Zeeland wil snel besluit van minister over locatie kerncentrales
Provinciale Staten van Zeeland willen dat minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) vaart zet achter het aanwijzen van een locatie voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales. De fracties van CDA, VVD, SGP, JA21 en BBB riepen daartoe op in een motie die met een grote meerderheid van stemmen werd aangenomen.
De indieners van de motie wezen erop dat het proces om te komen tot een definitieve locatiekeuze van twee nieuw te bouwen kerncentrales al erg lang duurt. Ze lieten weten dat dit onrust veroorzaakt in Zeeland, en dan met name in de gemeenten Borsele en Terneuzen. Beide gemeenten zijn in beeld bij de zoektocht naar een plek voor nieuwe kerncentrales. „De minister moet snel duidelijkheid geven. Want die onzekerheid kan ten koste van het draagvlak gaan”, zei SGP-Statenlid Harold van de Velde.
De motie werd met 38 stemmen voor en 8 stemmen tegen aangenomen. PvdA-GroenLinks, SP en Partij voor de Dieren stemden tegen. „Zorgvuldigheid gaat voor snelheid, zeker bij een project met deze impact”, zei Inez Flameling (GroenLinks-PvdA). „Bij twijfel moet je niet inhalen.”
Gedeputeerde Jo-Annes de Bat (energietransitie) zei dat snelheid niet ten koste van zorgvuldigheid hoeft te gaan. „Ze blijven maar zoeken, zoeken en zoeken, maar ze moeten een keer beslissen. Het kan echt anders.”
Hermans maakte begin februari bekend dat er meer tijd nodig is voor het zoeken naar mogelijke locaties voor nieuwe kerncentrales dan was voorzien. Volgens de minister lijkt het openen van een nieuwe kerncentrale in 2035 niet meer haalbaar. Dat was eerder wel het streven. Aanvankelijk keek het Rijk naar het dorp Borssele, waar al een kerncentrale staat en de Maasvlakte I in Rotterdam. Daar zijn niet alleen de tweede Maasvlakte en Terneuzen bijgekomen, maar ook de Groningse Eemshaven.