de grootste handelspartners van de VS: Mexico en Canada. De handelsrelaties met deze twee landen lagen de afgelopen maanden nadrukkelijk onder het vergrootglas van de Amerikaanse president.
Op sommige producten uit deze landen, zoals aluminium en staal, worden al heffingen verrekend. Het Witte Huis heeft echter geen duidelijkheid gegeven waarom Mexico en Canada bij deze ronde buiten schot zijn gebleven.
Nederland
Nederland krijgt te maken met importheffingen van 20 procent, ondanks dat ons land een handelstekort heeft met de VS: Nederland koopt meer van de Verenigde Staten dan dat zij van ons kopen. Andere landen met een handelstekort krijgen te maken met heffingen van 10 procent, maar in het geval van ons land is dat het dubbele.
Dat komt doordat de Verenigde Staten alle lidstaten van de Europese Unie hetzelfde importtarief hebben opgelegd. EU-lidstaten sluiten namelijk niet zelf hun eigen handelsverdragen, maar dat doet de Europese Unie voor hen. Hoewel de VS een handelsoverschot hebben met Nederland, hebben zij een handelstekort met de Europese Unie als geheel. Daarom gaan de VS voor Nederlandse producten ook een importheffing van 20 procent rekenen.
Trump voert deze heffingen in omdat hij het „oneerlijk” vindt dat veel landen meer aan de Verenigde Staten verkopen dan andersom. Met de maatregelen zegt de president ervoor te willen zorgen dat Amerikaanse bedrijven weer in de VS gaan produceren en dat producten in Amerika goedkoper worden.
Een importheffing is een belasting die wordt geheven op goederen die uit andere landen worden ingevoerd. In tegenstelling tot wat president Trump beweert, worden importheffingen niet betaald door de landen die deze goederen produceren. Amerikaanse bedrijven die deze producten importeren, betalen deze kosten. Zij brengen die op hun beurt in rekening bij de Amerikaanse consument, waardoor de prijzen in de Verenigde Staten zullen gaan stijgen.