Kamer: Betrek stijging abortussen bij komende wetsevaluatie
De Tweede Kamer wil dat het kabinet binnen twee jaar begint met het evalueren van de abortuswet. In die evaluatie moet expliciet aandacht worden besteed aan „relevante factoren en ontwikkelingen” die bijdragen aan de stijging van het aantal abortussen.

De Tweede Kamer stemde dinsdag voor een motie van Ria de Korte (NSC) en Mirjam Bikker (ChristenUnie) die de regering daartoe oproept. Voor de motie stemden PVV, NSC, CU, SGP, BBB, CDA, FVD en DENK. Ook wil een meerderheid in de Kamer dat het kabinet op korte termijn beziet welke extra maatregelen genomen kunnen worden om onbedoelde zwangerschappen te voorkomen en hulp aan onbedoeld zwangere vrouwen te verbeteren.
Abortuspil
Het vorige kabinet, Rutte IV, heeft bij monde van toenmalig zorgminister Ernst Kuipers toegezegd de abortuswet in 2027 opnieuw te laten evalueren. Staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) gaf twee weken geleden al te kennen dat ZonMw, het instituut belast met de wetsevaluatie, daarbij ook specifiek zal kijken naar de mogelijke effecten van twee recente wetswijzigingen: de mogelijkheid die huisartsen hebben om de abortuspil voor te schrijven en de afschaffing van de verplichte minimale beraadtermijn.
De Kamer stemde dinsdag ook voor een motie van Diederik van Dijk (SGP) die opriep te onderzoeken in hoeverre die laatste wetswijziging bijgedragen heeft aan de stijging van het aantal abortussen. Gelet op de al toegezegde wetsevaluatie zal dat vermoedelijk echter niet leiden tot een apart onderzoek.
Stigmatiserend
Een ruime Kamermeerderheid keerde zich dinsdag tegen een voorstel van SGP en CU om „factoren en motieven” voor het afbreken van een zwangerschap te registreren en deze informatie jaarlijks geanonimiseerd openbaar te maken. De tegenstemmers zijn bang dat het bijhouden en openbaar maken van dergelijke gegevens stigmatiserend werkt voor vrouwen. „Het geeft vrouwen het gevoel zich te moeten verantwoorden richting de overheid over hun besluit. Ik ga dat niet doen. Het levert alleen maar schade op”, aldus Karremans in een eerder debat met de Kamer.
De Kamer keerde zich tegen een voorstel om „factoren en motieven” voor abortussen geanonimiseerd openbaar te maken
Voorafgaand aan de stemmingen verzocht het Nederlands Genootschap van Abortusartsen de Kamer in een brief met klem deze motie weg te stemmen. „We zien in andere landen hoe stap voor stap reproductieve rechten worden ingeperkt, vaak onder het mom van registratie en zogenaamd neutrale regelgeving. Politici presenteren zichzelf als voorvechters van vrouwenrechten, terwijl zij gelijktijdig beleid voeren dat de toegang tot abortus bemoeilijkt”, schrijft het genootschap in de brief.
Stijging
Het aantal abortussen in Nederland is sinds 2021 flink gestegen. In dat jaar werden er meer dan 30.000 zwangerschappen afgebroken. In 2023 bedroeg het aantal abortussen iets minder dan 40.000. De stijging valt dus niet samen met de afschaffing van de verplichte bedenktermijn van vijf dagen per 1 januari 2023. Wel blijkt uit cijfers van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dat sindsdien ruim 77 procent van de vrouwen geen bedenktijd neemt. In voorgaande jaren lagen die percentages onder de 20 procent. De verplichte, minimale beraadtermijn gold destijds niet voor schrijnende gevallen en overtijdbehandelingen.