Kerk & religieKohlbrugge overleed 150 jaar geleden

Het nochtans van dr. H.F. Kohlbrugge

In 1853 maakte een Duitse kunstschilder een schilderij van dr. H.F. Kohlbrugge. Daarop klampt hij zich vast aan het Woord, en je hoort het hem bijna zeggen: „Dit Woord is mijn richtsnoer voor heel het leven.” Het tafereel siert nu de omslag van een nieuw boek over de prediker uit Elberfeld.

Jan van 't Hul
6 March 2025 07:11Gewijzigd op 6 March 2025 08:04Leestijd 10 minuten
Hendries Boele, met links aan de wand een portret van dr. H.F. Kohlbrugge. beeld Cees van der Wal
Hendries Boele, met links aan de wand een portret van dr. H.F. Kohlbrugge. beeld Cees van der Wal

Het boek ”Hermann Friedrich Kohlbrugge, biografie, theologie en teksten” verschijnt binnenkort, 150 jaar na Kohlbrugges overlijden (uitg. De Banier). Het kwam tot stand op initiatief van de redacteuren Hendries Boele, Arie van Elst en Bart Jan Spruyt. De bundel bevat bijdragen van hun hand, plus van acht andere theologen, onder wie prof. dr. A. de Reuver, drs. L.J. Geluk en dr. B.H. Weegink. In elke bijdrage licht wel iets op van de inhoud van Kohlbrugges theologie. Daarin zijn drie sleutelbegrippen te vinden: zonde en Gods grondeloze genade in Christus. Dat is één. Het nochtans van het geloof. Dat is twee. En Christus in het middelpunt. Dat is drie. Want: „Naar Hém moeten we uitzien, op Hem Die met ogen van eeuwige ontferming op ons neerziet.”

Geboeid

Al jarenlang is Boele geboeid door de figuur en de theologie van Kohlbrugge. „Al in mijn jonge jaren zag ik hoe mijn vader altijd zat te lezen in theologische boeken, in puriteinen en oudvaders. Dat boeide mij. Toen ben ik ook aan het lezen geraakt, vooral in de werken van Luther en Calvijn. Ergens in de jaren negentig las ik het boekje ”De goddeloze gerechtvaardigd” van P.M. Donkersloot. Dat greep me erg aan. Want zo’n goddeloze was ik ook. Donkersloot zegt in zijn inleiding dat hij met dat boekje geen wetenschappelijke pretenties had, maar dat het slechts een inleiding wilde zijn tot de werken van dr. Kohlbrugge. Toen ben ik vervolgens Kohlbrugge gaan lezen en in het Kohlbruggearchief in Utrecht onderzoek gaan doen. Ik verdiepte me daar in zijn uitvoerige correspondentie. Wat ik bij hem vond, vond ik bij anderen niet, die zeggingskracht in zijn preken, omdat „zij mikken op het hart”, zoals hij dat zelf zei. Het zijn geladen woorden die tot je komen: God redt reddeloze mensen door genade alleen, Hij redt ons door Zijn „hardnekkigste liefde”. Dat heeft me sedertdien niet meer losgelaten.”

Dr. Hermann Friedrich Kohlbrugge (1803-1875), geportretteerd door de Duitse kunstschilder Julius Amatus Roeting. beeld Museum Catharijneconvent

Puriteinen zijn ook radicaal. Wat maakt Kohlbrugge toch anders?

„Kohlbrugges accent op het feit dat slechts goddelozen gerechtvaardigd worden. Er is vrijwel niemand die zo sterk de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen zo heeft beklemtoond als hij. Dat is de grondtoon van al zijn preken. Hij schildert onze diepe verlorenheid, maar daartegenover Gods grondeloze genade in Christus.”

Gaf Kohlbrugge richting aan uw persoonlijk geestelijk leven?

Prof. dr. C. Graafland heeft eens gezegd dat, als je eenmaal door Kohlbrugge gegrepen bent, je daar niet meer van loskomt. Zo is het mij ook vergaan. Natuurlijk was Kohlbrugge ook maar een mens met fouten en gebreken, toch ervaar ik dat hij mij heeft gevormd. Maar ik kan ook genieten van Luther en Calvijn, van de gebroeders Erskines en van Gray. Ik ben zeker niet eenkennig.”

Nu verschijnt er een nieuw boek over Kohlbrugge, terwijl hij zelf zei: „Wie mij begrepen heeft, schrijft geen boek over mij.” Wat nu?

„Dat is wel een bekende uitspraak, maar het is nog maar de vraag of die echt van Kohlbrugge zelf was. Ik ben deze zinsnede nog nooit tegengekomen in zijn werken en brieven. Maar inderdaad, Kohlbrugges biograaf H. Klugkist Hesse begint zijn biografie over Kohlbrugge met dit citaat. Zouden we dan nooit iets over Kohlbrugge mogen schrijven? Als redactie hebben we deze opmerking niet al te serieus genomen, want Kohlbrugge heeft zelf het nodige verteld over zijn leven. Ook schreef hij zelf een korte levensschets, met daarbij de opmerking dat anderen daar later wel gebruik van mochten maken. Zijn vriend Wichelhaus schreef ook een korte biografie over hem.”

