OpinieCommentaar

NSC kan scheutje pragmatisme wel gebruiken

In veel Tweede Kamerdebatten en- vergaderingen presenteert NSC zich graag als de hoeder van de rechtsstaat. Zo ook nu, in de weer opgelaaide discussie over de zogeheten OM-strafbeschikking.

Hoofdredactie
31 March 2025 10:59Leestijd 3 minuten
Een rechtbank tijdens een zitting. beeld ANP, Jeroen Jumelet
Een rechtbank tijdens een zitting. beeld ANP, Jeroen Jumelet

Voor niet-ingewijden: dat is de buitengerechtelijke afdoening, waarbij het OM een zaak niet meer voor de rechter brengt, maar zelf een oordeel velt en indien van toepassing een taakstraf of geldboete oplegt.

Bij het wettelijk regelen van die strafbeschikking stond het respecteren van de rechtsstaat, en de wens om die hoog te houden, voorop. De praktijk deed zich namelijk voor dat steeds meer verdachten vanwege het capaciteitstekort bij de rechterlijke macht hun straf konden afkopen en zo vrijuit gingen. Daar was een fraaie term voor, transigeren, maar die kon het schrijnende, onderliggende rechtstekort natuurlijk niet verhullen.

Zodoende trad in 2008 de Wet OM-afdoening in werking, waarmee de rechter weliswaar formeel op afstand werd gezet, maar iemands schuld wel kon worden vastgesteld én geregistreerd in diens strafblad (dat inmiddels justitiële documentatie heet).

Eerst deed het OM alleen rijden onder invloed en onverzekerd rijden af via de strafbeschikking. Later breidde de inzet uit naar veelvoorkomende criminaliteit.

Het ongenoegen van NSC richt zich nu tegen een onlangs door OM-topman Rinus Otte aangekondigde nieuwe update. Hij wil een standaardpraktijk maken van het via de strafbeschikking afdoen van veelvoorkomende vermogensdelicten (diefstal, heling, oplichting). Op termijn zouden, als het aan Otte ligt, alle strafbare feiten waarop de wetgever een maximumstraf van zes jaar heeft gezet zo veel mogelijk zonder dagvaarding, en dus via een beschikking, mogen worden afgedaan.

Maar daarin vindt de topmagistraat NSC dus op zijn weg.

De partij vindt dat de strafrechtspleging zo veel mogelijk in het openbaar dient plaats te vinden. Én dat strafbare feiten die volgens de wet met zes jaar cel kunnen worden bestraft nooit met een boete of een taakstraf –de enige opties in het geval van een strafbeschikking– kunnen worden afgedaan. Allemaal prima, zij het dat NSC in haar streven zich te profileren als de hoeder van de rechtsstaat lelijk over het hoofd lijkt te zien dat de prestaties in de strafrechtketen nog altijd dramatisch zijn. Van de 195.000 misdrijven waar het OM zich in 2023 over boog, resulteerden er ruim 56.000 in een onvoorwaardelijk sepot. Bedenk daarbij dat die 195.000 in behandeling genomen zaken maar een fractie vormden van de ruim 800.000 door de politie geregistreerde misdrijven en je snapt opeens wat Otte bedoelde, toen hij zei dat het OM vist in een oceaan van onrecht.

Natuurlijk moet aan het uitvaardigen van de strafbeschikking paal en perk worden gesteld; daarin hebben de Kamer én NSC een rol. Maar verder zou een gezonde dosis pragmatisme in deze discussie niet verkeerd zijn: liever een strafbeschikking dan een sepot.

NSC ziet over het hoofd dat de prestaties in de strafrechtketen nog altijd dramatisch zijn

Het commentaar vertolkt de mening van het Reformatorisch Dagblad en is geschreven door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.
Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer