Europese industrie moet sterker én groener worden
Brussel wil de Europese industrie redden in de concurrentieslag met de Verenigde Staten en China. Maar dat mag niet ten koste gaan van de klimaatambities. Dat blijkt uit de woensdag gelanceerde Clean Industrial Deal.

De aanpak voor de industrie doet denken aan de precies een week eerder gepresenteerde visie op landbouw en voedsel. Ook nu zet de Europese Commissie in op versterking van de concurrentiekracht en vermindering van de regeldruk, gecombineerd met verdere verduurzaming.
De Commissie heeft zichzelf daarmee geen gemakkelijk doel gesteld. Om te voorkomen dat grote bedrijven uit de Europese Unie vertrekken, moeten de energieprijzen omlaag. Tegelijk moet het voor investeerders aantrekkelijk worden om geld te steken in groene technologie.
Aftrap
Eurocommissaris Wopke Hoekstra (Klimaat) gaf woensdagochtend de aftrap voor de Clean Industrial Deal. Tevens publiceerde de Commissie de eerste van een reeks zogeheten omnibuswetten, die de regels voor duurzaamheidsrapportages en investeringen moeten vereenvoudigen.
Dat er wat gebeuren moet, is duidelijk. In Nederland bijvoorbeeld deed in december een coalitie van grote bedrijven, brancheorganisaties en ngo’s een beroep op Hoekstra om de vraag naar duurzame producten in Europa te bevorderen.
Ingrid Thijssen, voorzitter van de belangenorganisatie van grote ondernemers VNO-NCW, zei toen dat de industrie klaar is om schonere producten te maken, maar dat daar wel een markt voor moet zijn. Thijssen noemde groen staal en gerecyclede kunststoffen als voorbeeld. Maar „zonder dringende actie drogen investeringen op en sluiten bedrijven, wat nu al gebeurt”.
De Europese industrie heeft vooral last van hoge energieprijzen, in vergelijking met de concurrentie in China en de Verenigde Staten. De kans bestaat dat bedrijven naar die landen vertrekken. Brussel wil juist de afhankelijkheid van landen buiten de EU verminderen. Dat geldt zeker voor essentiële sectoren, zoals de staalindustrie, die belangrijk is voor onder meer defensie en de auto-industrie.
De Amerikaanse president Donald Trump zei juist woensdag snel nieuwe importheffingen aan te kondigen die zijn gericht tegen de EU. Het gaat om tarieven van 25 procent die onder andere gaan gelden voor auto’s uit Europa.
Energieslurpende industrieën
Hoekstra noemde tijdens zijn persconferentie de Clean Industrial Deal een „gamechanger”, die de industrie een stevige impuls moet geven. „Dat is goed voor onze concurrentiepositie, voor onze strategische onafhankelijkheid en voor het klimaat”, aldus de Nederlandse Eurocommissaris.

Het accent ligt in het plan op twee groepen bedrijven: energieslurpende industrieën, zoals de productie van staal en cement, en jonge bedrijven die een sleutelrol spelen bij de ontwikkeling van groene technologie.
De Commissie wil „alles uit de kast halen” om de energieprijzen te drukken. Daarvoor doet ze ook een beroep op de lidstaten om de belasting op stroom te verlagen. Daarvan zullen ook huishoudens profiteren.
De regels voor staatssteun worden versoepeld, zodat landen hun industrie gemakkelijker subsidie kunnen geven bij de overgang naar elektrisch produceren.
Verder komt er een nieuwe investeringsbank om de industrie te helpen bij de verlaging van de CO2-uitstoot. De Europese Commissie trekt hier de komende tien jaar 100 miljard euro voor uit. Bijkomende private investeringen zullen dat bedrag verviervoudigen, verwacht Hoekstra.
De regeldruk gaat omlaag, want die is volgens Hoekstra een obstakel voor innovatie.
Brussel wil de vraag naar schone producten „made in Europe” vergroten. Europese leveranciers krijgen een streepje voor bij de aanbesteding van opdrachten. Duurzaamheidscriteria zijn daarbij belangrijk. Hoekstra: „We kijken niet langer alleen naar het beste bod voor de laagste prijs.”
Geopolitiek
VNO-NCW reageert positief op de plannen. „Geopolitieke ontwikkelingen maken een sterke industrie noodzakelijk”, stelt voorzitter Ingrid Thijssen. „Nederland en de EU kunnen niet zonder eigen productie en energie.”
Tata Steel vindt dat de doelen voor groen staal goed aansluiten bij die van het staalbedrijf zelf.
De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, waar 1600 bedrijven bij zijn aangesloten, zegt dat Europa de kans heeft om „wereldleider te worden in schone, groene en duurzame technologieën”.
Directeur Marjolein Demmers van milieuorganisatie Natuur & Milieu zegt dat de Europese Commissie met het plan aantoont dat klimaatbeleid en concurrentiekracht elkaar juist versterken. Wel vindt Demmers het van groot belang dat verduurzaming uitgangspunt is bij het verlenen van de toegezegde steun.
De EU wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Op weg daarnaartoe willen de lidstaten in 2030 55 procent minder broeikasgassen uitstoten.