Biedt dit nieuwe boek nieuwe inzichten over de theoloog uit Elberfeld?

„Jazeker, dit betreft met name de historische studies en zijn contacten. Voor dit boek is uitvoerig geput uit de rijke bronnen van het Kohlbruggearchief in Utrecht en uit het Gelders Archief in Arnhem. In Arnhem kwam ik de correspondentie van zijn schoonfamilie, de familie Van Verschuer, op het spoor. Beide archieven zijn een rijke bron van informatie voor onderzoek.”

Hendries Boele. beeld Cees van der Wal

U noemt de prediking van Kohlbrugge „doorleefd”. Wat is doorleefd? Is dat hetzelfde als Schriftuurlijk-bevindelijk?

„In zijn prediking hebben ervaring en bevinding zeker een plaats, hoewel je die termen bij hem niet zo tegenkomt. Zijn prediking is niet rationeel en afstandelijk, maar existentieel en doorleefd. Hij betrekt het Woord en de dagelijkse ondervinding nauw op elkaar. Ik moet daarbij denken aan een vraag uit zijn ”Leer des Heils”: „Waaruit weet u dat God een ontfermer voor u is? Ik ervaar het alle dagen en weet het uit Zijn heilig Woord.” De ervaring blijft op het Woord gericht, want daarin vindt zij haar bron.”

„Zijn preken raken het hart tot in haar diepste bestaan en ze hebben een zeggingskracht die tijdloos is”

Hendries Boele, redacteur boek over Kohlbrugge

De kernvraag van Kohlbrugges prediking was: „Bent u tevreden met Mijn Lam? Ja! o ziel? Dan antwoordt God: Nu, dan ben Ik ook tevreden met u.”

„Kohlbrugge zegt: „Laat ons tot God komen mét onze zonden. Dan zullen we van de genadetroon deze lieflijke woorden vernemen. Men kent God –schrijft de Elberfelder– slechts aan dit ene, dat Hij de zonde vergeeft en de overtreding bedekt. Alle andere kennis van God, ze moge nog zo groot zijn, is in de grond toch slechts ijdelheid.” De zondenvergeving vormt de kern van de geloofskennis.”

Kerkelijk Nederland heeft Kohlbrugge terzijde geschoven. Toch was hij voor velen tot zegen, tot op de dag van vandaag. Is dat een aanklacht tegen de kerk?

„In feite wel, hij is onheus behandeld door kerkelijke besturen.****Tot tweemaal toe, in 1832 en in 1845, heeft hij gevraagd tot de Hervormde Kerk toegelaten te worden, maar „het lidmaatschap werd hem willekeurig belet”. Inmiddels heeft hij toch eerherstel gekregen, en dat niet alleen in de Hervormde Kerk, ook in afgescheiden kringen. Kohlbrugge wordt inmiddels algemeen erkend als een invloedrijk theoloog. Het is terecht dat Noordmans hem rekent onder de kerkelijke klassieken.”

Dit nieuwe boek zegt dat de kerk van vandaag gediend is met de heilzame prediking van Kohlbrugge: „Daar kan de kerk alleen maar tot haar schade aan voorbijgaan.” Kunnen we dat wat openleggen, dichterbij brengen?

Boekomslag. beeld De Banier

„Kohlbrugge vertolkt in zijn preken een theologische visie die van blijvende relevantie en actualiteit is. Zijn preken raken het hart tot in zijn diepste bestaan en ze hebben een zeggingskracht die tijdloos is. De grondtoon ervan is Gods grondeloze genade voor een verloren zondaar. De theologie van het kruis behoort tot de kernpunten van zijn prediking. Het Woord, Gods Zoon, is vlees geworden. Kohlbrugge legt alle nadruk op Jezus, Die Mens werd in onze plaats, zoals Nicea dit kernachtig verwoordt: „Hij is om onze zaligheid neergekomen uit de hemel en is vlees geworden.” Door Zijn lijden en sterven heeft Hij voor ons een rijkdom aan heil verworven. Christus, de Gekruisigde, is Degene Die het verlorene zoekt, Die de goddeloze rechtvaardigt en heiligt.

Kohlbrugge verkondigt de paradox van zonde en genade. Hij spreekt mensen aan als zondaren, zonder ook maar iets te verhullen, maar daartegen toont hij ook de rijkdom van Gods opzoekende liefde. In zijn ”Leer des Heils” klinkt de verwondering: „Dat God Zichzelf in Christus aan mij, die Zijn vijand was, tot Zijn eeuwige vriend gegeven heeft, waarbij ik erken dat ik niets ben, en dat alles alleen Zijn ontferming is.””

Het ging Kohlbrugge om het „nochtans van het geloof”. Hoezo nochtans?

„Het woordje nochtans komt vrijwel in elke preek voor. In een van zijn preken staat het zelfs 57 keer. Het heeft alles te maken met de aandacht die hij in zijn prediking geeft aan de aanvechting van het geloof, zij heeft daarin een prominente plaats. Dit woordje hangt samen met het paradoxale karakter van het aangevochten geloof. Hij zegt: „Wij mensen hebben duizendmaal een ”maar”, tegen het ”nochtans” van het Woord.” Het nochtans van het geloof klampt zich vast aan Gods beloften en vindt daarin zijn vaste grond. Kohlbrugge heeft het dan over het lieflijke nochtans van Gods Woord, over het zalige nochtans van de Heilige Geest. Hij vergeleek dit woordje eens met een wapen: „Ik draag in mijn gordel een kleine priem, geheten ”nochtans”. Als we dit kleine instrument in handen hebben, moeten alle vijanden ons ongedeerd laten.” Over dit middel beschikken we niet zelf, maar het wordt ons tijdens beproevingen aangereikt door Gods Woord en de Heilige Geest.”

„Ik draag in mijn gordel een kleine priem, geheten ”nochtans””

Dr. H.F. Kohlbrugge, theoloog te Elberfeld

Ooit zei u: „Kohlbrugges prediking is een scherp wapen tegen allerlei activisme, dat meent iets te moeten presteren voor God.” Zo zegt u het nog steeds?

„Nog steeds. Ons activisme legt geen enkel gewicht in de schaal. Het gaat om Gods genade alleen. Er is geen grotere bevrijding dan te weten dat je een goddeloze bent en dat je niet meer behoeft te zijn voor God dan dat, en dat we ons geheel op Christus moeten verlaten tot onze rechtvaardiging en heiliging. Heiliging is geen prestatie van ons, wij ontvangen haar uit Zijn genade. De Heidelberger zegt het zo treffend: „Mij de volkomen gerechtigheid en heiligheid van Christus schenkt en toerekent.” De profeet Hosea leert het ons: „Uw vrucht is uit Mij gevonden.” Beide weldaden komen uit één bron en dat leidt tot een dagelijks bedelen bij de Bron.”

Wie was Kohlbrugge als mens?

„Hij had een hoekig karakter. Ik denk dat Willem de Clercq hem raak typeert: „Kohlbrugge heeft iets strengs, iets niet aangenaams.” Zijn vriend Isaäc da Costa was ontstemd over Kohlbrugges bekende ”kommapreek” over Romeinen 7 vers 14. Voorheen schreven ze als vrienden elkaar ontroerende brieven, maar deze preek veroorzaakte een knak in hun vriendschap en liep uit op een levenslange vervreemding. Het valt te betreuren dat dit zo gelopen is; hadden die twee elkaar maar eens opgezocht. Deze preek vond geen weerklank in de kring van het Reveil en ook niet bij de Afscheiding. Maar ik doe hem tekort door alleen dit te benoemen, want Kohlbrugge was in de eerste plaats een herder, dat weerspiegelen zijn preken en omvangrijke correspondentie.”

We kennen Kohlbrugge als de onheilige heilige. Een catechisant van twaalf jaar snapt dat wellicht niet.

„Kohlbrugge was onheilig in zichzelf, maar was geheiligd in Christus. Paulus spreekt in zijn brieven de gemeente vaak aan als heiligen, terwijl er alleen maar zondaren in zo’n gemeente waren. Hij zag de zondaar zoals God hen in Christus ziet, als heiligen dus. Kernachtig klinkt het in Kohlbrugges kommapreek: „Hebt u waarlijk vergiffenis van uw zonden in het bloed van Christus, zeg dan vrijmoedig: ik ben heilig – wanneer u niets dan onreinheid in u ziet. Zalig zijn die niet gezien hebben en nochtans geloofd hebben.” De gelovige ziet zich „onrein, nochtans is men rein, melaats, nochtans is men gezond, onheilig, nochtans is men heilig, goddeloos, nochtans is men rechtvaardig”. Deze paradoxen zijn zo karakteristiek voor zijn prediking. W. Kreck schreef eens dat er in Kohlbrugges prediking „een machtige waarheid schuilt, waarvoor niemand doof mag blijven”.”

„Dit is een goed moment om zijn lijdenspreken weer eens ter hand te nemen”

Hendries Boele, redacteur boek over Kohlbrugge

Boele hoopt dat kerkelijk Nederland de preken van Kohlbrugge weer gaat lezen. „De lijdenstijd is weer aangebroken. Dat is een goed moment om zijn lijdenspreken ter hand te nemen. Het zijn stuk voor stuk juweeltjes. Daarin worden de hoogte en de diepte van zijn verkondiging op een aangrijpende manier vertolkt.”

Hendries Boele bij zijn boekenkast. beeld Cees van der Wal
Meer over
H.F. Kohlbrugge

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer